Eefje De Visser - Zelfbewust genieten
Vooruit, Gent, 31 maart 2016
Eefje De Visser is een bijzondere artieste. Ze slaagt er al drie platen lang in een eigen geluid te brengen, een geluid dat bovendien bij elke plaat subtiel een nieuwe weg lijkt in te slaan zonder aan herkenbaarheid in te boeten. Op haar recente album ‘Nachtlicht’ giet ze een broeierige, diepgaande en gelaagde saus over haar weemoedige indiepop en daar werden wij helemaal door overdonderd. Benieuwd of ze ons daar ook live mee van de sokken kon blazen.
Luwten mocht vooraf opwarmen. Met donkere, weemoedige elektrofolk met weerhaakjes, die erg aan Daughter deed denken, maar toch met beide voeten op de grond bleef, deed de band dit alvast met verve.
Eefje De Visser bleek van bij aanvang letterlijk, maar ook figuurlijk, het middelpunt op het podium. Bij de ingetogen openingssong Wakker lag de aandacht zeer sterk op haar, maar geleidelijk kwam de band erbij zonder het magische momentum te doorbreken.
Daaruit bleek dat Eefje De Visser doorheen de jaren steeds meer en op natuurlijke wijze een band geworden is. De weemoedige overpeinzingen van Eefje worden heden ten dage goed ingeduffeld in ruime arrangementen en aangevuld met subtiele elektronica. De band speelde strak en draaide er de hand niet voor om om van de studioversies af te stappen zoals bij klassiekers Uit de lucht dat een sec elektrojasje aangemeten kreeg en de vloeiend in elkaar overlopende en naar een climax toegroeiende Er Is en Trein.
Er werden ook met de regelmaat van de klok eigenzinnige accenten in de nummers gestopt. In het groovende Mee zorgden de handclaps voor dat extraatje, maar ook de opkomende synths naar het einde waren van tel. In De Bedoeling zorgde de subtiele vibrafoon en verrassend diepe bas voor opvallende accenten.
We kregen eigenlijk een bezielde set voor de voeten waarin beats de vrijheid kregen zonder plat te worden en waarin nog voldoende ruimte gelaten werd aan melodie en weemoed. Stof, Naartoe, Jong en Staan brachten ons op die manier in broeierige clubsferen.
Het mooie was dat er ook van tijd tot tijd ingehouden kon worden. Luister was zo een rustpunt, maar wel één waarbij de spanning om te snijden was. Tijdens Wel stelde De Visser zich dichtbij pianiste Annelie De Vries op voor een intiem, maar bloedmooi moment.
De dromerige afsluiter Scheef teerde aanvankelijk puur op percussie en elektronica, maar naar het einde toe bouwde de volledige band op naar een stevig slot.
We kregen nog een harmonieus, rond één micro gecentreerd Nee Joh in de bisronde, maar vooral het funky Hartslag zorgde ons nog een laatste keer voor kippenvel met een wel heel diepgaande en meeslepende outro.
We zagen Eefje De Visser al een aantal keer live de afgelopen jaren en zelden bleek een artieste zo sterk en straf geëvolueerd; van de onwennige, onzekere solo-artieste toen naar de zelfbewuste, genietende frontvrouw die ze nu is. Ze bezorgde ons al de plaat van het jaar en bij dezen lijkt ze ons ook het concert van het jaar te hebben voorgeschoteld.