Eurosonic 2012 - Niet onverdeeld luidruchtig

Verschillende locaties (Groningen), 15 januari 2012

Eurosonic is volgens hun eigen onderzoek goed voor 1,7 miljoen euro jaarlijkse winst in Groningen. Voor de lokale restaurants, de taximaatschappijen, de café's en de hotels is het festival een onmisbare bron van jaarlijkse inkomsten geworden. In een stadje van 200.000 inwoners kan dat allicht ook niet anders. Of ze ook begaan zijn met de muziek is een andere vraag. Op het marktplein stond op donderdagavond onze eigenste Selah Sue als hoofdact geprogrammeerd, maar wij gingen zoals u dat van ons verwacht eerder op zoek naar onbekender talent. Toegegeven, onze bijdrage tot de lokale economie blijft zo wel ver onder het gemiddelde.

Eurosonic 2012 - Niet onverdeeld luidruchtig



Hoe kan je een avond van concerten beter starten dan met "a six out of five star concert"? Tenminste, dat is wat de festivalgids zegt over wat je van I Got You On Tape mag verwachten. En de start mag er inderdaad zijn. De new wave volgens Cure-normen gecombineerd met de lichtrauwe stem van zanger-toetsenist Jakob Bellens voert je langs donkere nachtmerries en duistere steegjes. Maar helaas slaagt dit Deense viertal er niet in de zaal Muziekschool te geven wat er beloofd werd. Het blijft allemaal steken in hetzelfde register en mondt dan uit in een zee van onverschilligheid.

Misschien kan Sinner's Day hier nog een plaatsje voor vinden op hun volgende editie.

De Ierse elektropopband Jape mocht in de Grand Theatre de avond openen. De zaal was nog halfleeg op dit vroege uur, maar dat belette zanger Richie Egan niet om vrolijk in het rond te huppelen alsof de zaal halfvol was. Hun muziek is op zich weinig origineel te noemen maar sommige songs steken toch boven de middelmaat van wat in het genre wordt gemaakt uit.

Op Laundry Day vinden ze vast wel een podiumpje waar Jape perfect past.

Voor God Is An Astronaut is de opdracht al van bij het begin duidelijk: de boel, ongeacht dit vroege uur, op gang trekken. Hun postrock doorspekt met invloeden van hard-, indie en zelfs progrock - die trage aanzet van sommige songs had wel wat weg van Pink Floyd - zorgde al voor de nodige wapperende manen. En dat niet alleen bij de muzikanten zelf: ook in de zaal waren er al heel wat toeschouwers die zich graag lieten meevoeren op en zelfs ontroeren door deze Ierse rockgolven. Het opzet van de broertjes Kinsella kon dus als geslaagd worden beschouwd.

De VK** staat gegarandeerd op zijn kop met dit gezelschap.

Als Eurosonic-debutant sta je er versteld van hoe men in een dergelijk stadje zo veel concert-/theaterzalen (en dat zijn dan nog enkel degenen die in het parcours zijn opgenomen) leefbaar kan houden. Neem nu de prachtig gerestaureerde Van Der Aakerk, waar Alamo Race Track mocht zorgen voor het eerste wow-gevoel van de avond. De akoestiek was misschien niet helemaal perfect, maar de setting maakte in dit geval heel veel goed. Als droegen ze een hoogmis voor gingen deze Europese tegenhangers van Wilco doorheen een deel van hun catalogus. De stem van zanger-gitarist Ralph Mulder kan de vergelijking met Jeff Tweedy dan misschien niet aan, hun muziek mag ongetwijfeld geïnterpreteerd worden als een Europese versie van die Amerikaanse band. Maar omdat het spectrum zo breed is, is de lokale achtergrond onmiskenbaar.

De set op Eurosonic vormde een mooie dwarsdoorsnede van wat deze veelzijdige band te bieden had. Prachtige versies van toekomstige klassiekers als Motorman & Owls stonden zij aan zij met oudere nummers als het titelnummer van de vorige plaat. Dat vooral de nieuwe songs het overwicht vormden nam niet weg dat dat typische geluid van Alamo Race Track de basis vormt van al hun songs. Hier en daar wordt een snuifje Americana aan het geluid toegevoegd om zo uit te komen bij een heerlijk veelzijdig resultaat. Hoog tijd dat deze band de Europese grenzen doorbreekt.

Binnenkort staan ze in de Gentse Vooruit en daar staan ze zonder enige twijfel op de juiste plaats.

Voor de beschrijving in de folder van Jamie N Commons werden de superlatieven uit de kast gehaald. Vergelijkingen met Tom Waits schepten hoge verwachtingen maar die werden niet ingelost. Zijn stem schuurt als die van Waits, dat is waar, maar zijn bluesrock americana is te gewoontjes om te blijven boeien. Het begon nochtans goed, met een a capella gezongen Wade In The Water, maar daarna werd de band erbij gehaald en volgden een reeks nummers waar we het warm noch koud van kregen.

Jamie N Commons kan vast nog een tijdje mee in het kleinere clubcircuit, maar om echt potten te breken is er toch nog een creatieve wending van doen.

Music Is Dead
is de laatste song op het gloednieuwe debuut van The Computers. Misschien wel, maar dat er nog leven in rock-'n-roll zit hebben de vier heren uit de UK toch opnieuw bewezen. Zanger-gitarist Screaming Al Kershaw is het soort charismatische frontman, waarvan we er ongetwijfeld nog al gezien hebben. Maar hij doet het met zo veel overtuiging dat je het gewoon wel moet geloven. Elk podiumattribuut dat niet te klein - als hij er één voet op kan zetten, is hij al tevreden - of te heet is wordt gebruikt als verhoog en uiteindelijk eindigt hij in de nek van een welwillende toeschouwer. En de rest van de band zorgt met splijtende, opnieuw misschien niet de meest originele, maar toch gesmaakte punkrock voor het kader waarbinnen Kershaw zijn kuren mag vertonen. Dat ze bovendien hun klassiekers kenden werd bewezen door de flard Papa-Oom-Mow-Mow van The Rivingtons dat in hun set werd verweven. Heerlijk herkenbaar en toch fris.

Binnenkort staan ze in de Botanique, maar ook in Trix kunnen zij zorgen voor een feest van herkenning. En Chokri mag meteen een plaatsje voor hen reserveren in de Chateau.

Lianne La Havas stond volledig ontspannen op het podium, gekleed in een jurkje dat haar deed lijken op een opwindballerina. Ze glimlachte naar het publiek en nam uitgebreid de tijd om met een kapotte iPhone twee foto's van het publiek te nemen. Zo kreeg ze als een van de enigen totnogtoe de onverdeelde aandacht van het anders zo luidruchtige Hollandse publiek. Gelukkig maar, want haar soul is heel sober, en ze begeleidt haar stem slechts met een minimum aan instrumenten. Veelal haar gitaar, een enkele keer een piano.

Lianne La Havas is een soulzangeres zoals er maar weinig meer rondlopen. Ze verliest zich bijvoorbeeld niet in de vocale tierlantijntjes waar andere zangeressen in het genre hun stembereik mee demonstreren. Bovendien heeft ze een serie fantastische songs op zak. We All Make Mistakes bijvoorbeeld is betoverend, en Old is een even grappig als aandoenlijk nummer over een "toestand die ze aan de hand had" toen ze verliefd werd op een oudere man.

Van deze dame willen we nog veel meer horen, en we stellen voor dat de programmatoren van de Botanique beginnen met haar een paar avonden na elkaar op te stellen in hun Rotonde. Zo snel mogelijk.

Wie dacht dat er enkel introspectieve muziek van het type Sigur Rós of Björk in Ijsland wordt gemaakt, heeft het dus grondig mis. Hjalmar maakt rootsreggae van het zuiverste soort. En dat er gezongen wordt in het Ijslands werkt niet eens storend. Inventieve riddims in combinatie met inventieve gitaarlijnen en schitterende blazers zorgden ervoor dat de hele, zij het slechts matig gevulde zaal meewiegde op de juiste emoties.  En daarvoor was niet eens een portie ganja nodig.

Wij dagen de programmatoren van het Dourfestival uit om hen naast de grote namen uit Jamaïca te zetten.

Als je uit Belfast komt, is het niet echt verwonderlijk dat je uitkomt bij het soort muziek dat Lafaro maakt. Vergelijk het met een onverwachte kopstoot en je komt min of meer in de buurt. Het feit dat zanger-gitarist Johnny Black zijn enkel gebroken had bleek geen enkel bezwaar. Gitarist Dave Magee zorgde dan wel voor het headbangen en de muziek deed de rest. Snoeiharde hardcore met invloeden van Shellac tot Big Black deed de adrenaline ruimschoots vloeien, ook al bleek het te laat op de avond om een pogofeestjes in gang te steken. Voor een dergelijke slag van de moker mag u ons steeds komen halen.

De Magasin 4 is de uitgelezen zaal voor dit stelletje Iers uitschot.

Gnucci Banana was het kleinste podium toebedeeld van heel Eurosonic. Een halve vierkante meter voor de dj-booth in een club die Subsonic heet moest volstaan om het volk te overtuigen. Geen aangename taak als je bedenkt dat je voor een rij halfzatte Hollanders staat, die met hun neus zowat in je kruis staan te snuffelen. Miss Banana zette haar blik op oneindig, heupwiegde op de beats dat het geen naam had en kauwde tussen haar vette raps door op een stuk kauwgom. De showbusiness is een vak, meneer, en als je er niet voor geboren bent, houd je het niet vol. Een perfecte demonstratie van hoe meer dan vijftig jaar feminisme uiteindelijk tot niets heeft geleid. Of misschien waren we gewoon te moe, of niet zat genoeg, dat kan ook.

Gnucci Banana past het best in een club voor hippe nachtraven, de Culture Club of Café d'Anvers.

Kristof Van Landschoot, Patrick Van Gestel

15 januari 2012