Elbow - Ongezien gezellig Vorst

Vorst Nationaal, 8 november 2011

Dat Elbow reeds twintig jaar bestaat, daar trokken we onze wenkbrauwen toch even van op. De band zelf ook toen heel Vorst hen dat uitbundig toezong. Het is pas sinds de laatste twee albums dat ze echt aan de oppervlakte van de grote poel, genaamd showbizz, kwamen drijven. Toch stonden ze zo ontspannen op het podium dat die jaren zeker niet voor niets geweest zijn: kunde en ervaring waren namelijk met overschot aanwezig. Dat hun passage dan ook uiterst aangenaam was, was dan weer geen verrassing. Met stijl pakten ze Vorst Nationaal helemaal in.

Elbow - Ongezien gezellig Vorst



Zo werden er voor aanvang enkele portretschilderijen van de bandleden geprojecteerd waarin die even onberispelijk zaten te wachten als ze later op het podium zouden stappen. Traditiegetrouw werd met The Birds gestart, een ideale opener om iedereen (de hele bezetting, inclusief viool) crescendo in te spelen.

Eens het toerental gehaald was, nam gitarist Potter de hoofdrol voor zijn rekening in The Bones Of You. Ook Elbow speelt dus blijkbaar een hit als tweede nummer. Qua sfeer werd er dus meteen stevig moeite gedaan met Mirror Ball als exponent. De hele zaal werd in een donkerblauw licht gedompeld met de schitteringen van een discobal, waardoor wij ons ergens diep in de oceaan waanden. Het strijkerstrio zorgde zorgvuldig voor een integere soundtrack.

Van donkerblauw ging het naar vurig rood met Neat Little Rows. De hoge pianotokkels zorgden voor een onvermijdelijke, zachte toets langsheen de melancholische refreinen. De heerlijk meeslepende brug maakte van dit lied een echt livenummer zoals dat hoort te zijn.

Ondertussen haalde Guy Garvey alles uit de kast om telkens weer alle handen in de lucht te krijgen, zelfs tot vervelens toe. Een zangles aan het begin van Grounds For Divorce kregen we er gratis bij.

Tijd voor meewiegen was er dus genoeg, zeker bij The Loneliness Of A Tower Crane Driver en The Night Will Always Win. Aan een soort van kickertafel namen de vier muzikanten plaats met elk een miniklavier voor zich. Zo ontspon er zich een zeer mooi tafereel: gevoelige pianotonen en Garvey met de ogen gesloten kregen de zaal muisstil, een trucje dat ze later nog eens moeiteloos overdeden bij A Friend Of Mine.

Een zeer goedgeluimde Garvey entertainde Vorst met de meest hilarische bindteksten in jaren. Onderhoudend enerzijds, maar anderzijds spijtig omdat we op die manier zo uit de sentimentele sfeer werden weggeplukt.

Via The River was het tijd voor een reeks milde hoogtepunten: Dear Friends (opgedragen aan de trouwe manager) en Lippy Kids (nergens anders zo ontvangen als hier, ook al is het geen single). Beiden zorgden voor zowel spanning in de muziek als in de lucht. Noem ons maar eensde laatste keer dat u zorgeloos luidop fluitte. In ons geval was dat tijdens Lippy Kids.

Wanneer daar een miniversie van Weather To Fly aan vastgeknoopt werd, kon deze avond voor niemand nog stuk. Ook (of vooral) Open Arms kreeg heel Vorst over zich heen met meezinghymnes die bijna stadionallures aannamen.

De bis werd ingezet door het aandoenlijke Starlings, triomfantelijk in gang geblazen door trompetgeschal. De mooiste crescendo gitaar-pianocombinatie kregen we tijdens Station Approach te horen, hoewel ze nochtans voornamelijk het werk afzonderlijk opknapten. Ironisch genoeg werden de anders zo bombastische zanglijnen net dan vervangen door een soort van eentonig afdreunen.

One Day Like This kreeg een extra lange versie en deed iedereen nog eens uitbundig meezingen vooraleer de spots der realiteit terug aansprongen. Want onze twijfels of deze grote, kille zaal wel gezellig kon zijn bleken helemaal niet terecht.

8 november 2011
Ben Moens