Eleni Mandell + Liam Finn - Heilig verklaard
Ancienne Belgique, Brussel, 8 mei 2009
Op de Olympus der popmuziek is er naast de Bono's en Chris Martins, die zich vaak Zeus wanen, ook plaats voor mindere goden. Zij huizen aan de noordkant van de machtige berg. Hun tempels zitten niet altijd afgeladen vol, maar ze dragen wel zorg voor hun aanhangers. Neem nu bijvoorbeeld Eleni Mandell en Liam Finn. Twee van die goden waarvan je zelden hoort, maar die de gebeden die hun worden toegestuurd maar wat graag verhoren.

Op het inkomkaartje tot de hoogdienst was de naam van Eleni Mandell prominenter aanwezig dan die van de andere god. Toch was zij het die deze eredienst in gang zette. Met ‘Artificial Fire’, haar zevende (!!) album, probeert ze haar goede boodschap aan de man te brengen, en daarbij graaft ze in meerdere genres. Wie hier kwam bidden op basis van haar ingetogen voorganger ‘Miracle Of Five’, kwam bijvoorbeeld bedrogen uit. De jonge godin kwam bij momenten immers behoorlijk potig uit de verf.
Ze zag er in elk geval goddelijk uit in haar gestreepte, mouwloze jurkje, iets wat de dames ongetwijfeld opgevallen zal zijn. De heren hadden waarschijnlijk meer oog voor de manier waarop ze haar lijf achter haar gitaar heen en weer kronkelde. Maar het was uiteraard vooral de muziek die het beperkte aantal gelovigen naar deze tempel had gelokt.
Met een stem die deed denken aan PJ Harvey, huppelde Mandell door haar oeuvre, variërend tussen crooners en rockers. Vooral het titelnummer van de laatste cd en afsluiter Pauline flakkeren nu nog na op onze trommelvliezen.
Leadgitarist Jeremy Drake viel op door zijn instrument te laten janken waar nodig, maar evengoed ingetogen te doen brommen. Met je ogen dicht zou je bij momenten gezworen hebben dat de man op een keyboard speelde, terwijl het volgende moment een prachtige gitaarsolo tevoorschijn getoverd werd.
Terwijl Mandell het vooral van haar goede boodschap moest hebben, lag de klemtoon bij opdondertje Liam Finn vaak op het experiment. Als een octopus laveerde de minigod bij middel van samplers tussen zijn gitaar, een drumstel en een soort gitaarxylofoon, bestaande uit een viertal gitaararmen. Achtergrondzangeres Eliza Jane hield het bij wat percussie, een melodica en – in I’ll Be Lightning, een van de hoogtepunten - een elektrische harp.
Liam Finn is niet meteen nieuw aan het godenfirmament. Met pa Neil trok hij al meermaals de wereld rond, en met zijn eigen groep Betchadupa waagde hij zich ook al op de gladde paden van de godenberg. Maar pas met zijn eerste soloalbum lijkt het erop dat hij echt zijn ding kan doen.
Het ene moment was hij de ingetogen singer-songwriter - de ogen gesloten, het hoofd in de nek -, het volgende moment ontpopte hij zich tot wilde indierocker, gitaarsolo’s vol fuzz alle kanten opsturend en zelfs een nummer lang voluit improviserend. Het was niet altijd even muzikaal hoogstaand, maar het weinige nog overgebleven publiek lag wel aan zijn hemelse voeten.
Het publiek plengde dan ook met alle plezier zijn offers en smeekte om een toegift. En het opperwezentje was zijn aanbidders duidelijk goed gezind, want middels drie toegiften, waarvan This Place Is Killing Me zelfs een verzoek was, werd deze hoogmis afgesloten.
Er werden dan misschien geen rivieren verlegd of gouden appels gevonden, deze twee mindere goden verdienen op zijn minst een heiligdom op een hoger niveau. Op onze steun kunnen ze in elk geval rekenen.