Franz Ferdinand - De reputatie waargemaakt
Ancienne Belgique, Brussel, 14 maart 2009
Onverdeeld enthousiast waren de recensies van de laatste cd van Franz Ferdinand niet. Desondanks was het concert in de Ancienne Belgique in een mum van tijd uitverkocht. Daaruit concluderen dat het grote publiek lak heeft aan recensies, is misschien wat overdreven, maar het bewijst in elk geval dat de reputatie van een band grotendeels wordt bepaald door de optredens.

De keuze van Kissogram als voorprogramma tijdens de Europese tournee is eenvoudig te verklaren: ook Franz Ferdinand verwerkte behoorlijk wat elektronica in zijn nieuwe nummers. De groep uit Berlijn zoekt het met zijn songs in de buurt van een band als Carter USM: overstuurde elektronica ingepakt in een deken van stevige gitaren. De songs klonken in elk geval best aanstekelijk en het publiek stelde de inzet op prijs. Grootste minpunt was misschien de wat vlakke, eentonige, bijna robotachtige stem van zanger-gitarist Jonas Poppe, die wat schraal afstak tegen de doorleefde muziek.
Uiteraard was de pauze zoals steeds te lang voor de hunkerende fans. Toen de vier Schotten het podium innamen, was de reactie dan ook des te uitbundiger. De opbouw van de show van Franz Ferdinand was bovendien dusdanig dat het publiek zo goed als nooit de kans kreeg om op adem te komen. Precies wat van een optreden verwacht wordt, met andere woorden.
Vanaf de eerste noten van Come On Home verdween de rest van de wereld voor anderhalf uur uit de hoofden van alle aanwezigen. Tot vijftien meter voor het podium was het onmogelijk om stil te blijven staan. Honderden handen deden hun uiterste best om Alex Kapranos duidelijk te maken dat Brussel zich deze doortocht zou heugen. En tijdens een nieuw nummer als Twilight Omens werd dan wel even gas teruggenomen, maar met een van radio of andere media bekende song als Do You Want To werd de zaal onmiddellijk weer op stelten gezet.
Uiteraard was het indrukwekkend dat dit tempo een heel concert lang aangehouden kon worden en dat This Fire door de hele zaal werd meegebruld, zonder dat Kapranos daar zelfs maar om moest vragen. En ook als hun wél werd verzocht een steentje bij te dragen, zoals tijdens The Fallen, gingen de toeschouwers daar met plezier op in.
Dat publiek at tot het laatste nummer uit de handen van Kapranos, gitarist Nick McCarthy, de zich wat afzijdig houdende bassist Bob Hardy en ritmische rots in de branding Paul Thomson. De hele band waagde zich zelfs aan een eigentijdse versie van de drumsolo door collectief Thomsons kit te gaan kastijden. Uiteindelijk verdween McCarthy’s gitaar, gevolgd door de hele band zelf, in het publiek, waaraan de heren slechts met veel moeite konden ontsnappen.
Laat de recensenten maar lullen. Wie hierbij aanwezig was, zal dit concert niet gauw vergeten. En dan wordt al het overige bijzaak.