Elbow - Ouderwetse degelijkheid

Club 69, Antwerpen, 20 maart 2014

Sinds de release van hun grote doorbraakalbum ‘The Seldom Seen Kid’ in 2008 speelde Elbow een keer of tien in België, waaronder drie keer Club69 van Studio Brussel en drie keer op Rock Werchter. Die derde keer Rock Werchter in 2012 was weinig memorabel, maar verder zijn concerten van Elbow altijd sterk en altijd een belevenis. Zo ook hun derde keer Club69, al hadden wij toch op iets meer bijzonders gehoopt gezien de bijzondere setting.

Elbow - Ouderwetse degelijkheid



Elbow is een fenomeen. Hun doorzettingsvermogen en koppigheid zouden een voorbeeld moeten zijn voor elke andere groep. Sinds 2000 leveren ze kwaliteit. Moeilijke, lange, subtiele songs vaak waarvoor de luisteraar geduld moet uitoefenen. En dan kwam daar plots One Day Like This, die hit, dat anthem. De bal ging aan het rollen en de laatste jaren lijkt Elbow bijna veroordeeld tot het spelen in arena’s, een gegeven dat voor- en nadelen heeft, maar toch meer na- dan voordelen.

‘The Take Off And Landing Of Everything’, de zesde van Elbow, is geen arenaplaat en net daarom is het zo jammer dat Elbow in Club69 weliswaar indruk maakte met die nieuwe songs, maar daarnaast ook niets echt bijzonder deed met de setting die hen was toebedeeld, de helft van hun discografie links liet liggen – de eerste helft – en dat er zo weinig vernieuwing zat in hun setlist ten opzichte van de shows van de laatste jaren. Soms deed Elbow ons zelfs denken aan een jukebox. Een goed gerodeerde jukebox weliswaar, maar nog altijd een jukebox.

En natuurlijk was het goed. Elbow staat voor ouderwetse degelijkheid op het podium, alle noten van Guy Garvey zijn loepzuiver en Garvey is tevens de meest aimabele der frontmannen. De single New York Morning mocht aftrappen en dat was knap, een song voor de Elbow-eeuwigheid. Maar meteen daarna al volgde het “handjes-in-de-lucht”-anthem Open Arms, een nummer dat we weliswaar kunnen waarderen, maar waar we nooit helemaal fan van zijn geweest. We hadden dan liever pakweg The Everthere, Any Day Now, Switching Off of Scattered Black And Whites in de setlist gezien.

Charge vervolgens bleek met zijn wel zeer aanwezige strijkers in de tweede helft van de song opnieuw een hoogtepunt, net als de nieuwelingen Fly Boy Blue / Lunette en Real Life (Angel), twee nummers die in twee delen zijn opgedeeld en waarbij het tweede deel een duidelijke meerwaarde biedt aan het eerste. Twee meesterwerken ook.

Nog een nieuwe en nog een hoogtepunt was het melancholische My Sad Captains met die prachtige blazers op de achtergrond. En poëzie en bombast werden nooit mooier verenigd dan in The Loneliness Of A Tower Crane Driver. Met het monumentale The Birds, het lieflijke Mirrorball en de mokerslag Grounds For Divorce werd een einde gebreid aan de set en na een lange pauze mochten de meest bizarre nummer 1-hit uit de geschiedenis van de hitparade Lippy Kids en de grote hit One Day Like This als afsluiters fungeren.

Niets dan goeie songs, niets dan klasse op het podium. En toch bleven wij een beetje op onze honger zitten. Omdat het afwisselen van een nieuw nummer met een bekender nummer in de eerste helft van de setlist een beetje berekend aandeed en omdat er een zekere voorspelbaarheid in de concerten van Elbow sluipt. Elbow weet dat het grootste gedeelte van hun publiek hen pas kent sinds ‘The Seldom Seen Kid’ en houdt daar rekening mee. Sympathiek, maar ook een beetje heel jammer.

20 maart 2014
Geert Verheyen