Foals - Adrenalinestoot
Botanique, Brussel, 29 november 2010
Het Britse Foals is geleidelijk aan opgeklommen aan het muziekfirmament. Een handvol festivalpresences en enkele voorprogramma’s in veel te grote zalen later kreeg de groep dan toch een eigen concert, in een eigen zaal met zelfs een eigen voorprogramma. Trots schreeuwde zanger Yannis Philippakis dan ook uit dat dit hun allereerste own show in België was. En daar was meteen veel enthousiast volk op afgekomen.

Foals lijkt typisch Brits. Vijf arty farty, ietwat egotrippende muzikanten uit über-Britcity Oxford. Maar hun muziek is net dat ietsje anders dan de Britpopgroepjes die al jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. Energie wordt zonder scrupules gekoppeld aan zweverige elektronica, doordrenkt met afroritmes, Oosterse melodiën en soms zelfs pompende noise. Laat ons zeggen dat er van het Britgehalte van Foals een ferme hoek af is.
Aftrappen deden ze zonder al te veel poeha. Het euforische in afroklanken gedrenkte Blue Blood liet de Botanique zinderen. Van meet af aan had de groep het publiek op de hand, maar eigenlijk was er constant sprake van een wisselwerking tussen juichende toeschouwers en een band in topvorm. De set sprong van kille rock-‘n-roll uit Balloons naar groovy songs als Total Life Forever en Miami waar de funk vanaf sprong. Dan weer kregen we flarden dreunende noise voorgeschoteld, samengepuzzeld met sprookjesachtige elektronica in een langgerekte versie van What Remains.
Spanish Sahara liet de Orangerie even in een oase van rust baden. Zeegeruis op de achtergrond, fragiele zang, zacht gitaargetokkel en knetterende elektronica deden zachtjes meewiegen om naar het einde toe lekker hard te ontsporen in een wervelende mengelmoes van melodische chaos. The French Open verwierf in de Botanique nu al de status van hymne, tenminste wat betrof de eerste lijn uit het refrein. “Un peu d’air sur la terre”. Ze speelden dan ook in Brussel, quoi.
Nog een laatste keer staken de heren het boeltje haast in de fik met Two Steps Twice. The Invisible, het voorprogramma, werd erbij gehaald om al meppend op de basdrum het publiek nog eenmaal op te zwepen. En voorts deden de virtuose drumroffels, de snerende gitaren en de schreeuwende zanglijnen in canon de rest. Nog heel even overdonderen en dan over en uit, zaallichten aan, maar met een adrenalinestoot de nacht in.