Gent Jazz Festival 2008 - King funk
Bijloke, Gent, 15 juli 2010
Alweer de zevende dag van het Gent Jazz Festival, de derde avond van het fusion-gedeelte. Op het programma stonden drie acts die overduidelijk aan de funky kant van het leven staan. Back to the roots dus, want soul en funk waren van de eerste ‘lichte’ genres waar jazzmuzikanten zich in de jaren zestig en zeventig mee gingen bezighouden.

Openers waren de jonge snaken van Brazzaville. Het Belgische sextet won in 2007 de Gentse wedstrijd Jong Jazztalent, speelt funk uit de jaren zeventig, en doet dat goed. Brazzaville kent overduidelijk het recept van een goede vintage seventiesgroove, en bracht een aanstekelijke set zonder in nostalgische kitsch te vervallen.
De thema’s van saxofonist Vincent Brijs zijn het luisteren meer dan waard en ook de solo’s waren dik in orde. Gitarist Geert Hellings eiste een prominente plaats op en is, zeker qua gekke bekken trekken, te bestempelen als de Vlaamse tegenhanger van Anton Goudsmit. Terecht vroeg het publiek na de reguliere set om meer. Dat kregen ze in de vorm van een zeer swingende versie van de klassieker Wiggle Waggle van Herbie Hancock.
Brazzaville is dus goed bezig. Hopelijk evolueren ze verder en ontwikkelen ze na verloop van tijd een meer eigen geluid. Het wordt namelijk tijd dat de fenomenale Wizards of Ooze van weleer opvolging krijgen. En in het Vlaamse funklandschap lijkt Brazzaville daarvoor de beste kandidaat.
Marcus Miller trad vijf jaar geleden al eens aan op Blue Note. Nu stond hij er met een andere band en met special guest DJ Logic, een Amerikaanse scratcher die graag meejamt met livegroepen. Van meet af aan was duidelijk dat Miller niet was gekomen om maar wat aan te modderen. Zijn set begon stomend en funky, met onder andere een stevige versie van Higher Ground van Stevie Wonder.
Miller gebruikte zijn gekende stijl, diepe en snoeiharde basgrooves afgewisseld met kletterende solopartijen, tot een maximaal effect. Maar de revelatie was de pas twintigjarige Alex Han op sax: technisch uiterst onderlegd, creatief en solerend met een ongelofelijk oog voor detail.
Tijdens Jean Pierre (Miles Davis) barstte de set volledig open, met Miller die afwisselend dialogeerde met Han en DJ Logic. Geluidsbeul van dienst was Fédérico Gonzales Pena op toetsen, die uit zijn keyboards de meest bizarre en snoeiharde klanken perste.
Een en ander culmineerde in een fantastische bisronde, met het fenomenale Tutu, dat Miller in de jaren tachtig schreef voor Miles Davis. Een absoluut topconcert: solide, funky en met een groep die er duidelijk plezier aan beleefde.
Even vreesden we dan ook dat de programmatie van Gent Jazz verkeerd zou uitdraaien en dat The Neville Brothers alleen maar voor een anticlimax zouden zorgen. De broers Art, Charles, Cycil en Aaron zijn dan wel legendes uit de New Orleans-funk, ze verliezen zich soms in al te zeemzoeterige soul of belegen Latin. Vooral de zeer specifieke zangstijl van Aaron Neville - een hoge falsetstem met een zeer diepe vibrato - stoot soms evenzeer af als ze fascineert.
Gelukkig draaide het anders uit. De broertjes begonnen met Fire On The Bayou en Africa, twee nummers uit Art Nevilles periode bij The Meters. Ze slaagden er zowaar in om die nog funkier te doen klinken dan het origineel. En wie The Meters kent, weet dat je daarvoor van ver moet komen.
Veel had te maken met de ritmesectie, bestaande uit drums en de aanvullende percussie van Cyril Neville. Dat zorgde voor een indrukwekkende onderbouw. En wanneer de andere groepsleden eventjes niets te doen hadden, zochten ook zij iets om op te slaan en dus mee te doen. Resultaat was een opzwepende second line in de beste traditie van The Big Easy.
Op die manier walsten The Neville Brothers door een set van klassiekers uit de New Orleans-funk, zoals Tipitina’s en Big Chief. Aaron Neville zorgde op de hem kenmerkende manier voor afwisseling met fijngevoelige versies van onder andere Tell It Like It Is en Amazing Grace. Charles Neville bewees zich op sax en dwarsfluit tijdens verrassend originele rendities van nochtans al lichtjes belegen klassiekers als Besame Mucho en It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing). Stellaire klasse en een passende afsluiter van een topavond op het Gent Jazz Festival.