Elton John - Still Standing
Sportpaleis, 27 mei 2023
Hoewel wij ons na elk concert de niet te onderschatten moeite getroosten u in een stuk of wat alinea’s een onderbouwde, genuanceerde en uitgebreide mening te geven, krijgen we toch zeer vaak de vraag: “En hoe was ‘t?” Voor één keer werd het ons makkelijk gemaakt om die vraag eenvoudig te beantwoorden. Aldus: Elton John was, als je niet om één of andere reden een aversie hebt voor zijn muziek, heel goed. Daar mag u zonder meer genoegen mee nemen en niemand die ter plaatse was, zal iets anders beweren. Het publiek van de parterre besliste goed over halfweg er een staand concert van te maken. En dat was volkomen terecht.
Sta ons toch toe een paar premisses te poneren. Hoewel wij wars zijn van hokjesdenken, hoort Elton John naar onze mening toch thuis in een rijtje met muzikanten als Billy Joel, Phil Collins en Robbie Williams: artiesten die zichzelf heel rock-‘n-roll vinden en daar ook naar leven, maar die er muzikaal toch wel een zeer licht verteerbare soundtrack onder weven, die zich tot echte rock verhoudt als een ribbetjes-à-volonté-keten tot een étoilé restaurant. Wij kunnen deze analogie uit- en onderbouwen, maar u begrijpt dat wij dat het liefst doen onder het genot van coquilles op gestoofde prei met een goeie Meursault erbij en een plaatje van Neil Young, King Crimson of desnoods Jackson Browne.
Wij lazen Sir Eltons autobiografie ‘Me’ met genoegen. En iemand die publiekelijk toegeeft opgetreden te hebben met een luier aan omdat hij zodanig doorgesnoven was dat hij niet zeker was het einde van het concert te halen zonder zichzelf te bevuilen, valt zeker onder de grote varkens van de muziek in te delen. Hij haalt in het boek ook tournees aan, waarvan hij vond dat ze explosief waren, muzikaal subliem, het materiaal waar iedereen nu nog over spreekt. Gelukkig biedt het internet vele mogelijkheden om dit na te pluizen en geen van die concerten kon ons linea recta naar de dichtste brillenwinkel doen lopen op zoek naar een stervormig montuur met glitters. Ook van de huidige 'Farewell Yellow Brick Road'-tournee is al een integrale opname terug te vinden die ons, fragmentarisch bekeken, niet echt warm maakte.
Des te tekenender is het dus dat we na tweeënhalf uur concert moesten toegeven geen enkel dipje en geen enkel slap moment te noteren hadden, terwijl het toch zeker geen zuivere greatest hits-setlist was. Natuurlijk mochten we ons verlustigen in I Guess That’s Why They Call It The Blues – met een iets minder catchy frasering dan het origineel - en zeer uitgebreide, stomend crescendo gaande versies van Rocket Man en I’m Still Standing, waarbij de pensioengerechtigde band mocht laten zien dat leeftijd geen beperking hoeft te vormen voor muzikaal vuurwerk. De drie drummers-percussionisten, waarvan Ray Cooper een heel verdiep van het getrapte podium tot zijn beschikking had, waren er misschien meer voor de show dan uit muzikale noodzaak. Als je de strijkers op een keyboard kan spelen, zal dat voor die paar noten glockenspiel ook wel lukken, maar dan mis je natuurlijk de bekkentrekkerij van Cooper.
Die keyboardklanken waren bij momenten wel aan een update toe, want die tachtigerjarensynths die hier en daar de kop opstaken, klinken toch wel zeer belegen. Niet dat de nieuwe versie van Cold Heart veel eeuwigheidswaarde heeft, maar ze klonk toch een pak frisser dan het origineel. Elton John bracht ze karaokegewijs solo, al had het enthousiaste publiek toch een meelopende tekst kunnen gebruiken op het grote scherm. Dat scherm was gevat in een rand die deed denken aan een Maya-bouwwerk, zij het dan met verwijzingen naar 'Billy Elliot' en andere platen en mijlpalen uit Johns catalogus. De projecties zorgden voor de motoriek in het concert, want de gang van Elton John leek toch ietwat onzeker en een been op de piano gooien zit er wellicht niet meer in. Nu, voor een zesenzeventigjarige zat er verder opvallend weinig sleet op de rest van de man: nog steeds een overweldigende stem en een pianospel dat je niet voor mogelijk houdt met die worstvingers en de onvermijdelijke fysieke ongemakken die driekwart eeuw met zich moeten meebrengen. Een op de piano gemonteerde camera bewees dat er niet gefoefeld werd met het live gebeuren.
Een aantal van de minder bekende songs leek nogal sterk op elkaar – pakweg Border Song, Philadelphia Freedom, Burn Down The Mission en zelfs kleine hits als Tiny Dancer of Take Me To The Pilot staken niet boven elkaar uit, al zegt dat misschien meer over het hoge niveau van de rest van het spektakel. Levon hadden we misschien liever ingeruild voor een hit met een voornaam in – u kan er vast voor de vuist weg drie opnoemen – en het solo gebrachte Candle In The Wind mist best wel enige oprechte emotie, maar dat is een gevoel dat we altijd al hebben gehad. Toen Elton John na Your Song en Goodbye Yellow Brick Road in een trainingspak met een soort traplift het podium verliet, leek het ons toch nog veel te vroeg voor een vegeterend, kwijlend en dementerend bestaan. Gaan we wedden dat hij nog terugkomt?