Gent Jazz 2014: - Onder stroom
De Bijloke, Gent, 24 juli 2014
De derde dag van Gent Jazz 2014 was er eentje om in te lijsten. Een luide dag vooral. Met grootheden die hun sound aansloten op het Gentse elektriciteitsnet. En een negentienkoppige bigband. Dave Hollands Prism-kwartet kerfde diep, terwijl Darcy James Argue’s Secret Society de eyeopener van de dag was.
Brad Mehldau bracht voor de gelegenheid zijn speelgoed mee: een Moog en een synth, een Fender Rhodes en een bataljon effecten. Aan de andere kant van het podium zat drummer Mark Guiliana, die ook de elektronische samples voor zijn rekening nam. Mehliana wrikte onze mond meteen open van verbazing. Mehldau die als een octopus noten speelde op vier instrumenten tegelijk en Guiliana met de strakste drumsound van de dag.
Mehliana bracht een bloemlezing uit ‘Taming The Dragon’. De set zweefde van spacefunk (Sleeping Giant) naar jazzprog (Swimming) en terug. Alleen leek het duo onderweg de subtiliteit van de plaat verloren te zijn. Hungry Ghost legde de vinger op de zere plek: zo welgemanierd als de studioversie is, zo onbeschoft was de live-uitvoering. Mehliana maakte er een onoverzichtelijke Moog-brij van.
En toch… Het duo sleurde ons door ontelbare sferen en stemmingen. Het slotnummer, een eigenzinnige versie van My Favourite Things, zou bijvoorbeeld niet uit de toon vallen in de Boiler Room op Pukkelpop.
Mehldau maakte er verder geen woorden aan vuil. In tegenstelling tot Darcy James Argue, die maar al te graag uitlegde waar hij zijn mosterd vandaan haalde. De componist hield als dirigent de teugels strak. Resultaat: een stormachtige, loepzuivere sound. Een integrale uitvoering van de conceptsuite Brooklyn Babylon slorpte drie kwart van de set op. Prachtige compositie, prachtig gebracht.
Balkanfolk en minimalisme met de signatuur van Steve Reich? Een dwarsfluitintermezzo en een mars à la The Liberty Bell, de tune van Monty Python’s Flying Circus? Argue verwerkte het in een meeslepend verhaal met grootse uithalen. Episch? Ja, zoals Rocky Balboa die de trappen van het Museum of Art in Philadelphia bestormt.
In het kwartet van Dave Holland maakte gitarist Kevin Eubanks het mooie weer. Zijn stijl is volstrekt uniek: een onophoudelijke stroom van akkoorden en losse noten. Nu eens vol en scherp, dan weer ijl en vluchtig. Aan diepgang geen gebrek.
Holland putte alleen uit zijn meest recente werk, de plaat ‘Prism’, en bouwde zijn set perfect op, met een heel lang uitgerekt A New Day, een verschroeiend Evolution, een gevoelig en bluesy The Empty Chair (waarin Eubanks een stukje Voodoo Chile smokkelde), een tranceverwekkend Spirals, ’Prism’-openingssalvo The Watcher en de vrolijke toegift Choir.
De band speelde The Empty Chair voor de legendarische bassist Charlie Haden, die een dag eerder overleed. Eubanks liet zijn gitaar huilen, fluiten en grommen, terwijl Holland zijn ogen half toe kneep. Genieten! Toch was het Craig Taborn die de meest gedurfde solo uit zijn mouw schudde. Tijdens Spirals. Holland lachte zijn tanden bloot én keek bedenkelijk … Ondertussen zorgden hij en drummer Eric Harland voor stabiliteit. Adembenemende set!
Elders op het domein - in the Garden Stage - overtuigde het bevlogen pianotrio De Beren Gieren de ene jazzliefhebber na de andere. En pianist Fulco Ottervanger profileerde zich als een vindingrijk improvisator, die heel naturel omgaat met zijn publiek.
Op het einde van de tweede set deelde het trio Koekjes ’s nachts uit. En de muzikanten hadden er plezier in: ze verschalkten de toeschouwers met onverwachte tempowisselingen. En plaagden de presentator, die in de coulissen al teken deed van afronden, door hun impro wat te rekken.
Jazz is toch zoveel leuker als je het serieuze er wat af vijlt en het genre met andere invloeden laat communiceren! De Beren Gieren bewezen het. Net als Mehldau, Argue en Holland.