Gent Jazz 2013: Madeleine Peyroux - Eentonigheid troef
De Bijloke, Gent, 19 juli 2013
Madeleine Peyroux, de Amerikaanse headliner die Gent Jazz na twee dagen pauze opnieuw op gang moest trekken, zal zelf wel hebben geweten dat het niet helemaal snor zat toen de tent op de Bijloke beetje bij beetje genadeloos leegdroop. Aan de zwerm topmuzikanten die haar omringden, zal het niet hebben gelegen. Ook haar soulvolle stem was best wel impressionant. Het is maar hoe je het publiek die twee ingrediënten voorschotelt met de nodige kruiden…
De Amerikaanse jazzzangeres –en niet Franse, zoals sommigen wel eens beweren bij het onder de loep nemen van haar naam- Madeleine Peyroux heeft het niet zo voor aandacht. Na haar debuutplaat ‘Dreamland’ uit 1996, dat hoofdzakelijk bestond uit covers, zette ze haar naam op de kaart als een professionele zangeres die zich op het terrein van Billie Holiday en soortgenoten begaf.
Toch keerde Peyroux steeds terug naar het low profile statuut van straatmuzikant - u zal haar misschien wel eens aan het werk hebben gezien in het Latijnse kwartier in Parijs - en bezorgde ze haar manager zelfs bijna een hartaanval nadat ze in 2005 zonder blikken of blozen verdween tijdens de promotour van haar plaat ‘Careless Love’. Peyroux was letterlijk vermist, wat nog maar eens aantoonde hoe graag ze onder de radar blijft.
En dat werd ook meteen duidelijk toen de sober geklede Peyroux het podium van Gent Jazz opkwam. Omringd door negen muzikanten - in volgorde van verschijnen: violen, drum, contrabas, piano en gitaar - zag ze eruit alsof ze liefst zo snel mogelijk terug backstage zou verdwijnen. Toch, onder het motto ‘we zijn hier nu toch’ opende de zangeres met Take These Chains, dat toen nog zoet binnenging.
Hoe verder de set echter vorderde, hoe meer het duidelijk werd dat er geen grijntje variatie te bemerken was in het hele gebeuren. Peyroux vuurde een resem covers op ons af, van Bob Dylans You’re Gonna Make Me Lonesome When You Go tot Ray Charles’ Changing All Those Changes, afkomstig van haar jongste worp ‘The Blue Room’. Steeds opnieuw kregen we een afgelekte mix van ‘love songs, blues songs and drinking songs’, zoals ze het zelf zo mooi omschreef.
Af en toe werden we verrast door een meer-dan-welkome contrabas- of pianosolo, maar telkens herviel Peyroux in hetzelfde stramien. De zorgeloze gitaar die ze af en toe bovenhaalde voor Franstalige liedjes, werd vaak weer overmeesterd door slepende jazznummers die na een tijdje begonnen te vervelen. En quotes als “I like to do sad songs but I tend to cheer you up, so let’s keep trying” en “I’m tired and I didn’t even party here in Ghent last night” toonden aan dat ze het zelf ook aanvoelde.
Jammer, maar tickethouders kregen gelukkig wel nog waar voor hun geld bij de Israëlische Avishar Cohen, die met zijn contrabas Gent Jazz zo’n kleine twee uren lang wist te entertainen. Een wulpse set met de nodige variatie, die bij Peyroux zo vaak zoek was.