Dranouter 2013 - Perfecte festivaldag

Festivalweide, Dranouter, 5 augustus 2013

Dranouter blijft een festival met een geheel eigen smoel in het enorme aanbod dat ons landje rijk is. We trekken dan ook graag elk jaar naar het verre Heuvelland om naast de bands waar we vaker over berichten ook eens iets anders te horen.

Dranouter 2013 - Perfecte festivaldag



We hadden hier graag bericht over Daan die zich een dag voor het Linkerwooferdebacle, afgaande op de recensie van Focus Knack nog wel in zijn sas voelde, maar op vrijdag waren wij nog gewoon aan het behangen. Ons verhaal begint dus op zaterdag en wel met Amatorski in de Kayam.

Lag het aan ons? Maar wij hadden het gevoel dat de sprookjesachtige muzikale speeltuin van Inne Eysermans en co altijd net buiten bereik bleef ook al loerde het ondeugende logo van Dranouter als een boosaardige kabouter over haar schouder. De fijne details van hun arrangementen verdronken in het getater van het publiek en het minder goed afgestemde geluid. Pas wanneer de apaten weg waren en/ of in slaap gesukkeld en het geluid beter werd, openbaarde zich de pracht van het delicate, filmische muziek die aan het eind overigens nog serieus aanzwol tot onweerachtige proporties.

Sorry, Oscar And The Wolf, maar als een insiderstip ons een winnaar van de Mercury Prize aanprijst die bovendien ook nog eens niet in het programmaboekje blijkt opgenomen, trekken wij daarheen ondanks onze eerste plannen. Sam Lee blijkt te beschikken over een geoefende stem en zingt op een manier die volledig ingebed is in de Britse folktraditie. Zijn arrangementen daarentegen doen heel experimenteel en gecompliceerd aan. Nochtans gebruikt heel ongewone, traditionele instrumenten zoals de Japanse Koto en de Indische Shruti. Ook boeiend zijn de verhalen rond de songs die hij oppikte bij de zogenaamde Travellers (een Britse zigeunervariant). Dit zullen we toch een paar keer moeten horen om het te kunnen waarderen. Hadden we dan toch onze planning moeten volgen?

Waar niets gecompliceerd aan was, was aan de Bluegrass van The Broken Circle  Bluegrassband, maar de Kayam liep ondanks het vroege uur helemaal vol. Misschien wel om Johan Heldenbergh en Veerle Baetens te zien, de sterren uit de succesvolle film, maar ook omdat de liedjes uit die soundtrack echt aanspreken. Het publiek zingt massaal mee vanaf de eerste noot van Will The Circle Be Unbroken en op de instrumentale nummers die de getalenteerde tokkelaars er tussen smijten, wordt meegestampt en –geklapt. Heel Heuvelland lijkt country in de genen te hebben. Vader en zoon Eriksson trekken grote ogen en Heldenbergh geeft luidop enkele keren uiting aan zijn ongeloof. Op een paar schoonheidsfoutjes (vooral van Heldenbergh) na is dit optreden puur genieten en nu weten we ook wat een “salty dog” uit de gelijknamige song is (een matroos die zo geil als wat van een zeereis terugkeert).

De rest van de avond brachten we door in de Clubtent. Daar zagen we eerst Ewert and the Two Dragons uit Estland aan het werk. Zij begonnen hun set voor een bijna lege tent, maar kregen wel meteen een paar hardcore fans aan het dansen en ze maanden zelfs het aanwezige persgild in de frontrow aan tot meezingen bij het titelnummer uit hun debuut ‘The Hills Behind The Hills’. Stilaan liep de tent dan ook voller om met ons te genieten van prachtsongs als Picture. Waarom is deze band nog niet bekender bij ons, vroegen we ons af. Hun ‘Broken Border Award’ was alvast terecht. De twee akoestische gitaren geven hun pop een lichte folktoets mee zoals in Sailor Man, maar de pompende drums en de vocalen laten hen groots klinken zodat ze makkelijk grote podia zouden moeten aankunnen. Voeg daarbij hun looks en hun aanstekelijk enthousiasme en je hebt een prima act.

Stornoway, de volgende band op het clubmenu, stond perfect geprogrammeerd op dit festival waar folk en pop, maar ook Balkan en meer experimentele muziek in een prachtig kader wordt gezet. De Britten beschrijven in hun songs vaak het Engelse platteland en andere streken waar ze doorheen trokken. Wedden dat Dranouter Brian Briggs inspiratie opleverde met zijn zachte heuvels, zijn spannende luchten en zijn kleine soldatenkerkhof? Dezelfde Briggs zong zoals altijd de ziel uit zijn lijf en dat konden vooral de jonge vrouwelijke fans van de eerste rij zeker waarderen. Na het solo en akoestisch gebrachte November Song kondigde Here Come’s The Blackout  het energieke slot aan met meezingers als I Saw You Blink, Zorbing en Wathing Birds.

En wie beter dan The Oysterband om de Club af te sluiten op deze fantastische festivaldag waarop alles meezat: de muziek, de omkadering, het uitgebreide (vaak gezonde) voedselaanbod, de frisse pinten, de enthousiaste en vriendelijke vrijwilligers en zelfs – voor het eerst in jaren – het weer. Vrijdag speelden ze nog begeleidingsband voor de legendarische June Tabor, maar nu mochten John Jones en co uit het eigen uitgebreide repertorium putten dat ze sinds 1978 op twaalf albums vergaarden. Jones genoot zichtbaar van de respons van het publiek op zijn vaak politiek getinte, maar makkelijk meezingbare songs. Put Out The Lights  sloot als tweede bisnummer deze avond voor ons af. Wie nog eens goed wou feesten, kon dat met de balkanbeats van Shantel & Bucovina Club Orkestrar.

5 augustus 2013
Marc Alenus