Gruf Rhys - Zure lach

Ancienne Belgique, Brussel, 18 oktober 2014

Humor in muziek moet kunnen. Frank Zappa schreef er over, maakte er zelfs een plaat bij. Maar trop is te veel, zoals een bepaald politicus ooit zei. En Gruff Rhys is Frank Zappa niet.

Gruf Rhys - Zure lach



Gruff Rhys maakt muziek. Dat doet hij al een hele tijd. Met Super Furry Animals bijvoorbeeld. Of in tal van andere projecten. Solo heeft hij intussen ook al een heel oeuvre bij elkaar geschreven, waarvan ook de laatste plaat ons best bevalt. Ook al vanwege de onderhuidse humor, die daarin verstopt zit.

Want Rhys Is er de man niet naar om billenkletsers te vertellen. Een glimlach om de mondhoeken, een gniffel hier of daar, dat wel. Maar schateren zit er bij hem niet in. En dat was ook zo in de AB-Club. Alleen werd de muziek daar ondergeschikt aan het veel te wijd opengesperde verhaal over de avonturen van John Evans op zoek naar de Welshe indianen in de VS. En het publiek wilde er absoluut stand-up-comedy van maken. Maar dat was het niet.

Als voorbereiding op wat komen zou, en na door Rhys zelf ludiek op het belang van de veiligheid (nooddeuren, reddingsvest, …) te zijn gewezen, kregen de aanwezigen een korte film voorgeschoteld waarin de mythe van die Welshe indianen werd aangekaart. Het bleek de saaie voorbode van wat komen zou. Want toen Rhys op het podium verscheen, het hoofd onder een wolfskop en voorzien van de nodige boodschapborden en andere attributen, bleek ook dat niet echt onderhoudend.

Gruff Rhys wil nochtans geen meester-verteller zijn. Dat zit niet in hem en hij beseft dat maar al te goed. De manier waarop hij John Evans’ levensverhaal uiteenzette was aanvankelijk aandoenlijk knullig, maar dat bleef niet duren. Algauw hadden wij dan ook de grootste moeite om de slaap te blijven verjagen.

Af en toe schrok je dan wakker van een liedje, maar ook dat was niet echt om van op te kijken. Gewoon omdat er dan geknoeid diende te worden met metronomen, “dubplates” (vinylplaatjes met vooropgenomen muziek), elektronica en ander gedoe. The Last Conquistador en The Swamp vielen bij ons nochtans wel in de smaak, maar konden het optreden nergens redden.

Nochtans werd er volop gelachen. Luidop gelachen. Een beetje overdreven zelfs, hetgeen de ongeloofwaardigheid nog meer benadrukte. Jawel, de pop, de borden (“Applause” en aan de andere kant “Louder”), enz. zorgden af en toe voor een lachje, dat dan even snel weer wegstierf.

Gelukkig waren er nog de bisnummers, waarbij de man terugviel op zijn vorige platen, inclusief (uiteraard, want wat dat betreft is Rhys een overtuigd nationalist) een nummer in het Welsh. Daarin zat het tempo wel goed, volgden de liedjes elkaar sneller op en waren de versies gewoon pittiger.

Toen hij beweerde dat hij het laatste bisnummer Honey All Over nog aan Britney Spears had aangeboden, kon er bij ons zelfs even een brede lach vanaf. Maar toen was het eigenlijk al te laat. En dat was jammer en zelfs een beetje zuur.

18 oktober 2014
Patrick Van Gestel