Gilla Band, Beak> - Boomtown dag 4: Crowdrock
Handelsbeurs, 18 juli 2022
Wie nog enig overzicht wil behouden van wie op welke dag speelt op welk festival is er aan voor de moeite deze zomer. Boomtown zat, als we goed tellen, aan dag vier, en Beak> en Gilla Band waren de namen die onze interesse hadden geprikkeld.
In de Handelsbeurs was het te doen. Een mooie zaal, maar ook ietwat intimiderend voor punkrock. Stampen en briesen op die mooie plankenvloer, het leek bijna zonde. En die Vedett in een echt glas, is dat niet gevaarlijk om naar de band te gooien voor het geval we onze desappreciatie willen laten blijken? Een vraag waar we verder geen antwoord op hebben gezocht, want van begin tot einde was dit muzikaal top.
Eerst bij Beak> dus, die ons met Krautrock ("crowd rock", zei de presentator in dat sappige Gents) terug in de tijd stuurden naar de eerste experimenten met analoge synthesizers, genre Silver Apples. Beak> is een zijproject van Geoff Barrow - van Portishead naam en faam - met Billy Fuller op basgitaar en Will Young afwisselend op keyboard en gitaar.
Beak> neemt de platen meestal in één take op, zonder veel postproductie. Live vertaalde zich dat in het gebruik van veel effectjes. Bijvoorbeeld een constante echo op de stem van de zanger-drummer. Tussen de nummers door maakten ze mopjes over domme Britten met hun Brexit en over Gentenaars, die in het kanaal waren geduwd of misschien wel onder invloed in het kanaal waren gevallen.
Ze begonnen kalm aan de set (met The Brazilian), maar bouwden nummer per nummer op naar een psychedelische climax die zijn hoogtepunt bereikte tijdens Allez Sauvage. Centraal daarbij stond meestal dat vintage synthesizergeluid, maar af en toe wisselde Geoff Barrow dat in voor een simpele gitaar, hetgeen even goed werkte.
Waar voor Beak> de zaal nog als bijna vol kon beschouwd worden, werd voor Gilla Band minder enthousiasme opgebracht. De Ieren lieten het zich niet aan het hart komen en schreeuwden zich een weg door een greep songs uit de discografie, aangevuld met enkele nieuwe nummers uit het in oktober te verschijnen album 'Most Normal'. Huidige single, Eight Fivers, opende het spervuur met een schuimbekkende tirade tegen allerlei wegwerpmodemerken.
Hier geen excuses voor de Brexit, flauwe of geslaagde mopjes als bindtekst, maar snel op elkaar volgend meer van hetzelfde. Meer nog: het was iemand uit het publiek die het grapje maakte, toen die na het stomende Laggard droogweg "That's quite an entrance", riep naar de band.
Zonder te willen afdoen aan de kwaliteiten van de overige muzikanten, was het toch Daniel Fox die het meest opviel met wat hij uit de basgitaar haalde door middel van een set effectenknopjes aan zijn voeten, maar soms ook door met een leeg flesje whiskey over de frets te glijden. De stuwende ritmes waren grotendeels aan hem toe te schrijven en drummer Adam Faulkner moest vaak enkel maar volgen. Die was daar op een bepaald moment zo hard mee bezig dat één van de drumsticks in de coulissen gekatapulteerd werd. Gelukkig vond hij snel een andere om mid-song verder te doen.
Onze favorieten kwamen nog altijd uit 'The Early Years', een ep'tje met vijf nummers, dat op Discogs aan vijftig euro tweedehands wordt verhandeld. Tijdens Lawman stuurden bassist en gitarist Alan Duggan riffs heen en weer in onderlinge een-tweetjes. Maar het meest indrukwekkend was hoe ze Blawans Why They Hide Their Bodies Under My Garage volledig naar hun hand zetten en er een punkrocksong pur sang van maakten. Het nummer jaagde schrik aan, omdat het klonk alsof er een schizofrene gek de controle aan het verliezen was.
Gelukkig kwamen we er met de schrik vanaf en mochten we daarna netjes langs de voordeur naar buiten. Laat het duidelijk zijn: we werden dus niet gewelddadig in het water geduwd.
Foto's: Bert Gysemans