Francis Cabrel - De Roma gracieus ingenomen
De Roma, 17 november 2023
Het kan verkeren, zei Bredero enkele eeuwen geleden. De kans is klein dat Francis Cabrel het gezegde of de auteur ervan kent. Toch zal hij dezer dagen ongetwijfeld iets in die zin gedacht hebben. Op 23 maart 1981, enkele decennia geleden, gaf Francis Cabrel een eerste concert in De Singel in Antwerpen. Wij waren daar ook. In betoverend gezelschap weliswaar, maar toch in een haast lege zaal. Te weinig volk zelfs om te voetballen tijdens de pauze in de al even lege gangen van het concertgebouw. In 2023 is De Roma maanden op voorhand uitverkocht en wordt er volgende lente al een nieuw concert gepland. Bredero was een wijs man.
Zijn huidige Trobador Tour begon Francis Cabrel ruim drie jaar geleden ter promotie van jongste plaat ‘A L’Aube Revenant’, waarin hij teruggrijpt naar de vroege cultuur van occitaanse trouvères die de ballades op een eindeloze tocht langs zuidwestelijke Franse kastelen zongen. Dat is de vlag waaronder de tournee loopt. De lading is gaandeweg toch enigszins veranderd. Cabrel is momenteel immers de niet-Franstalige markt aan het aftasten: er zijn optredens in Spanje, Portugal, Nederland, België en Polen. Daarom speelt hij iets meer op veilig en maakt hij bij wijze van introductie voor dat “nieuwe” publiek een ruime keuze uit eigen werk. Hoe zou je zelf zijn, als je, zoals Cabrel, daarbij kunt terugvallen op dergelijk kwalitatief hoogwaardig repertoire?
Helemaal alleen met gitaar om de schouder opende hij meteen met het al iets oudere, maar nog immer mooie La Fille Qui M’Accompagne. Bij L’Encre De Ses Yeux kwam Freddy Koala als tweede gitarist meedoen. En zo bouwde Cabrel lied na lied de begeleidingsband op. Bij Sabarcane stond iedereen op de scène in wat voor het grootste deel een akoestische set zou worden. De band zou de hele avond heel compact musiceren met een bijzonder gevoel voor muzikale finissage van elk chanson. Het typeert Cabrels aanpak, die zich ondertussen met Ode A L’Amour Courtois al helemaal in de eeuwenoude traditie van de Franse troubadours uit zijn streek had geplaatst. Hoffelijk, zo kan men ook het best Cabrels attitude omschrijven: met de warmte van de zuiderling, maar nooit zonder beheersing. Geen wilde danspassen, geen ophitsend geschreeuw, steeds een simpel gebaar, een verontschuldigende blik, een elegante groet. Du vrai chic, quoi !
“Une chanson d’amour”, kondigde hij het aan en bracht een sobere versie van Je L’Aime A Mourir, één van de evergreens en de hele zaal zoemde zacht mee. De man vooraan was verrast gecharmeerd. Regelmatig klonk tijdens het optreden dan ook herkenningsapplaus. Het illustreert alleen maar dat de fanbasis zich ver voorbij onze cultureel steeds meer ondoorlaatbare taalgrens uitstrekt, ondanks de doofheid van de toch behoorlijk mallotige programmatoren van de Vlaamse radiozenders, van wie de muzikale interesse – of erger nog: de kennis - niet verder reikt dan die van de Angelsaksische muziekproductie, hoe bol die ook mag staan van clichés, maakwerk of herhaling.
Je T’Aimais, Je T’Aime, Je T’Aimerai deed ons spontaan het woordje “bloedmooi” in het notaboekje noteren. Des Hommes Pareils kreeg een gepaste dynamiek en er was zelfs plaats voor een cover: het countrygetinte Quand J’Aime Une Fois, J’Aime Pour Toujours van Canadese collega Richard Desjardins. Uit een heel ver verleden klonk Les Murs De Poussière, maar evenzeer klonk het herkenningsapplaus uit de zaal, “Ce bel endroit”, zoals Cabrel het noemde bij het begin van het concert. Heel nieuw, maar onzegbaar mooi was A L’Aube Revenant, schitterend opgebouwd en een onwrikbaar bewijs dat Cabrel na al die jaren nog immer “au sommet de sa forme” is.
"Wie heeft ooit mooier over de herfst gezongen dan hij in Octobre?", vroegen we ons even later af. Intussen kwam de finale eraan: de concertcertitude Petite Marie werd meegezongen. Cabrel bleek tevreden. Encore Et Encore en La Corrida, in een nieuw en zeer gepast arrangement dat de inhoud van de song nog beter deed uitkomen, trokken voor zover nodig, de twee of drie laatste twijfelaars over de streep. Met La Robe Et L’Echelle, een ode aan de prille liefde, werd het concert afgesloten.
Maar er waren nog de bissen: Hors-saison, eveneens in een nieuwe bewerking die de “colère océane” sterker illustreerde, Rosie, de oude cover van Jackson Browne, en de rocker La Dame De Haute-Savoie als ultieme kers op de taart. Eerlijk gezegd: van zulke taarten kunnen we nooit genoeg krijgen. Alle eer aan de programmatie van De Roma: ze hebben het publiek en Francis Cabrel heel erg gelukkig gemaakt. Afspraak in maart voor de nieuwe passage aldaar?