Fleet Foxes - De heetste band van het moment
Bataclan, Parijs, 31 mei 2011
De heren zijn het er zelf over eens: ze zijn geen ideale festivalact. De muziek van Fleet Foxes, en die van hun recente meesterwerk ‘Helplessness Blues’ in het bijzonder, gedijt het best in een kleine club. Voor een zaaloptreden van deze Amerikaanse band in ons land zullen we waarschijnlijk moeten wachten tot het najaar, maar dat geduld hadden we niet. Daarom trokken we naar Parijs, waar Fleet Foxes een prachtig optreden gaven, dat zowel omwille van muzikale als klimatologische redenen in ons geheugen gegrift zal blijven.

De Bataclan is een charmante, aftandse ruimte met een groot balkon met rode, vervallen zitjes. Wat grootte betreft vergelijkbaar met de Vooruit. De hitte in de zaal was op een mooie, voorzomerse dag als deze onontkoombaar en verschroeiend.
Josh T Pearson, afkomstig uit Texas was niet onder de indruk en zong in het voorprogramma vier van de intrieste liederen, die hij schreef over zijn (in Parijs) stukgelopen huwelijk. De man deed wel zijn beklag over het gebrek aan bier en over het feit dat er te weinig baarden in de zaal waren.
Misschien had hij anders verwacht omdat Fleet Foxes steevast als neo-hippies geklasseerd worden, en volgens het stereotype beeld horen daar niet alleen mooie meerstemmige folkliederen, maar ook lange kapsels en baarden bij. Die vlieger ging (bij de fans althans) dus niet op, maar het was geruststellend om te zien en te horen dat Fleet Foxes ondanks het megasucces van hun debuutplaat zelf nog geen haar zijn afgeweken van hun muzikale pad.
De zeskoppige band opende met de majestueuze grandeur van The Cascades en Grown Ocean. In het verleden bleef de band naar onze mening wel eens té trouw aan de plaatversies van de nummers. Vanavond gunden ze zich wat meer vrijheid zonder dat daarbij aan complexiteit of kleurenrijkdom van de nummers werd ingeboet.
Oudere nummers als Drops in The River, Mykonos en Your Protector kregen weliswaar een nieuwe snit, maar het bleef zoals altijd bij zorgvuldig ambachtelijk handwerk. Klankschalen hebben we niet gezien, maar er passeerde een rijkdom aan akoestische instrumenten de revue die bijdroegen aan de authenticiteit van de songs.
Het nieuwe Fleet Foxes-lid, Morgan Henderson (in een vorig leven deel uitmakend van de screamoband The Blood Brothers), bleek een niet te onderschatten aanwinst. Op contrabas, viool en andere instrumenten tilde hij de groep net dat trapje hoger als liveband. The Shrine/An Arguement is op plaat een moeilijk te kraken noot, maar op het podium raakte zijn ontstuurde saxofoon precies de juiste snaar waardoor het nummer een onverwacht hoogtepunt werd.
Fleet Foxes mag dan een (h)echt gezelschap zijn, het draait toch vooral rond de songs van Robin Pecknold. De man is godzijdank nog steeds de sympathieke, schuchtere anti-ster die zich op de boulevard buiten de Bataclan gemakkelijk laat aanklampen. Hij gaat gewillig mee op de foto met fans die daar om vragen, maar was toch duidelijk meer gediend met het enorme onthaal dat het publiek aan zijn muziek gaf.
De zanger had het duidelijk moeilijk met de hitte en moest soms naar letterlijk adem happen, maar op zijn vocale prestaties viel niet veel aan te merken. Blue Spotted Tail en Oliver James, twee nummers die hij zo goed als solo bracht, kregen de zaal muisstil. Na dik anderhalf uur, terwijl het zweet van de muren naar beneden liep, zorgde Helplessness Blues voor het triomfantelijke slotakkoord. Voor ons is het duidelijk, Fleet Foxes is nu al de groep van het jaar.