El Fish - Hopelijk niet te eenmalig
Ancienne Belgique, Brussel, 3 oktober 2011
Laten we even heel eerlijk zijn: de meeste bluesgroepjes zijn toch veredelde covergroepjes, die het twaalfmatenschema op quasi dezelfde manier invullen en waarvan je de volgende noot van de gitaar- of mondharmonicasolo zo al kan raden. El Fish was dan ook een verademing in de jaren negentig, toen zij heel succesvol blues met rock en funk mixten tot iets herkenbaars en origineels. Wij sprongen dan ook een gat in de lucht toen het nieuws van hun eenmalig reünieconcert ons bereikte. En zo zaten wij op een broeierige oktoberavond in een uitverkochte AB en hadden er geen seconde spijt van.

Over de plaat van Barefoot and the Shoes waren wij vrij enthousiast. En ook live blijken ze hun mannetje te staan. Hoewel ze op een kluitje tussen het materiaal van El Fish stonden, zat er toch beweging en een heel naturelle présence in hun optreden. Prospèr en If I Am Getting Old bleven bij een groot deel van het publiek hangen, vermoeden we. Alleen jammer van die cover van All Along The Watchtower: de versie van Hendrix werd iets te getrouw aangehouden en een echte meerwaarde vonden we niet. Soit, we waren opgewarmd voor het grote werk.
Als El Fish een reünie houdt dan gebeurt dat grondig, en de beide drummers, die bij de band speelden, kregen elk hun kit. Met People In Traffic en Hikin' Blues zat de swampsfeer er meteen in en het contrast van de donkere sound van Look At Ch Run met de heldere stem van Filip Vandecasteele zorgde al snel voor een hoogtepunt. Tijdens Lucky - waarbij Jan Ieven zijn bas ruilde voor een tuba en Steven De bruyn de outro op een kazootje blies - scheen het ons toe dat dit een niveau van eigenzinnigheid en muzikaliteit is, dat dEUS al jaren niet meer bereikt, terwijl El Fish het zonder pretentie en voor de fun wèl deed.
Nog meer geslaagde geestigheid als er tijdens Ticketman een kom met lepels gebruikt werd als percussieinstrument; het nummer eindigde met gruizige hardrockgitaren. Helemaal genieten werd het bij de pompende basriff van Strange Situation - een versie die veel grootstedelijker klonk dan op de plaat. Geen Chicago of New Orleans, dit was New York. Vooral bij nummers uit de debuutplaat, zoals Phil's Swing en het enthousiast onthaalde Your Funeral And My Trial, werd er vrij klassiek gebluesd. Als er al ergens een rustig of minder boeiend gaatje viel in het optreden, was het daar.
Steven De bruyn vertrouwt ons toe dat Walter De Padua - de Dr. Boogie van Classic21, u moet echt eens luisteren - Visit Dr. Boogie niet zo goed vond tot ze er een heel klassieke versie van maakten. Wij werden gelukkig getrakteerd op een authentieke El Fishbewerking. De achtenzeventigtoerenpuristen kregen er misschien nog grijzer haar van, maar wat ons betreft mocht de blues toch ook in deze eeuw nog wat leven in plaats van alleen maar te overleven. Waarom inderdaad geen bluesje over de man bij de kopieermachine (Copydog) of onversneden rock-'n-roll op Shake'm? Dit is niet Filip Casteels, dit is Little Richard in z'n jonge jaren.
Lack Of Time was beklijvend met die spooky omnichord en een washboard als percussie. Rail Love Song evolueerde naar fusion om te eindigen in pure Stray Catsstijl met stomend gitaarwerk. Hangin' Over klonk nog altijd gedreven en fris, en tijdens Bop T Drop moesten we lachen met die zaal wiegende kopjes. De zaal schreeuwde honderdenacht decibel bij elkaar voor een bisronde, waarbij Roland snel na zijn werkzaamheden bij de KVS kwam binnengewipt voor een spontane jam waarbij de gitaren even op duellerende banjo's leken.
Toen de lichten aangingen en lang daarna waren we nog blueslickjes aan het neuriën. We bleven achter met één raadsel en één stille hoop. Het raadsel is waarom er op onze platen van El Fish ondertussen zo 'n laag stof geraakt is. En de hoop is dat "éénmalig" erg relatief zal zijn. Nu zelfs de relativiteitstheorie op de helling lijkt te staan, is alles mogelijk.