Everything Everything - Op plaat klonk het beter

Botanique, 18 april 2018

Het is warm buiten en dat merk je in de Botanique. Vooral aan de zaal die tien minuutjes voor de start van het concert nog nauwelijks gevuld is. Gelukkig verkoos iedereen nog net op tijd een muffe en vooral warme Orangerie boven de prachtige, botanische tuinen voor de confrontatie met "Britain's most underrated pop band".    

Everything Everything - Op plaat klonk het beter

 

Een beschrijving die we de laatste tijd wel vaker lezen over Everything Everything, een band met de songs, de uitstraling en de superfans – zij het dan in kleinere hoeveelheden - van een stadionband. Ook in de niet eens uitverkochte Orangerie was het duidelijk dat de band, vanwege die trouwe fans, het pleit al bij voorbaat gewonnen had.

Toch was het even wachten op de eerste hit die boel deed losbarsten. Dat lag vooral aan A Fever Dream dat als openingsnummer wel heel langdradig was. Zeker omdat Jonathan Higgs als enige echt entertainende karakter binnen de band ergens ver weg plaats had genomen achter de piano. Wanneer de frontman zijn krukje verliet voor meezinger Desire en vervolgens het publiek uitnodigde voor een interactieve Cough Cough, kon het spel beginnen.

Dat is toch wat we bij voorbaat zouden verwachten, maar echt loskomen deed het niet. Vooral omdat het allemaal wat afgerammeld overkwam. Op de frontman na stond de band er lusteloos bij en die frontman zelf leek zelfs wat moeite te krijgen de variatie aan stemkronkels even sterk te reproduceren als dat ze de laatste jaren op plaat terechtgekomen zijn.

Er was iets sterkers nodig; en gelukkig heeft een band als Everything Everything steeds een resem geheime wapens klaarstaan. Het was tijdens het fantastische Regret dat we weer wisten waarvoor we gekomen waren. Tot onze spijt dook het niveau even snel weer naar beneden als dat het gekomen was. Songs als Night Of The Long Knives en Good Shot, Good Soldier gleden onopvallend voorbij in een ééntonige pap.

Naar het slot van de set toe probeerde de band het tempo wat op te drijven. De oldie Qwerty Finger was het stevigste nummer van de avond. Jonathan Higgs is wel vaker niet honderd procent verstaanbaar, maar nu slaagden we er helemaal niet meer in de klankorkaan die uit zijn mond kwam in woorden op te delen. We kregen Kemosabe en het overdreven catchy Spring/Sun/Winter/Dread, voor enkelen de aanzet om het spontaan op springen te zetten.  

Het beste werd vanzelfsprekend bewaard voor de bisronde. We waren namelijk nog op Distant Past aan het wachten. Hoewel we even dachten dat de band het hierbij zou laten, moest het dikste konijn nog uit de hoed getoverd worden. De haast perfecte popsong No Reptiles werd tot helemaal op het einde bewaard en schonk de matige set een fabuleuze synthesizerclimax. En u mag drie keer raden welke zin nog een week of drie door ons hoofd zal blijven galmen.

20 april 2018
Jorik Antonissen