Elbow - A perfect waste of time
Vorst Nationaal, 16 juni 2022
Het lijkt zo vanzelfsprekend. Maar dat is het uiteindelijk niet. We volgen deze band ruim twintig jaar, zagen ze al zes, zeven keer aan het werk, wisten wat er ging komen. En toch...
Ach, Vorst Nationaal, konden ze nu echt geen betere plaats kiezen? Parkeren in Vorst is horror, er nadien weg geraken ook, het blijft een betonnen galmbak en het is er pokkenwarm, als de temperatuur nog maar lichtjes stijgt. Maar het was Elbow en dan maak je al eens een uitzondering en wil je wel een druppel zweet meer laten.
Of Jesca Hoop het daarmee eens is, valt te betwijfelen. Zij leek eerder te zwemmen door de galm, die van de betonnen constructie weerkaatste en de eerder kleine, lieflijke liedjes (die veel beter in een kleine zaal zouden passen) gingen er grotendeels in kopjeonder. Het enige wat wij echt hebben kunnen opmaken, is dat de dame over een geweldige stem beschikt, maar daarover verderop meer.
De doorrookte stem van Peter Alexander Jobson, in een ander leven bassist bij I Am Kloot, kwam veel vlotter door, maar werd dan ook enkel begeleid door een piano. De soms sarcastische teksten ("Just 'cause I'm dead / That doesn't mean I don't care") deden bij ons alvast een wenkbrauw fronsen en enige interesse wekken. Tom Waits leek alvast niet zo heel ver af. Ook hij zou later nog opgevist worden door de hoofdact.
Dat het geen grootse show ging worden, stond vooraf al vast. Dat is niet waar Elbow aan doet. Het zijn de songs, waar het om draait, en vooral de connectie, die frontman Guy Garvey steeds weer weet te maken met het publiek. Ook Brussel wond hij moeiteloos om de vinger. Handjes zwaaien, meeklappen, grapjes (over de overdaad aan ventilatoren op zijn lijf gericht bijvoorbeeld), de zaal verdelen en doen zingen, een hommage aan Emilie, willekeurig uit het publiek gepikt, "Beautiful",... het zat er allemaal in. Melig? Absoluut, maar waarom zaten wij dan met kippenvel tijdens Station Approach en moesten we een krop wegslikken bij Grounds For Divorce?
Dat 'The Seldom Seen Kid' weer het meest aan bod ging komen, stond ook al in de sterren geschreven, maar ook uit de meest recente plaat 'Giants Of All Sizes' werden enkele nummers geplukt. Opener Dexter & Sinister bijvoorbeeld, dat hier een opgemerkte versie kreeg, waarin Jesca Hoop mocht tonen over wat voor fantastische stembanden zij beschikt. Singles, Empires en White Noise White Heat, die laatste met Garvey die zich achter de band terugtrok, mochten uiteraard niet ontbreken.
Maar algauw werd er plaats geruimd voor Mirrorball (met de obligate discoballen) om de zaal bij de les te houden en werd met Station Approach onze absolute favoriet uit de catalogus gepikt (en opgedragen "Aan onze moeders"). Uiteraard zette Garvey elk muzikant ruimschoots in de schijnwerpers en liet hij Peter Alexander Jobson terug aantreden voor The Loneliness Of A Tower Crane Driver. In de kraak- en piepsolo vanĀ The BirdsĀ kreeg gitarist Mark Potter het voortouw naast de uiteraard obligate (en nog steeds overweldigende) riff van Grounds For Divorce.
Zo werd elke song opnieuw een feest zonder dat daarvoor echt grote middelen moesten bovengehaald worden. En dat is een verdienste. Voorspelbare bisnummers Lippy Kids en het luid meegebrulde One Day Like This konden daaraan helemaal geen afbreuk doen. Integendeel.
"What a perfect waste of time", klonk het tussen de prachtige strijkers in My Sad Captains. We hadden het niet beter kunnen zeggen. En bedankt daarvoor, melig of niet.