Eurosonic 2012 - Een sappig voorproefje
Verschillende locaties (Groningen), 13 januari 2012
Vier dagen Eurosonic/Noorderslag en meer dan tweehonderd bands om uit te kiezen. Dat is niet alleen een muzikale speeltuin, het is ook onbegonnen werk. Gelukkig is het aanbod van de eerste dag nog beperkt. Al is er zelfs dan nog voldoende te beleven. Van ska over kleurrijke indiepop tot Italiaanse blues. Welkom in de hemel van de doorsnee concertganger.

Ze hadden goed geluisterd naar de ska-catalogus van Stiff, de dames van Razika. In die mate zelfs dat ze de kenmerkende zwart-witte blokjes onder hun logo hadden gezet. Hun ska was licht verteerbaar en zorgde voor een vrolijke start van vier lange festivaldagen.
Met teksten in het Noors - ze waren dezelfde dag aangekomen vanuit Bergen - en af en toe in het Engels probeerden ze het aanwezige publiek te overtuigen van hun kunnen. Helaas is ska ook nogal gauw eentonig, en deze vier dames konden die valkuil niet omzeilen. Aangenaam, maar niet onvergetelijk was dan ook het eindoordeel waarmee wij de 'grote zaal' van De Spieghel verlieten.
In België horen zij thuis in de Witloofbar van de Botanique.
Heel wat meer ruimte was er in het Grand Theatre. Daar mocht You Say France & I Whistle het beste van zichzelf geven. Dat deden ze met een soort new flower power doorspekt met Afrikaanse gitaren genre Vampire Weekend en de stemmen van twee zangers en een zangeres. Die wisselwerking was soms boeiend, maar overtuigde niet altijd. Toch waagden enkele vroege enthousiastelingen zich al aan een dansje.
De knuffels die her en der verspreid hingen, lagen, stonden en zelfs in het publiek werden gekeild, waren een leuke gimmick, maar maakten het verschil niet. Pop met een hoek af is al lang niet meer voldoende om de doordeweekse concertganger te boeien, en dat bleek hier opnieuw.
Te programmeren op een late namiddag in de Dance Hall van Pukkelpop, waar wel meerdere middelmatige dance acts erin slagen een dronken festivalganger met gemiddelde smaak te vermaken.
Bij een poging om The Sea aan het werk te zien in het bovenzaaltje van De Spieghel bleek dat die ruimte duidelijk te klein was om de drukte van de eerste dag op te vangen. De rij stond tot halverwege de straat, hetgeen ons dwong om te kiezen voor Vera, waar de eerste verrassing van de avond ons opwachtte. Vadoinmessico staat garant voor een prikkelend zalfje van allerlei invloeden die hun oorsprong vinden in de herkomst van de bandleden.
Drummer Joe White - hij had vaak iets van een topsporter - creëerde zijn ritmes met drumcomputers in combinatie met een aantal analoge instrumenten, maar zonder basdrum. Die speelse basis vormde een ideale ondergrond voor de rest van de band om zich op uit te leven. Er leek meermaals aan The Dodos te worden gerefereerd, maar dan wel in uitgebreide versie. Ukelele, banjo en synths zorgden voor een voller geluid.
Het resultaat was dat de aanwezigen ingepakt werden door een show waarvan een zekere elektriciteit uitging, zelfs al duurde die slechts een half uur. Dit is een band die nog grootse dingen in zich heeft en die zeker de moeite loont om aan het werk te zien.
De Orangerie van de Botanique lijkt ons op dit moment al een haalbare kaart.
Misschien kent u Lisa Hannigan al. Ze was de vrouwelijke stem in de band van Damien Rice en ze deelde ook het bed met hem. Aan hun relatie is in 2008 een eind gekomen en Lisa concentreert zich nu op haar solocarrière.
Daar zullen weinig mensen om rouwen. Niet alleen is ze te mooi om in de schaduw van Rice te staan, ze maakt ook een hoogst eigenzinnige interpretatie van Ierse folkmuziek. Met een rijk instrumentarium - bestaande uit mandoline, trompet, viool en een soort liggende harmonica - bracht ze nummers die varieerden tussen pop à la Emiliana Torrini en pure folkliedjes met titels als Little Bird.
Ze zong ook met een grote concentratie en veel inlevingsvermogen, terwijl een bende babbelaars achteraan in de zaal bleef storen. Het enthousiaste applaus achteraf was dus, zoals dat heet, welverdiend.
Zet Lisa Hannigan in de Box van de AB en het dak gaat eraf.
Voor The Cyborgs was de bovenverdieping van De Spieghel te klein. Dat belette niet dat Cyborg 0 midden in de set met gitaar en al in het publiek op zijn rug ging liggen om zijn vette riffs te spelen, terwijl Cyborg 1 kwam drummen op al zijn onderdelen om die riffs van hun ritme te voorzien. Hun lasmaskers en aan Jon Spencer ontleende attitude is een garantie op ambiance, en met de blues die ze spelen moet elk optreden van hen welhaast resulteren in een decadent feest.
Ideaal voor een late donderdagavond in De Charlatan in Gent.
De eerste dag van dit veelzijdige festival had duidelijk al hoogtepunten opgeleverd. En zeggen dat dit dan nog maar een voorproefje was.
Kristof Van Landschoot, Patrick Van Gestel