Elvis Costello - Van vlees en bloed
Koninklijk Circus, Brussel, 22 oktober 2014
Costello is god. Zo wilden we dit verslag beginnen. Maar hij bleek bij nader inzien ook maar van vlees en bloed.
‘An Evening With Elvis Costello’, zo werd het aangekondigd. En dat is precies wat we kregen. Declan Patrick MacManus deed het in zijn eentje. Het eerste deel van het eenendertig songs lange concert in elk geval. Daarna was het trouwe partner Steve Nieve die een handje aan de piano toestak. Die Steve Nieve – een naam die hij ooit toebedeeld kreeg van Ian Dury, zoals hij zelf meegaf – mocht in het voorprogramma ook nog een paar nummers van zijn soloplaat ‘ToGetHer’ ten beste geven.
Het was nochtans pas toen Costello gezwind het podium op wervelde, dat wij de oren echt spitsten. Hij zou de set over ruim twee uur uitspreiden en het publiek extatisch achterlaten. Een beetje overdreven eigenlijk, al was het laatste deel natuurlijk op maat gemaakt. Niet iedereen kan afsluiten met een absolute, zij het wat platgelopen klassieker als I Want You, zelfs al kreeg die een verbeten, vlijmscherpe versie mee, waarin de man met de hoed zijn gitaar deed kraken, piepen en grommen.
Voor het eerste deel waren het enkel akoestische gitaren die werden ingezet. Nummers als opener 45 en het duidelijk populaire Veronica waren nog behoorlijk “gewoon”, maar vormden eerder de uitzondering dan regel, zoals de Costello-doet-Cash-versie van I Hope You’re Happy Now bewees. Veel van de nummers kregen een gloednieuw jasje, zoals enkel MacManus hen dat kan aanmeten.
Soms waren die jasjes van zacht fluweel als bij de liefdevolle versie van Poisoned Rose, dan weer uit ruw katoen zoals Beyond Belief, maar altijd hielden ze je warm. De teksten mogen dan al bol staan van de ironie en zelfs van cynisme, altijd was er de muziek om zalf op de wonden te smeren.
Come The Meantimes (uit zijn plaat met The Roots) was er eentje die wij met stip hadden aangeduid. Evenals de sobere, bittere versie van When I Was Cruel. Maar u had er waarschijnlijk zelf uw favorieten al uitgepikt. Misschien had u het eerder voor de covers, zoals zijn interpretatie van Aznavours She of van George Jones’ Good Year For The Roses of was u in de wolken over de werkhuisversie van Watching The Detectives of het onversterkte Allison. En dan moest het pianogedeelte met Steve Nieve nog komen, waaruit we vooral Shot With His Own Gun en het hemelse Shipbuilding onthouden.
En toch bleven wij, ondanks deze opsomming van prachtnummers, een beetje op onze honger zitten, terwijl we bij zijn vorige doortocht met het fabuleuze spinning songbook absoluut in de wolken waren. Al is het moeilijk om precies de vinger te leggen op het probleem, want ook in de tweede bisronde waren er nog pareltjes als Night Rally te horen.
Misschien hadden we die verwachtingen dan toch te hoog ingesteld en was Costello toch ook maar een mens. Dat we blij waren dit meegemaakt te hebben staat buiten kijf. Alleen was het niet zo legendarisch als we het ons vooraf hadden voorgesteld. Maar dat zal aan ons liggen.