Dranouter 2015 - Man down

Dranouter, 9 augustus 2015

“In de muziek bestaan ook veel racisten” zong Raymon Van Het Groenewoud jaren geleden, maar op Dranouter is daar geen plaats voor. Traditionele folk staat hier naar pop, rock, jazz, wereld, kleinkunst en dies meer. Het draag allemaal bij tot de positieve vibe van het festival. Zeker op dag twee was het aanbod zo gevarieerd als het buffet in een viersterrenhotel. 

Dranouter 2015 - Man down



Op een van de nieuwe podia: Klakeye stond de winnaar van de muziekwedstrijd voor folk van Muziekmozaïek Elllis – ja hoor, met drie dezelfde medeklinkers in het midden, wat staat voor Liesbet, Linde en Liesbeth.

Een storm als Laïs destijds zullen ze wel niet meteen ontketenen, daarvoor is de folkboom al te lang geleden, maar verder hebben deze drie frisse dames wel even gouden stemmen – elk met zijn eigen kleur– die zo gemakkelijk samen klinken dat je je afvraagt waarom iedereen verschrikt naar je kijkt als je zelf spontaan mee te zingen met hun goedgekozen covers uit de country- en vooral bluegrasstraditie. Naast de honingzoete kelen biedt Elllis ook speelplezier en meer moest dat niet zijn zo op het middaguur.

Zo lieflijk als Elllis was, zo overweldigend was Treacherous Orchestra in de grote tent. Deze Schotse superband werd aangekondigd als een complete voetbalploeg en ja, ze waren met elf, maar de kracht die er vanuit ging was eerder die van een rugbyteam.

Platgewalst werden we door een scrimmage van stomende eigen songs en folktraditionals. Ook al spelen de leden vooral op traditionele instrumenten als accordeon, whistles, fiddles, banjo, bodhran en staande bas, toch klonken ze bij tijden als een heavy metal monster. Gezicht van de band, Ali Hutton, tooide de banner aan zijn uilleann pipes dan ook toepasselijk met doodshoofden en tussen twee gigs door was hij niet vies van een staut die hij ad fundum binnen kapte. De tent golfde zo al vroeg op de dag op en neer en iedereen brulde aan het eind vrolijk mee: “Daddy would you like some sausages!?”

Ongeveer dezelfde uitgelaten sfeer, met andere tunes bij De Temps Antan. Hier wel maar drie man op het podium, maar meteen werd duidelijk waarom het net de Canadezen waren die grote delen van Vlaanderen bevrijd hebben. Onstuitbaar speelden ze gitaar, diatonisch accordeon, viool en bouzouki, ondertussen zonder ophouden met de voeten stampend (zeg maar trappelend). Dat voetenwerk had ook daadwerkelijk een functie, want via een soort matje werd het versterkt om zo als ritmesectie te fungeren. Enkel in Franssprekend Canada wordt deze techniek gebruikt. Beetje vreemd, want het is erg opzwepend en iedereen gaf zich vrolijk over aan deze mannen uit Quebec.  

Na al dat folkgeweld was het tijd om even bij te komen bij Jonas Winterland die twee jaar geleden nog voor honderd man zijn liedjes bracht in de kleine tent van Muziekmozaïek, maar nu met gemak de grotere Nekkatent vulde. Wat zeggen we: de tent was veel te klein en buiten stonden dan ook nog vele gegadigden vertwijfeld te kijken of er nog een opening was in de massa. Helaas, “In de lage landen, rijden wij ons vast” zong Winterland in zijn opener De Zwaartekracht en wij waren gestrand in deze tent, maar dat was absoluut geen enkel bezwaar. Wat kan deze man toch knap gevoelens in woorden gieten en ook muzikaal (vandaag ondersteund door toetsenis Jan Borré en celliste Renke Van Impe) klinkt alles heel verzorgd en bloedmooi.

“Ik ben niet echt een verspreider van De Blijde Boodschap” zei Winterland vol zelfkennis, maar toch viel er heel wat te lachen, vooral tussen de liedjes door. Zoals wanneer een groupie (jawel!) om zijn hemd vroeg of wanneer Van Impe haar eitjes bovenhaalde en Winterland zei dat het geen zicht zou zijn, mochten hij of Borré dat doen. En als het allemaal toch wat zwaar werd, speelde het trio gewoon een cover van Van Het Groenewoud (Warme Dagen). Topconcert!

Terug tijd voor folk daarna met “het huisorkest van Dranouter”: Kadril. De groep folkrockers is al bijna veertig jaar bezig, maar weet nog steeds een geweldige drive te ontwikkelen. Met Karla Verlie hebben ze eindelijk ook een zangeres die bij hun leeftijd past nadat ze eerst Eva De Roovere, Mariken Boussemaere, de meisjes van Ialma en Alumea en ook nog even Szilvia Bognár en Heather Grabham achter de microfoon plaatsten.

Uiteraard passeerden er een aantal nummers uit hun laatste cd ‘Archai’, maar er was ook plaats voor klassiekers zoals Luiaardsgild en Louise. Tussendoor kon u ons zien dansen op de jig, de bourrée en de andro. Op Deze Goden waagden we ons zelfs aan een scottish en met wat gefoefel lukte dat aardig. We kijken al uit naar het verjaardagsjaar van deze toffe groep.

Daarna werd de folk aan de kant geschoven, toch voor wat betreft het hoofdpodium. Daar genoten we van een weer in grote vorm verkerende Lara Chedraoui van Intergalactic Lovers. Met een stralende glimlach, haar typische, expressieve hand- en armbewegingen en natuurlijk ook de muziek pakte ze het Dranouterpubliek vlot in.

“Voor de mensen die niet gelukkig zijn, heb ik slecht nieuws”, zei de innemende frontvrouw. “Het gaat hier nog een tijdje duren en je kan de tent niet meer uit”. Ons zou het een zorg wezen. We namen graag mee de Northern Rd want die leidde tot een feel good concert vol mooie nummers en zelfs een knuffelrockmoment (dat wel even werd uitgesteld omdat Chedraoui even vergat dat ze eerst Shewolf nog moest brengen vooraleer ze Bruises mocht brengen. Het leverde ons als bonus nog een giechel op.

Ook opmerkelijk: Philipp Weies was er niet bij, maar de geluidstechnicus mocht zijn plaats innemen en deed dat voortreffelijk. Niet Delay, maar wel Obstinate Heart sloot de reguliere set af, maar er was nog tijd en vraag naar een bisnummer, dus kregen we ook nog The Fall. Ondertussen was Dranouter inderdaad gevallen voor deze band.

Afwachten of Triggerfinger ook zou aanslaan bij het Dranouterpubliek dat toch grotendeels bestaat uit jonge gezinnen, oude en jongere geitenwollensokkers en meerwaardezoekers. Maar dat bleek geen probleem. Ruben Block, strak in het pak en met zijn gouden schoenen aan, monsieur Paul met zijn onafscheidelijke zonnebril en Mario Goossens walsten de grote tent gewoon plat en zorgden er mee voor dat deze dag werd uitverkocht.

Ze werden nog braafjes aangekondigd door Jan De Smet die hun monsterhit Follow Rivers van een nieuwe tekst voorzag, maar dan barstte het geweld los. In Black Panic vluchtte iedereen die in een kampeerstoeltje had plaatsgenomen de tent uit en zo had iedereen met een rockhart plaats om zich volledig te laten gaan.

Tot On My Knees was er nauwelijks tijd om adem te nemen, maar My Baby’s Got A Gun betekende toch even een – zij het sinister – rustpunt vooraleer ook dat nummer openbarstte. Met de song knoopte Triggerfinger de band met het folkpubliek even aan door te vermelden dat het gebaseerd is op eentje van Son House, maar daarna sprong hij in zijn Camaro en scheurde hij er weer vandoor, de wit-roze gitaar in de nek gooiend terwijl Goossens zijn cymbalen een paar kopstoten gaf.

Let It Ride stoomde nog wat verder door en stilaan bereikte de tent zijn kookpunt. Dat kwam er met All This Dancing Around dat werd onderbroken met een geweldig showmoment: monsieur Paul en Block lieten Goossens alleen achter voor een minutenlange solo waarbij zij terugkwamen met elk een spotlicht. Block kroop bovenop de toren versterkers en belichtte zijn drummer van bovenuit terwijl de bassist voor zijwaarts licht zorgde. Straf!

Tijdens Is It kroop Goossens dan zelf ook nog eens bovenop zijn drumkit om wat te shaken met zijn gat. Als bisnummer verwachtte iedereen zich aan Follow Rivers, maar Triggerfinger koos eigenwijs voor die andere – door velen verguisde cover: Man Down. Man down, gordijnen ook.

Marc Alenus, Lieve De Pesseroey

9 augustus 2015