Florence + The Machine - Kroonprinses van de pop
Lotto Arena, Antwerpen, 26 november 2012
De fans van Florence + The Machine worden verwend. Haar passage in de Lotto Arena was al het derde Belgische optreden dit jaar. Nu ook deze zaal in sneltreinvaart uitverkocht, zou Florence + The Machine bij de release van een volgende plaat wel eens een verrassende headliner van een groot festival kunnen worden.
Voor Florence het podium betrad, was het de beurt aan Spector, een Londense band die sinds 2011 een handvol singles heeft uitgebracht waarvan Grey Shirt & Tie waarschijnlijk de bekendste is.
Met Spector kregen we een voorprogramma dat langer dan vijf minuten wist te boeien en frontman Fred Macpherson lokte daarbij zelfs een bescheiden respons bij het publiek uit. Ze brachten poprock in een retrojasje: denk aan een kruising tussen The Baseballs met goeie songs en Customs met een toonvaste zanger.
Dat iedereen gekomen was voor Florence + The Machine werd meteen duidelijk bij haar opkomst. Dat ze weet hoe ze een publiek moet entertainen ook. Reeds bij het tweede nummer – What The Water Gave Me – stonden alle anders zo passieve balkonzitters recht en sprongen ze op en neer.
Florence + The Machine regen de hits aan elkaar en dat mocht best verbazen, want debuut ‘Lungs’ is tenslotte nog maar drie jaar oud. Het duurde tot aan het achtste (!) nummer vooraleer we een song te horen kregen die geen single is geweest en dan zaten we al halverwege de set.
Dat het indrukwekkende trio Drumming Song, Cosmic Love en Rabbit Heart (Raise It Up) vooraan zat en niet opgespaard diende te worden tot aan de bisnummers zei veel over de luxe die Florence + The Machine nu al heeft. Dat debuutsingle Kiss WIth A Fist en hit Never Let Me Go op stal bleven onderstreepte het nog eens: Florence + The Machine is een machine, een hitmachine.
Wanneer tijdens Cosmic Love een ballon in de vorm van een hartje het podium op werd geworpen, nam ze die meteen op en speelde er wat mee. Het is een trucje waarvan je op voorhand weet dat je er goeie punten mee zal halen, maar het is wel een trucje dat ze tot in de vingers beheerst.
Ze wist trouwens ook blijf met een tekening, een spandoek en een gek hoedje. Na het voorlaatste nummer uitte ze haar bezorgdheid over een meisje in het publiek dat gevallen was en toen alles in orde bleek te zijn, deed ze haar prompt een T-shirt cadeau. Scoren noemen we dat.
Florence Welch wordt op handen gedragen door haar fans. Ja, ze is een echte popster geworden, maar ze heeft die populariteit wel verworven onder haar eigen voorwaarden en op haar eigen manier. Florence + The Machine is theatraliteit en bombast, maar wel bombast en theatraliteit ingeweven in originele songs.
Florence Welch gaat er bij elk optreden weer helemaal voor en dat is leuk om te zien: ze springt, ze huppelt, ze rent en ze draait pirouettes. En waar drie jaar geleden de combinatie zingen enerzijds en lopen en springen anderzijds nog een werkpunt bleek, beheerste ze dit nu beter dan pakweg Chris Martin. Ze rende, huppelde en sprong en nergens weerklonk een valse noot. Vooruitgang noemen we dat.
Bij bisnummers Spectrum (Say My Name) en Dog Days Are Over werd het publiek een laatste keer uitzinnig. Ruim anderhalf uur had het zich, net als Florence zelf overigens, helemaal overgegeven in de handen van hun godin. Als Madonna de gepensioneerde en Rihanna de huidige Queen Of Pop is, dan is Florence Welch op zijn minst kroonprinses.