Everything Everything - Lentefris
Botanique, Brussel, 12 maart 2013
De laatste jaren is het almaar moeilijker geworden om alweer een nieuw indierockbandje de hemel in te prijzen. Welke adjectieven, superlatieven en vergelijkingen kunnen nog gebruikt worden om duidelijk te maken dat Everything Everything één van die weinige bands is die wl het verschil maakt? Hun optreden in de Botanique gaf het antwoord. Er zijn helemaal geen woorden voor nodig.
Het viertal uit Manchester liet drie jaar geleden voor de eerste keer van zich horen met ‘Man Alive’. Een debuut dat van de eerste tot de laatste noot goed zit en ontzettend fris klinkt, in tegenstelling tot andere bands, die hun basis hebben in het grijze Manchester.
Dat het viertal gestudeerd had, was duidelijk te merken. Met wat meer geluk en aandacht hadden ze toen kunnen zijn wat Alt-J nu is. Vorig jaar kwam ‘Arc’ uit en ook dat album, met enkele van de meest verfrissende songs van het afgelopen jaar, ging aan de pers en de kenners voorbij.
Nochtans barst Everything Everything van de ambitie en het potentieel. Vergeet alle zelfverheerlijkende Editors, Killers en Arctic Monkeys van de wereld. Hier stond een band, die echt vernieuwend uit de hoek kwam.
Er zijn twee zaken die hen onderscheiden van de rest. Ten eerste is er de stem van zanger Jonathan Higgs, die zowat alle toonhoogtes lijkt aan te kunnen en de ene keer agressief (Photoshop Handsome) en de volgende keer poeslief (Duet) uit de hoek kon komen.
Ten tweede is er de glasheldere sound van de band. Het was lang geleden dat we nog zo duidelijk het onderscheid konden horen tussen verschillende instrumenten. Geen lawaaierige rockbrei dus, maar verfijnde pop.
Het optreden sleurde je mee van de ene emotie in de andere. Zo was het langzaam openbarstende Undrowned de perfecte opener, was het al onmogelijk stil te staan op het daaropvolgende Kemosabe en bij Suffragette Suffragette had je helemaal de neiging wild in het rond te springen.
Opvallend ook hoe aanvankelijk enkel de oudere nummers op herkenningsapplaus konden rekenen, maar gaandeweg elk nummer ontvangen werd als een hit. Dat bleek bijvoorbeeld in de bisronde met het prachtige Radiant en Don’t Try.
Het leek bij momenten alsof je het publiek almaar gelukkiger voelde worden. Er viel dan ook werkelijk niéts aan te merken op dit optreden. Dit was er eentje om in te lijsten, eentje om te koesteren, eentje dat je energie geeft voor een hele week. Kortom, eentje zoals ze altijd zouden moeten zijn.