Feest in het Park 2010 - We zagen de bui hangen, maar ze viel niet
Donkvijver Oudenaarde, Oudenaarde, 19 augustus 2010
Feest in het Park stevende op zijn slotdag af op een einde in mineur. Enkele krachtige onweersbuien hadden het anders zo gezellig drukke festivalpark herleid tot een verlaten drasvlakte. En het Feest zelf leek daardoor ook in het water te vallen. Maar Netsky, Alborosie en TLP konden deze vijftiende editie alsnog van een koude douche redden.

Het zootje ongeregeld van Mad Caddies werd in de Grand Mix aangekondigd als de leveranciers van het eerste feestje van de avond. Een ska-party dan nog wel, wat toch altijd garant staat voor een podium vol muzikanten en instrumenten, en een sterke bewegingsdrang aan de andere kant van dat podium. Met z’n zevenen hielden deze Californiërs het echter relatief bescheiden, en buiten de eerste rijen reageerde het publiek erg gelaten op hun opmerkelijke mengelmoes van verschillende genres.
Het hitsige ritme deed het geheel aanvoelen als onversneden ska, maar de brullende elektrische gitaar gaf er een rocktwist aan. Frontman Chuck Robertson heeft bovendien de warme stem van een doorsnee Amerikaanse popzanger. De meesten waren dan ook ongetwijfeld alleen maar in de tent gedoken om zo te ontsnappen aan de gure wind en de aanhoudende motregen, en die Chiromeisjes naast ons moésten wel bewegen, opdat hun billen niet blauw zouden uitslaan...
Ook bij de zwarte rockers van Living Colour hadden we de indruk dat de Charlatan-tent vooral dienst deed als bescheiden bron van lichaamswarmte. De uitvinders van de cross-over brachten weliswaar een muzikaal sterke set, waarbij de jazzy stem van zanger Vernon Reid ons meer dan eens aan Lenny Kravitz deed denken. Maar ondanks grote hits als Cult Of Personality, Glamour Boys en Love Rears Its Ugly Head lieten de Amerikanen dit publiek erg onberoerd. Te vroeg, te koud, te weinig volk? We willen er ons hoofd niet over breken, maar dit viertal had alleszins beter verdiend.
Voor de Britse reggaelegendes van Steel Pulse was er al meer publieke aandacht, al hadden ook zij de volle zestig minuten nodig om de tent helemaal vol te krijgen. Er waren overigens opmerkelijk weinig bekende gezichten uit de Beljam Massive aanwezig voor dit optreden. Maar die hadden wellicht de voorkeur gegeven aan Couleur Café, waar de formatie eerder deze zomer al haar 35ste verjaardag vierde.
Drijvende kracht David Hinds verscheen ten tonele in een zomerse outfit, inclusief zonnebril, en leek zich daarbij niets aan te trekken van het miserabel Belgisch zomerweertje buiten de tent. Hij nam zijn publiek op sleeptouw zoals alleen een grootmeester dat kan: met een uitgekiende playlist die hij naar een climax (Stepping Out) opbouwde.
Het was evenwel de keyboardspeler en backing vocalist Selwyn Brown die onze bloemen kreeg, en wel voor zijn gesmaakte rap-interventies die de zanglijnen van Hinds de nodige kracht bijzetten. Tot drie maal toe waagde hij zich aan zo’n toast-sessie, waarbij hij een prominente rol op het podium opeiste.
Het was evenwel de keyboardspeler en backing vocalist Selwyn Brown die onze bloemen kreeg, en wel voor zijn gesmaakte rap-interventies die de zanglijnen van Hinds de nodige kracht bijzetten. Tot drie maal toe waagde hij zich aan zo’n toast-sessie, waarbij hij een prominente rol op het podium opeiste.
Steel Pulse effende daarbij het pad voor de Siciliaans-Jamaicaanse reggaegod Alborosie, maar eerst gingen we even loeren in de befaamde Igloo-tent. Die was op deze slotdag volgestouwd met drum-’n’-bass-, dubstep- en dub-dj’s. De jonge Netsky vertegenwoordigde er onze eigen natie, tussen internationale grootheden als Sicko ft. MC Mush, Dubmatix ft. Brother Culture, N-Type en Sub Focus ft. MC ID.
Met een gevarieerde mix van eigen en andermans werk deed de getalenteerde dj/producer de naam van deze kleine tent absoluut geen eer aan. De vorm deed weliswaar nog aan een halve ijsbol denken, maar de opeengepakte ravers dreven de temperatuur tot ver boven het vriespunt, en de bekendste tunes van Netsky zetten de keet al helemaal in lichterlaaie. Ondanks de beperkte capaciteit ontpopte deze Igloo zich dan ook tot de schuilplaats bij uitstek, zelfs voor wie er niet meer bij kon en aan de rand moest toekijken.
En daarna dus Alborosie, de eerste artiest die van bij het begin van zijn set een tot in de nok gevulde tent meekreeg en die trouwens net als Netsky duidelijk geliefd was bij de jongste festivalgangers.
De ijzersterke Sheng Yeng Clan stak meteen van wal met een medley waarin ze onder meer No Cocaine, Herbalist en Police In Helicopter (John Holt) naadloos in elkaar deden overvloeien. Daarmee was de toon ook meteen gezet, want de hele show was opgebouwd uit dergelijke blokjes van telkens een viertal nummers.
De ijzersterke Sheng Yeng Clan stak meteen van wal met een medley waarin ze onder meer No Cocaine, Herbalist en Police In Helicopter (John Holt) naadloos in elkaar deden overvloeien. Daarmee was de toon ook meteen gezet, want de hele show was opgebouwd uit dergelijke blokjes van telkens een viertal nummers.
Ook Pupa Albo zelf liet een zeer goede indruk na. Op plaat konden we hem altijd al appreciëren, maar een paar jaar geleden ging hij faliekant de mist in op Reggae Geel. Toen verstopte de gehypete zanger zich nog achter een resem pull-ups terwijl hij voortdurend stond rond te springen, maar dat heeft hij ondertussen wijselijk achterwege gelaten.
Na hits als Rastafari Anthem, Police Polizia en Operation Uppsala bracht de Natty Dread nog een ode aan Tenor Saw (Sound Killa), Horace Andy (Money) en Bob Marley (One Love). En afsluiten deed hij met zijn eigen doorbraaknummer Kingston Town. Prima show!
Na hits als Rastafari Anthem, Police Polizia en Operation Uppsala bracht de Natty Dread nog een ode aan Tenor Saw (Sound Killa), Horace Andy (Money) en Bob Marley (One Love). En afsluiten deed hij met zijn eigen doorbraaknummer Kingston Town. Prima show!
Terwijl de weergoden daarna de hemelsluizen definitief open zetten, mocht Troubleman aka TLP deze editie van Feest in het Park afsluiten. We zagen de Gentse partyking deze zomer al een paar keer aan het werk, en vreesden voor alweer dezelfde set als op Les Ardentes, Dour of Decadance Roxbeach.
Die vrees leek aanvankelijk terecht, toen hij effectief weer dezelfde r&b-klassiekers en hedendaagse hitjes in exact dezelfde volgorde aaneenreeg. Maar daarna redde hij zijn reputatie door ook wat drum-’n’-bass, dancehall, kuduro, reggaeton en elektro boven te halen.
Zijn Charlatan-tent reageerde dolenthousiast, en ook Flip Kowlier keek vanop de zijkant van het podium toe met een goedkeurende blik. Met een kletsnatte broek stuurde hij ons naar huis. Opdracht volbracht; The king did it again.
Die vrees leek aanvankelijk terecht, toen hij effectief weer dezelfde r&b-klassiekers en hedendaagse hitjes in exact dezelfde volgorde aaneenreeg. Maar daarna redde hij zijn reputatie door ook wat drum-’n’-bass, dancehall, kuduro, reggaeton en elektro boven te halen.
Zijn Charlatan-tent reageerde dolenthousiast, en ook Flip Kowlier keek vanop de zijkant van het podium toe met een goedkeurende blik. Met een kletsnatte broek stuurde hij ons naar huis. Opdracht volbracht; The king did it again.
19 augustus 2010