Freelance Whales, Broken Records - Wisselvallige avond
Botanique, Brussel, 13 februari 2011
Bij het dubbeloptreden van Broken Records en Freelance Whales in de Botanique bleek dat het grootste deel van het publiek was gekomen voor de eerste groep. Begrijpelijk, want terwijl de Schotten wisten te overtuigen, sloeg bij het New-Yorkse Freelance Whales de verveling snel toe.

Belleclose speelde het voorprogramma. Deze jonge Luikse heeft net haar eerste ep uit en stond met veel zelfvertrouwen voor een behoorlijk gevulde rotonde. Hoewel de aanwezigen aanvankelijk met het nodige respect de songs aanhoorden, groeide het geroezemoes. Het ontbrak de zangeres aan persoonlijkheid, waardoor het Suzanne Vega-gehalte te hoog lag. Enkel voor haar cover van Britney Spears' Toxic (en dat hebben we echt moeten navragen) werd er hier en daar de oren gespitst.
Broken Records beet de spits af met A Leaving Song. Meteen werd duidelijk dat deze band iets weg heeft van Arcade Fire, maar dan wel met een stevige Schotse basis. Ook Broken Records houdt namelijk van het grootse gebaar en schrikt er niet voor terug om viool en trompet in de strijd te gooien. Het resultaat was een optreden dat wat stroef begon, maar steeds meer op dreef kwam.
Dat de band uit Edinburgh kwam en "pleased to be here" was, deelde zanger Jamie Sutherland maar liefst drie keer mee. Wellicht gewoon onwennigheid, want naarmate de set vorderde en de toeschouwers steeds enthousiaster reageerden, voelden de zes - en niet zeven zoals Sutherland ons naar het einde toe probeerde wijs te maken - heren zich steeds meer op hun gemak. Er kon zelfs een grapje af. "Moeten jullie morgen werken? Bummer, ik sta morgen in Parijs."
Constante in de muziek van Broken Records is de gestage opbouw naar een hoogtepunt, die in bijna elk nummer terugkomt. A Darkness Rises Up, naar eigen zeggen de enige song die de radio heeft gehaald, en A Promise, ook bekend van de tv-serie 'Skins', behoorden logischerwijze tot de publiekslievelingen. Wij wisten vooral Wolves en Lies, dat zou geïnspireerd zijn door Jacques Brel, te smaken.
Freelance Whales kon ons niet overtuigen. De New-Yorkse groep valt nog best te omschrijven als een symbiose van Hot Chip (de vrolijke, best dansbare muziek) en Los Campesinos (het glockenspiel, de steeds terugkerende samenzang en de hang naar indie songs).
Aan het klassieke instrumentarium voegen ze ook banjo, mandoline, balgorgel, synthesizer en vooral glockenspiel toe. Dat laatste instrument werd in bijna elk nummer gebruikt. Het was dan ook een gewriemel van jewelste op het podium omdat de bandleden voortdurend van instrument en van plaats wisselden.
Zanger en multi-instrumentalist Judah Dadone heeft een verlegen stemmetje, dat perfect past bij de speelse, vrolijke muziek van deze band. De andere bandleden stond hem vocaal regelmatig bij. Rise & Shine beloofde het beste voor de rest van de avond, maar omdat alle liedjes zo'n beetje in hetzelfde straatje zaten, was het nieuwe er al snel af. Naarmate het optreden vorderde hoopten we zelfs dat het einde vlug in zicht zou komen. Gelukkig was het repertoire van Freelance Wales zo beperkt dat het bij één bisnummer bleef.
Broken Records houden we nog wel in het oog, die groep heeft duidelijk potentieel. Maar verder heeft het geheugenverlies al toegeslagen: hoe heette die laatste band ook alweer?