Gent Jazz: Bonnie Raitt, ... - Spannende diversiteit
Bijloke, 5 juli 2025
Dag twee van Gent Jazz was er eentje van diversiteit. Net zoals het leven kon je doorheen de dag wandelen als door een Spotify-list en je eigen verlanglijstje invullen. Of je kon gewoon blijk geven van een brede smaak en de blues van Bonnie Raitt koppelen aan de countryfolkrockmengelmoes van The Waterboys of het eclectische van The Easywood Killers.
Wat doe je, als je hoofd vol beelden zit, maar de muziek daarbij ontbreekt? Dan schrijf je die toch gewoon zelf, neem je hem op en geef je dat project dan een naam als The Easywood Killers. Tenminste, als je Bjorn Eriksson heet. En dat is nu net wat die deed. De beelden zullen er waarschijnlijk nooit komen, maar de muziek staat in elk geval als een huis. Op Gent Jazz zette hij die nummers neer met gitaar, xylofoon, drums, toetsen en - heel belangrijk - de sax van Peppie Pepermans. De ene keer was het bloedheet, nerveus, gespannen, de volgende was het koeltjes - cooltjes? - en ontspannen. Eriksson trok de passende snuiten bij de eigen solo’s, terwijl hij de band met de ogen of handgebaren dirigeerde en aangaf wie de teugels even mocht laten vieren voor een solo. Ook zelf liet hij de gitaar janken en kreunen. Dat hij daarbij het plectrum al eens kwijtspeelde, was geen bezwaar. En de hoed, die af viel bij het oprapen, stond ook snel weer op de kruin. Dat alles was goed voor een pittig stoofpotje van genres, die mooi in elkaar overvloeiden. (pvg)
Aan de Garden Stage had iedereen zich intussen in de strandzetels en op de grond genesteld voor het Jonas Meersmans Trio. Een meer passende omgeving voor deze subtiele muziek was haast ondenkbaar. Meersmans zelf zette het concert solo in gang, daarbij de gitaar minutieus betokkelend. Verderop zou nog blijken hoe hij alles uit dat instrument probeerde te halen door te slappen, het als een mandoline te bespelen of de vingers over de snaren te schuiven. En dan pas heb je door hoe die magische geluiden op ‘Glassman’ tot stand zijn gekomen. Meer zen kon haast niet. (pvg)
Er zijn geen grenzen aan de verbeeldingskracht van Stef Kamil Carlens. Hij werd onlangs terug opgevorderd om de verjaardag van dEUS' 'Worst Case Scenario' mee te vieren, maar op Gent Jazz viste hij het Gates Of Eden-project nog eens op om zo een eigen ode aan Bob Dylan te brengen. Daarvoor werden ook in Gent alle registers opengetrokken met een machtige band, waarvoor hij het adressenboekje had uitgepluisd. Het resultaat was navenant met versies, die de meester bijzonder veel eer aandeden. Geen fan van Dylan? Geen probleem, Carlens maakte zich nummers als Shelter From The Storm of (opener) Can't Wait helemaal eigen en gaf ze de nodige schwung mee. Naarmate de show vorderde, werd je dieper “Eden” binnengetrokken. Het leed hier immers geen twijfel: de hemel bestaat en Stef Kamil Carlens had de poorten wijd opengezet. Dylan was dan misschien de architect, maar de aannemer maakte zich het gebouw helemaal eigen. Het zou ons alvast niet verbazen dat hier zieltjes (heb je 'm?) gewonnen werden voor het werk van Dylan. En dat was dan helemaal terecht. (pvg)
Bonnie Raitt bewees in een tot de nok gevulde tent nog maar eens waarom ze na meer dan vijftig jaar op de planken nog steeds tot de groten behoort. Het publiek onthaalde haar bij opkomst op een daverend applaus en groot gejuich en die warmte zou de hele avond blijven hangen. Raitt speelde met de bekende mengeling van blues, funk, soul en country een ijzersterke en gevarieerde set. En ook al was dit het laatste concert van een tour van zes weken door Europa, aan grinta en drive ontbrak het miss Raitt niet en de uitstekende band zette elk genre moeiteloos naar haar hand.
Van bij opener I Sho Do, een swingende cover van The Bluerunners, zat de sfeer meteen goed. Bonnie noemde zich met een knipoog "de oudste persoon in de tent" en zwaaide na drie nummers nog eens naar de fotografen, waarop ze guitig een smile toonde, toen ze de frontstage moesten verlaten. Haar charme en menselijkheid maakten van de set meer dan zomaar een concert. De klik met het publiek was er dan ook onmiddellijk. "Ik ben zo dankbaar om hier te zijn", vertelde Raitt, terwijl ze de schoonheid van Gent en de vriendelijkheid van de mensen prees. "De VS kan hier nog iets van leren." Toen ze bekende dat ze met tegenzin terug naar huis vertrekt, vooral "omwille van de president", volgde gejuich en applaus. Ze somde met zichtbaar plezier de steden op, waar ze speelde, van Oslo tot Kopenhagen, maar Gent stak er voor haar bovenuit. "Herbie Hancock hier te zien spelen op Gent Jazz op vrijdag vanop het zijpodium, was een feest", voegde ze eraan toe.
De setlist was een zorgvuldig gekozen reis door haar carrière. Right Down The Line van haar "favoriete Schot" Gerry Rafferty en Thing Called Love van John Hiatt brachten het publiek meteen op temperatuur. Bij Women Be Wise, een nummer van haar eerste plaat uit 1971 en het magistrale Angel From Montgomery van John Prine, die ze ontroerd herdacht als slachtoffer van COVID, kon je een speld horen vallen. Special guest John Cleary, de Britse toetsenist en zanger, die al jaren in New Orleans woont, gaf extra soul aan nummers als Livin' For The Ones en de mash-up van You Got The Love van Chaka Kahn met Love Sneakin' Up On You. Bonnie eerde de band en hun trouw: bassist James "Hutch" Hutchinson speelt al tweeënveertig jaar aan haar zijde. "Deze mensen zijn familie", liet ze weten. "En ik ben zo dankbaar voor mijn crew, licht, geluid, iedereen achter de schermen." Ook Nick Of Time, dat ze naar eigen zeggen schreef, toen ze achtendertig was en nog volop worstelde met haar plek in het leven, kreeg een diepe, gedragen versie. Het hoogtepunt kwam tijdens de toegift met het bloedmooie I Can't Make You Love Me, gevolgd door Never Make Your Move Too Soon, waarbij ze de slidegitaar een laatste keer op een bloedmooie manier liet janken.
Dankbaarheid was de rode draad doorheen de show. Raitt bedankte uitdrukkelijk Pascal Van De Velde, de man die het festival van de ondergang redde en de line-up samenstelde. Na een negentig minuten durend concert, waarin verleden, heden en toekomst van de Amerikaanse rootsmuziek naadloos samenvloeiden, zwaaide Bonnie het publiek uit met een brede glimlach. De mooiste samenvatting van een uitstekend vijfsterrenconcert. (sv)
Met The Waterboys, stevig toegejuicht door het enthousiaste Gentse publiek, was het vanaf de eerste noot prijs. De band gooide meteen de beuk erin met het felle Be My Enemy, gevolgd door het al even snedige Medicine Bow. Mike Scott en band, geliefd en veelvuldig te gast in ons land, straalden vanaf het begin spelplezier en tomeloze energie uit. Vooral Brother Paul, vaak dolenthousiast achter de toetsen, stal de show met de keytar, een instrument dat Mike Scott met gevoel voor humor aankondigde als "the white thing". Ook Scott liet meermaals de liefde voor Gent blijken in een geïmproviseerd rijmpje samen met complimenten voor het sterke optreden van collega Bonnie Raitt. Het publiek lag al snel aan zijn voeten.
De set denderde verder met het stevige Ladbrake en een fris klinkend A Girl Called Johnny. Met Glastonbury Song bereikte de sfeer in de tent een eerste hoogtepunt - we waren amper vijf nummers ver. Daarna werd het tempo ietwat teruggeschroefd voor het intieme How Long Will I Love You?, een moment van ingetogenheid waarbij de menigte muisstil genoot. Gaandeweg veranderde de toon van het concert. De snedige rock maakte plaats voor meer speelse folk en melancholische parels. De van oorsprong Engelse band liet zo horen hoe rijk en veelzijdig hun klankpalet is. The Tourist en When Ye Go Away brachten warmte en weemoed, terwijl This Is The Sea en Easy Rider de dynamiek opnieuw opdreven.
Hoogtepunt van de avond was zonder twijfel The Pan Within, waarin toetsenisten Brother Paul en James Hallawel samen achter de piano plaatsnamen en de song tot een indrukwekkend crescendo stuwden. Naar het einde van de set toe mocht publiekslieveling Fisherman's Blues uiteraard niet ontbreken. De kers op de taart was dan toegift The Whole Of The Moon, waarop de Gentse goegemeente nog één keer uitbundig uit de bol ging en massaal meezong.
Een perfecte afsluiter van een show, die nog maar eens bevestigde waarom The Waterboys na al die jaren tot de meest boeiende live bands horen. Mike Scott en co. blijven garant staan voor magische concertavonden. (sv)
Steven Verhamme, Patrick Van Gestel