Guns 'n Roses - Vuurwerk!

Sportpaleis, Merksem, 2 oktober 2010

Op het gevaar af de risee te worden van de muzikale modepolitie en bladen die de lauwe zeik van U2 en soortgenoten wel lusten maar Axl Rose niet meer kunnen luchten sinds hij die lieve junk van een Slash dumpte, durven wij toch stellen: het concert van Guns n' Roses in het Sportpaleis was ons Concert van het Jaar.

Guns 'n Roses - Vuurwerk!



Over het voorprogramma, het Zweedse Imperial State Electric, kunnen we kort zijn. Wie The Jonas Brothers een klein klein tikkeltje te soft vindt zal zijn gading wel vinden bij de gladde, op Motörheadleest geschoeide en handig bij Cheap Trick, Meat Loaf en Aerosmith bijeen gegapte hardrock-'n-roll. Ons liet het zo lauw als een pint van eergisteren. Het publiek werd ook wat lauw gemaakt en liet middels enkele fluitconcerten aan Rose en de zijnen verstaan dat ze er best aan deden niet met vertraging te beginnen.

Na alle doemberichten was het een verrassing dat de set van Guns n' Roses quasi stipt op tijd startte. Er werd afgetrapt met knallend vuurwerk en Chinese Democracy en Welcome To The Jungle. Behalve Roses stem was alles erg dof gemixt zodat het een paar nummers lang leek alsof het geluid het hele optreden bagger zou blijven en dat leek niet aan de beruchte Sportpaleisakoestiek te liggen. Ondertussen viel op de grote schermen te zien dat Rose en zijn bende vuilaards vermoedelijk de meest bezopen stylist in het wereldje hebben gestrikt.

Na een paar nummers kwam de klank wel snor te zitten. Tijdens Better hoopten we dat het Sportpaleis in een grote moshpit ging veranderen, maar helaas. En nadat Richard Fortus zijn solokunstjes had laten zien, brak Live And Let Die los waarbij de nadruk eerder op de vuurwerkshow dan op de muziek lag. Rose en de gitaristen maalden heel wat kilometers af en zwierden vervaarlijk met gitaren en statieven. Aan energie geen gebrek. Bij This I Love ging het dan wel weer over de muziek. En die vocale prestatie zal ons eeuwig bijblijven.

Het optreden was grosso modo in drie stukken op te delen. Er was een handvol songs uit 'Chinese Democracy' (zijn wij nu echt de enigen die dit een beestige plaat vinden?), dan waren er uiteraard de oude krakers, waarbij erg weinig werd afgeweken van de originelen, en tot slot nog een viertal instrumentale vullers die hier en daar een outfit- of sfeerwissel moesten opvullen. "Woehoew!" riepen wij - en met ons velen - bij Sweet Child O'Mine. Rose had zich voor de gelegenheid verkleed in een Mexicaanse patattenboer.

Dipjes waren er ook; IRS klonk veel beter op plaat, en November Rain leek te routineus. De instrumentale intermezzi deden niet veel meer dan wat ze moesten doen: pauzes opvullen. Maar voor de rest was het genieten, en bij Rose kon er op het einde zelfs een kamerbrede glimlach af. Met - alweer - het nodige geknal, vuurwerk, vlammen en rode confetti werd het lange concert afgesloten met Whole Lotta Rosie en Paradise City. Wij waren moe en opgefokt tegelijk, duizelig nagenietend. Lang geleden dat we dit soort rush hebben gevoeld bij een concert.

2 oktober 2010
Stefaan Van Slycken