Dour - Variatie in een dub hoekje
Dour, 13 juli 2022 - 17 juli 2022
Op dag twee van Dour vonden we de variatie die we op dag één zochten. Ze was er al die tijd, maar zat verborgen in een klein dub hoekje. Verder was er nog altijd veel hip hop en DJ's, een ons onbekende superbekende Franse rapper, en wat muziek die als experimenteel kon bestempeld worden, of als parodie.
Hip hop wordt minder en minder gedomineerd door macho's. Maar, stond daar niet op het hoofdpodium een spripteaseuse het beste van haarzelf te geven? Is daar wat male gaze binnengeslopen?
Het was iemand die met de entourage van Lala &ce meegekomen was. Ze had nog kleurrijk volk mee, en die vrolijke bende maakte eenvoudige maar aanstekelijke, luide hip hop. Af en toe werd Lala's stem door de vocoder gesleurd, maar het werkte nooit op de zenuwen. Voor Viral vroeg Lala of het publiek van piano hield, en illustreerde met luchtpiano-akkoorden het instrument, aan de mensen die dat nog nooit hadden gezien. Het blijft de Borinage natuurlijk. Die paar noten werden in een loop gestoken en vormden de basis voor een toch wel mooi nummer.
Van Yves Tumor was het nooit duidelijk waarom hij als experimentele muziek wordt bestempeld op Pitchfork. Die Amerikanen denken allicht dat alles wat niet als Beyoncé klinkt experimenteel is, was de meest plausibele uitleg. Maar, wat de set op Dour als stelling poneerde, is dat niet het geluid maar het concept aan de basis van dat stempel liggen. Meer dan popmuziek is Yves Tumor een totaalconcept dat speelt met de conventies van de popmuziek, en ze uitvergroot tot proporties die vragen oproepen. "Is hij serieus of is dit om te lachen?" was de belangrijkste vraag waar de amateurfilosoof in ons mee worstelde. De gitarist leek uit het decor van Spinal Tap weggelopen, met een versterker die vast tot 11 ging, een V-gitaar en een nekspoiler waarvoor hij uit Europe -de band- zou vliegen, wegens erover. Yves Tumor zelf leek ontsnapt uit een SM-kelder. Hij had een T-shirt aan waarop geschreven stond "lick me", droeg een lederen shortje met een rits in het midden, en daagde het voorste publiek uit om van zijn zweep te komen genieten, een witte vlecht met lederen bandje als uiteinde, dat uit zijn broek hing.
En de muziek? Die leek bijzaak, maar was wel goed. Van bij opener Dream Palette was duidelijk dat de versies die op plaat werden vastgelegd slechts als een ruwe richtlijn zouden worden beschouwd. De nadruk live lag veel meer op gitaar, en op zich amuseren. Een robbertje vechten met de geluidsman, de gitarist wurgen met zijn gitaarkabel, ostentatief een fles mescal uitzuipen, het leek allemaal belangrijker dan een perfect optreden geven. Begrijpen we daarmee beter waarom dit experimentele muziek is? Eigenlijk niet, nee.
Er waren wel meer zaken waar we kop of staart aan kregen. Waarom we niks afweten van Niska, een Franse hitmachine rapper die voor een volksverhuizing richting The Last Arena zorgde. Of waarom voor elke luidspreker in de Dub Corner mensen geplakt staan met hun rug naar de Mc, alsof er een hoger genot te vinden was in de luchtverplaatsing die de bassen veroorzaken, en dat enkel vanop enkele centimeters afstand kan ervaren worden. Dat je er allicht doof van wordt leek niet te deren.
Die Dub Corner is trouwens iets speciaals waarop we hier jaar na jaar vergeten aandacht aan te besteden. Maar Dour zou Dour niet zijn zonder deze bijzondere plek, waar Reggae en Dub worden gevierd onder Rastafari's, liefhebbers en nieuwsgierigen. Dit podium gaat al zo lang mee als we ons kunnen herinneren, en we spenderen er elk jaar wel een stuk van onze tijd. Maar, we kennen de code's niet genoeg, we weten te weinig over deze muziek, voelen ons te onzeker om er veel over te schrijven. Gelukkig kwam Channel One ons wat les muziekgeschiedenis geven. Op één enkele platendraaier speelde selector Mikey Dread vinylplaatjes uit de geschiedenis van reggae en dub. We shazamden Bob Marley (ok, die hadden we ook zonder Shazam kunnen herkennen) en Barbara Naps, maar voor de meeste songs kregen we "kon niks vinden". Om deze muziek verder te verkennen konden we terecht bij een platenstandje achteraan, waar een reeks bestofte vinylplaten aan 10 euro het stuk een portaal naar een andere wereld leken te beloven. Gedurende een korte periode waanden we ons in Jamaica, met vrolijke vredelievende sexy mensen die dansten in het gouden tegenlicht van een ondergaande zon. Of anders hadden te veel mee gesmoord, dat kan ook.
Een moeilijke keuze drong zich op. Dit zonovergoten hemels rijk verlaten voor Makaya McCraven, van wie we fan zijn, of voor Adèle, die eigenlijk het niet te missen concert van deze festivaljaargang beloofde te worden. Naar het Sportpaleis zouden we ons voor de jonge diva niet verplaatsen, maar even naar The Last Arena, dat wel. En het loonde, want deze show was tot in de puntjes verzorgd en af. Niks werd aan het toeval overgelaten, elke beweging, elke klank werd duidelijk duizend maal gerepeteerd en tot in de details gechoreografeerd en ingestudeerd. Met behulp van zes dansers en een gigantisch en uitzonderlijk kwalitief scherm werd de ene hit na de andere gebracht, massaal meegezongen door het veelkoppige publiek. Tijdens Tout Oublier werd het een ware karaoke-show, en werd de tekst met mooie animaties integraal geprojecteerd.
Het was van tijdens The Chemical Brother's in 2018 op ditzelfde festival geleden dat we zo'n indrukwekkend gebruik van een scherm hadden gezien. Het leek helemaal in het decor op te gaan, en wanneer Angèle tijdens Perdus op een lift in de hoogte werd getild tot het midden van dit scherm, leek het alsof ze echt tussen enkele van haar dubbelgangers stond te performen. Ook de dansers waren top, en maakten indruk met een impressie van een dance battle, terwijl Adèle even van kledij ging wisselen in de coulissen.
De grote hits werden tot op het einde gespaard. Balance ton quoi natuurlijk, en Bruxelles, dat zo langzaam aan het uitgroeien is tot officieel volkslied van Vrijstaat Brussel, en hier, op een festival halfweg tussen Parijs en Brussel, door een artieste die pendelt tussen Parijs en Brussel, was het meer dan ooit op zijn plaats.
Als afsluiter van de dag opteerden we voor Blawan, want op één of andere manier klikt het tussen ons en de techno die deze Brit brengt. Zijn beats zijn ongepolijst, vuil, en lijken alsof ze zijn opgenomen in een bunker. Hij gaat verder in herhalingen dan anderen, en heeft een duidelijk gevoel voor humor. Het helpt allicht dat we zijn muziek leerden kennen via een cover van Gilla Band (morgen op Boomtown!)
Dat gevoel voor humor bleek live uit de animaties die geprojecteerd werden achter hem. Het leek om een een verhaal te gaan in verschillende hoofdstukken, waarvan we soms de plot kwijtgeraakten, maar om een idee te geven: tijdens één scène rijdt een marsmannetje (type "take me to your dealer") rond in een prototype van de Tesla SUV op Mars, met zichtbaar Blawan's 'Woke Up Right Handed' in de speakers, om onderweg gestopt te worden door copulerende zebra's, okapi's, leeuwen en hagendissen. Blawan keek er zelf eens naar en glimlachte gul naar de man die ergens in de P.A. verantwoordelijk was voor deze ongein.
Straks meer van dat. Op zondag komt Angèle's broertje een #metoo mea culpa slaan, komt Black Midi voor chaos zorgen en komt Floating Points tot een stuk in de nacht spelen. Er valt veel te beleven, en er zijn nog altijd tickets.