Down The Rabbit Hole 2015 - Relaxed feest

Groene Heuvels, Beuningen, 23 juli 2015

Eén van de grote troeven van Down the Rabbit Hole is dat het dit jaar grote namen kon bieden (Flying Lotus, Iggy Pop etc.) zonder in te boeten op sfeer en gezelligheid. De ruime camping lag naast de ingang van het festival, drank mocht je meenemen op de weide, geen lastige en ladderzatte tieners, een respectvol publiek, geen draconische veiligheidsmaatregelen, veel groen, mooie bouwwerken en tenten, plaats en ademruimte… Bovendien bleken vorig jaar de kleine namen een grote meerwaarde te bieden.

Down The Rabbit Hole 2015 - Relaxed feest



Dit jaar waren het noch de kleine, noch de grote namen, maar wel de middelgrote bands die het verschil maakten, denk aan Goat of The Gaslamp Killer Experience. De vele zijfeestjes waren van een iets minder niveau. Het Vuige Veldje, vorig jaar een soort park met campers en indierock dj’s werd nu bezet door een soort van danskooi. Waar je vorig jaar niet te hard mocht dansen om de naald van de platendraaiers niet te doen verspringen, was alles nu voorzien op een massa, de charme was er een beetje af.

Dag 1: Slecht geluid, oké bands

Aftrappen deden we met duo Death from Above 1979. Meteen viel op dat de sound heel noisy was. Er stond zoveel distortion op de bas dat amper uit te maken viel wat nu precies werd gespeeld. Nu hoeft dat op zich geen probleem te zijn, bij punk/noise bands primeert kracht nu eenmaal op definitie. Het laatste album van het tweetal, ‘Physical World’, is echter een vrij catchy album (denk maar aan Trainwreck) waar de lawaaierige kant een kleinere rol speelt. Veel nummers leden dan ook erg onder de dikke laag noise zodat het geheel erg monotoon overkwam en naar het einde toe zelfs saai werd.

De schuld hiervoor valt niet helemaal op Death From Above 1979. Het geluid was het hele festival door erg slecht. Midden vooraan in de tenten was de enige plek waar hoge tonen hoorbaar waren, de bassen stonden overal, in elke tent, veel te luid. Voor een festival ter grote van Down the Rabbit Hole, georganiseerd door een mastodont als Live Nation, is dit een regelrechte schande. Als je concerten regelt over de hele wereld voor monstergroepen is kennis over hoe een band deftig te laten klinken vrij basis me dunkt. Of het nu aan de mensen of het materiaal lag, dit mag niet gebeuren.

Bij Flying Lotus was het van hetzelfde laken een broek. De bassen stonden loeihard (niet meteen een probleem) en de midden- en hoge tonen vielen veelal weg (groot probleem). Desalniettemin slaagde het genie uit Los Angeles erin een meer dan goede set te verzorgen. Deze set was heel heterogeen, Fly Lo experimenteerde als altijd met geluiden allerhande. Uitschieter was Lamar-hit King Kunta, maar ook elders in de set ging de tent uit haar dak. De Hypercube, een kubus van projectieschermen die een 3D effect veroorzaakt, was ook op Down the Rabbit Hole van de partij. Het ding, dat garant staat voor een spectaculaire visuele show, vulde de muziek goed. Erg jammer dat Fly Lo voor het donker moest aantreden.

Throes + The Shine bracht in de kleine Fuzzy Lop tent haar mix van kuduro en rock. Een drum, een ruwe gitaar en wat elektronica trapten het optreden af. Al gauw kwamen de twee Mc’s het podium op om een uur lang onvermoeibaar te dansen en het publiek op te zwepen. De swingende beats dreunden onverminderd door, de set bleef steeds even energiek en kende geen dalen. Hoewel de muziek niet onverdienstelijk en erg dynamisch is, was het toch vooral het MC-duo die dit optreden maakte tot de bal geconcentreerde energie die het was. Niemand stond stil in de tent, niemand verliet de Fuzzy Lop zonder okselvijvers. Eén van de beste bands op het festival en de enige kleine band (die wij zagen) die echt kon overtuigen.

Omar Souleyman bracht op Down the Rabbit Hole zijn elektro met Oosterse invloeden in beperkte bezetting. De traditionele Syrische bruiloftszang werd enkel begeleid door een koppel Korgsynthesizers. Het geheel was muzikaal oninteressant en monotoon. De goedkope synthbeats veranderden amper en de moeilijk hoorbare (opnieuw: slecht geluid!) melodieën waren inwisselbaar. Echt zingen deed Souleyman overigens ook niet. Hij was meer een soort veredelde publieksmenner. Toch werd er gedanst, en veel! Bekendste nummer Warni Warni sloeg meer dan aan. Souleymans verschijning (lang gewaad, zonnebril en Kaffiya) en onderkoelde uitstraling zorgden voor blijvende interesse bij het publiek, dat hem als een soort rariteit bekeek en hem tegelijk op handen droeg. Wij vermoeden dat niemand met verwachtingen voor een hoogstaand optreden afzakte naar de Fuzzy Lop, maar gewoon even wat gek entertainment wilde. In dat geval: missie geslaagd.

Dag 2: Controle en Chaos

De volgende dag begonnen we met Rhye. Noem het misschien een gebrek aan research, maar wij waren verbaasd te zien dat de zanger van het mannelijk geslacht is. De intelligente r&b werd goed gebracht, de bas was ongemeen funky, de zang loepzuiver en getuigend van inleving. De verschillende songlagen werden ook op het podium goed naar voor gebracht. Er leek ook meer aan de hand dan op de plaat, elke muzikant leek zijn/haar eigen inbreng en versieringen te kunnen of mogen brengen. Desalniettemin kwam de show heel beheerst over, hierdoor werd de lijn van de meligheid, waarop ook album ‘Woman’ balanceert, zelden overschreden. De zeldzame momenten waarop er ruimte was voor improvisatie, wanneer de muziek mocht losbreken, waren stuk voor stuk van een ongemeen hoog niveau. Het strijkersduo, de synthesizer, drummer en bassist toonden hun meesterschap en creëerden heel diverse, rijke en funky jams.

Van controle naar chaos. Op zijn tour brengt dj en producer The Gaslamp Killer een hele keur aan artiesten mee, waaronder Kamasi Washington, The Heliocentrics en Amir Yagmai. Hierbij fungeert de Killer als een soort van moderne dirigent die via zijn pc en met zijn beats in interactie gaat met zijn orkest. Het geheel is een warme mix tussen jazz, fusion, wereld en hip hop. De set was heel dynamisch en complex, elke muzikant in het orkest is virtuoos en heeft zijn of haar eigen inbreng. Yagmai speelde een paar zonder meer briljante lijnen. Je moest je hoofd erbij houden om de draad niet kwijt te raken, maar dat loonde meer dan de moeite. Het enige minpunt waren de herhaaldelijke shout outs van The Killer, hoewel terecht, braken zijn constante lofbetuigingen aan het adres van het orkest de set wat.

Ook Goat was erg goed. De Zweden, in volle uitrusting, zetten de versterkers helemaal open en brachten een heel homogene psychedelische set. Nummers als Hide from the Sun werden zonder fout gebracht. Waar de band pas echt excelleerde, was tijdens de meer repetitieve, drone-achtige nummers, wanneer ze de lagere registers opzochten en de djembe’s alle ruimte kregen. Zo was de uitschieter van de set een, naar wij vermoeden, nieuw nummer waarop de wereldelementen nog meer vrij spel kregen en Goat een moderne versie van een tribale dans bracht. De twee wild dansende sjamanen/zangeressen speelden een grote rol, zij hielpen mee een heel dromerige sfeer neer te zetten en ook visueel te vertalen.

Iggy Pop sloot de dag af met een wat lauw optreden voor een volgelopen hoofdtent. Hij begon nochtans goed. De eerste drie nummers I Wanna Be Your Dog, The Passenger en Lust for Life werden energiek gebracht en zorgden voor een knal van een opening. Daarna verwaterde de set echter gauw, minder bekend werk werd met weinig zin of energie gebracht en zijn met fucks gelardeerde bindteksten klonken wat potsierlijk. Het was een erg rare keuze om de grootste hits eerst te brengen, misschien wist de 68-jarige dat hij het uur niet met evenveel energie kon volmaken en wilde hij op zeker spelen?

Dag 3: Zeeziek en Klassiek

De derde dag opende met Max Richter, de neoklassieke componist waar wij reikhalzend naar uitkeken. Richter bracht voor dit optreden een strijkkwintet mee. ’s Mans set was onderverdeeld in twee delen. In het eerste speelde hij nummers uit 'The Blue Notebooks', in het tweede nummers uit 'Infra'. Opener On the Nature of Daylight werd met erg veel gevoel gebracht en wist de tent meteen stil te krijgen. De volgende nummers uit 'The Blue Notebooks' werden goed vertolkt, maar misten dynamiek. Je zag dat een festival niet de habitat was van de muzikanten. Hun verwonderde blikken waren aandoenlijk. Misschien was de plek ook meteen de verklaring voor het worstelen met de dynamiek. Een festival en een zaal geven dag en nacht verschil qua klank, zeker voor klassieke muziek. De nummers van 'Infra' werden met meer passie gespeeld. Richter maakte echter de bizarre keuze om een paar stukken uit ‘Infra’ te pikken en geen aaneengesloten deel te spelen, hierdoor werd dit deel heel onsamenhangend. Op een bisnummer waren Richter en de zijnen helemaal niet voorbereid, ze speelden dan maar On the Nature of Daylight een tweede keer, maar de impact was een pak kleiner dan de eerste keer; een beginnersfout. Ondanks de onwennigheid en de rariteiten kweten deze vreemde eenden zich goed van hun taak. De muzikanten waren erg goed op elkaar ingespeeld en ondanks het vroege uur en het daglicht werd er genoeg sfeer gecreëerd om het publiek wat te laten wegzinken.

Iets later speelde Young Fathers, een hiphop/pop groep uit Schotland. Dreunende beats werden aangevuld met rhymes of zang van een nogal boysband aandoend trio. De drie hadden echter geen flow. Het leek meer alsof ze hier en daar een aantal woorden riepen dan dat ze echt aan het rappen waren. De samenzang was abominabel, afgezien van het feit dat de stemtimbres niet bij elkaar pasten was ook de toonvastheid ver zoek. De podiumact was duidelijk voor het grootste deel ingestudeerd en kwam daardoor houterig over.

Che Sudaka is een Zuid-Amerikaanse punk/ska/cumbia band met basis in Barcelona. De muziek die ze maken is allesbehalve origineel, de gebruikte progressies en akkoordenschema’s zijn er van dertien-in-een-dozijn, de beats (ze spelen met drummachine) doen erg goedkoop aan. De band slaagde er echter wel in het publiek op te zwepen. Door de drummachine, die aanhouden beats bleef afvuren, had de band geen andere keus dan het hoge ritme aan te houden. De Zuid-Amerikanen hadden hier schijnbaar geen moeite mee. Met meer dan duizend optredens op de teller hoeft dit ook niet te verwonderen. Het spelplezier was voelbaar en dat deed de mainstage, aanvankelijk maar voor een derde gevuld, al gauw vollopen voor dit Manu Chao light.

Hierna was het de beurt aan Seasick Steve. De bluesman was de dag ervoor al gearriveerd en struinde rustig rond op het festival. Samen met zijn drummer en een hele verzameling gitaren betrad hij het podium. Hoewel hij net een nieuwe plaat uit heeft ('Sonic Soul Surfer'), bracht hij opvallend weinig van dat nieuw materiaal, singles Barracuda ’68 en Summertime Boy werden gespeeld, maar daar bleef het ook bij. Als vanouds werden geen tierlantijntjes, hopen effecten of ander extravaganza bovengehaald. De nummers zijn simpel en dat is de show ook: gewoon bluesrock nummers en een paar anekdotes hier en daar. De kracht van het optreden ligt niet in vernieuwing, complexiteit of beheersing, Seasick Steve steunt op geloofwaardigheid. De twee dronken zeventigers op het podium waren ook echt en wisten het publiek in te pakken. Daarbovenop hadden ze het zelf ook heel erg naar hun zin. Het was geen beklijvend of grensverleggend optreden, het was wel gewoon leuk, iets waar Iggy Pop een voorbeeld aan kan nemen.

De laatste act van het festival was The War on Drugs. De band brengt classic rock met een psychedelische toets. Ondanks haar populariteit kon ze ook live niet overtuigen. De muziek zelf is, hoewel groots en met veel instrumentatie gebracht, vrij saai en dat kon voorbije zondag ook niet weggestoken worden. De set kende erg weinig dynamiek, de epische momenten bleven beperkt tot nogal cliché gitaarsolo’s waar veel te veel reverb op stond, de dromerige momenten kabbelden niet. De nogal vlakke set kende geen randjes. Het ontbrak de band aan elke vorm van inleving. Van een headliner mag meer verwacht worden dan het stoïcijns brengen van de laatste plaat, ‘Lost in the Dream’.

Alles bij elkaar was Down the Rabbit Hole 2015 meer dan geslaagd. Een goede organisatie, vriendelijke mensen, veel sfeer en, vooral op dag twee, een aantal erg goede optredens. Erg jammer dat het geluid vreselijk was. Het is nu aan Best Kept Secret om haar affiche weer op punt te brengen en de 1-1 score weer in hun voordeel om te buigen.

23 juli 2015
Koerian Verbesselt