Feest in het Park - Orgelpunt met obesitas

Oudenaarde, 25 augustus 2009

Feest in het Park was alweer aan zijn laatste dag toe. Op zondag stond heel wat minder dansbare muziek geprogrammeerd in de Grand Mix. Een dag dus om languit op je rug te genieten, met een pilsje in de hand.

Feest in het Park - Orgelpunt met obesitas



Past perfect in dat plaatje: The Bony King of Nowhere. De keurige jongen uit Gent hotst deze zomer van festival naar festival, en kreeg op Feest in het Park amper tijd om uit te slapen. In de vroege namiddag moest hij al de ring in, terwijl we pas na 19 uur van een halfgevuld plein konden spreken.
Bokshandschoenen droeg hij niet, en die had hij ook niet nodig. We hoorden vooral vrij korte en brave nummers met mooie arrangementen, waar duidelijk wat tijd in gekropen was. Een meer dan beloftevolle meneer met een zeer zachte stem. Én toch mag het af en toe wat gedurfder en pittiger, om het publiek écht te ontroeren. Great Lake Swimmers meets David Gray, maar net niet pakkend genoeg.
Een dik halfuur later werden we mijmerend aan de waterkant opgeschrikt door de stem van Lambi Bambi: “In Vlaanderen kent niemand ze, maar in Wallonië zijn ze wereldberoemd.” Wereldberoemd zijn in Wallonië leek ons nogal contradictorisch, maar met een nieuwe plaat in de achterzak bewees Ghinzu dat het gewapend is om Vlaanderen in te palmen, van langharige tiener tot brave huisvader.
Wij hoorden een netjes afgewerkte set met goede nummers, hoofdzakelijk uit die nieuwe plaat 'Mirror Mirror', en een goede stem, af en toe gesmeerd door een slokje bier. Maar om Vlaanderen in te pakken, zal toch iets meer nodig zijn. Vier donkere zonnebrillen en een halve “merci” zijn niet meteen de ingrediënten om een warme vertrouwensband te scheppen.
Heel anders legde Robin Proper-Sheppard van Sophia zijn publiek in de spreekwoordelijke watten. Strooiend met een grapje of wat commentaar hier en een anekdote daar, slaagde hij erin om een ongekende eerlijkheid en een ontwapenende integriteit uit te ademen. Als vervanger van Soulsavers ft. Mark Lanegan had hij een strijkersectie meegebracht, en dat pakte alweer geweldig goed uit. Anders dan enkele maanden geleden in de AB, toen met band, maar daarom niet minder goed. Minimaal en zeer kwetsbaar, maar o zo beklijvend.
De beats uit de Charlatan werkten zowel publiek als band op de zenuwen, en ook het bij momenten barslechte geluid, gekraak en gepiep van de bovenste plank ontsluierden de intimiteit in de gezellige tent. Maar met een mix van heel oude nummers, vanop de eerste albums, en gloednieuwe trok Proper-Sheppard er zich weinig van aan. Hij stelde een weliswaar gedurfde set samen, maar niemand kan de puurheid en schoonheid uit zijn songs wegsnijden. Zelfs geen commerciële beats uit de Charlatantent.
Van een poeslief engeltje met een gouden stem tot een duivel die zich weert in een wijwatervat, en alles daartussen. Heather Nova was ook op Feest in het Park moeilijk onder één noemer te plaatsen. Aan muzikale variatie was er geen gebrek tijdens het optreden in Le Grand Mix. Stevige hits als Walk This World werden afgewisseld met recenter en intiemer werk uit de recentste plaat ‘The Jasmine Flower’.
Het bekendste nummer uit die plaat, Ride, had een kippenvelmoment kunnen worden, maar dat draaide helaas anders uit. De geluidstechnicus slaagde er maar niet in om de cello mooi te versterken, waardoor de kracht van het nummer helemaal verloren ging. En ook tijdens andere nummers werd er geknoeid aan de mengtafel, tot zichtbaar ongenoegen van Heather Nova. Ze stuurde uit pure frustratie de cameraman wandelen.
Heather Nova liet dan ook geen hartelijke indruk achter. Ze verdween van het podium zonder afscheid te nemen en zonder het publiek te danken. Ook een bisnummer kon er niet af. Het optreden was een koude douche, waar niemand - ondanks de warmte - op gehoopt had.
Na Heather Nova stond Woven Hand, het soloproject van David Eugene Edwards, op de planken. Edwards werd in Oudenaarde bijgestaan door een bassist en een drummer, met de attitude van oldskool Woodstock-rockers. Met de rug naar het publiek soleren, spuwen op het podium, het was allemaal even geleden dat we dat nog zagen.
Edwards speelde als een bezetene gitaar en zong alsof het zijn laatste keer was. Mede daardoor werd het een heel intens optreden. De lichtshow, het gebrek aan interactie met het publiek en het ontbreken van bindteksten, maakten dat Woven Hand steeds in een mysterieuze sfeer verscholen bleef.
Als afsluiter van de dag stond Solomon Burke geprogrammeerd. Deze soullegende werd aangekondigd als een waar fenomeen, niet in het minst omdat hij door z’n overgewicht zowat de minst mobiele zanger op aarde moet zijn.
Het optreden van Burke op Feest in het Park was evenwel perfect voorbereid en ingestudeerd. Van de manier waarop hij letterlijk op zijn troon werd gehesen, tot de bindteksten van Burke en de danspasjes van de backingvocals: niets werd aan het toeval overgelaten. Ook de muziek klonk als een perfect geoliede machine. Elke muzikant scheen te weten wanneer de King of Soul iets van hem verwachtte. Ruimte voor improvisatie was er niet, nummers als Tutti Frutti, What a Wonderful World, When The Saints Go Marching In en Proud Mary werden binnen een strak keurslijf afgewerkt.
Het publiek wist de opeenvolging van bekende hits en covers best te smaken, en voor de laatste keer dit jaar barstte in Le Grand Mix een gezellig feest los. Solomon Burke genoot zichtbaar van het optreden en vroeg zelfs de meest enthousiaste dansers op het podium. Een prima afsluiter van een wisselvallige festivaldag.
25 augustus 2009
Mathias DHondt