Dour Festival 2017 - Dag 1: De fratsen van een diva
Festivalterrein, 12 juli 2017 - 16 juli 2017
De eerste avond van het Dour festival bleef beperkt. Slechts drie podia waren er, slechts anderhalve headliner. We gingen voor M.I.A., maar pikten uit nieuwsgierigheid toch ook nog enkele andere optredens mee.
Vald is een jonge gast van vierentwintig jaar uit de rand van Parijs. Hij maakt rapmuziek die de draak steekt met van alles en nog wat. Een voorbeeld? Eén van de eerste nummers ging over je moeders moeder neuken, maar wel eerst vriendelijk je maten groeten. Bonjour dus; wees welkom, subtiliteit. In Blanc verwonderde hij zich over hoe wit hij en zijn kliek wel waren. Voor rappers waren ze dat zeker.
Valentin Le Du, zoals de man in het echt heet, verzamelde heel veel volk voor het hoofdpodium en de meesten daarvan kenden de teksten vlot uit het hoofd. Zelf genoot hij van de aandacht die hem te beurt viel en grijnsde hij voldaan het publiek toe.
Selfie was een hit; met de mierzoete autotune die afstak tegen de harde drum’n’bass-outro op het einde, en Turn Up Dans Le Club was een moddervette uitnodiging om te pogoën. Voeg daar nog de geslaagde visuals aan toe met nu eens psychedelische, veelkleurige beelden, dan weer pixelart uit de jaren tachtig, of anders zwart-witte trompe l’oeuils, en we konden van een geslaagd optreden spreken.
Slechts drie podia op dag één; en één daarvan was de Dub Corner, die voor het eerst een volwaardige plek heeft gekregen op het festivalterrein. We pikten, voor M.I.A. begon, nog een stukje van LMK mee.
In de Dub Corner is er geen podium. Dus we moesten naar voor dringen om een glimp op te vangen van deze tweeëntwintigjarige Française. We hoorden nog twee nummers, eentje dat op r’n’b was gestoeld en een ander dat eerder de drum’n’bass-richting uitging. Maar vooral waren we getroffen door de sfeer in de tent; met de lo-fi geluidsinstallatie, met de weeddampen en met een enthousiast dansend publiek. Dit is een plaats waar we nog zullen passeren!
M.I.A. kan je ondertussen een diva noemen en permitteert het zich om tien minuten te laat aan haar set te beginnen. Bovendien rommelde ze de eerste nummers maar wat aan. De geluidsmix zat niet goed waardoor de klank veranderde in een potpourri waarin geen enkele song te herkennen was.
Zo ging Pull Up The People grotendeels de mist in, net als Galang. Al kan het ook aan de nieuwe arrangementen van DJ Tiger gelegen hebben. Die ging meer voor een ragga-sound dan de versies die wij ons van op plaat herinnerden. We zouden er een arm voor over hebben om haar in de Dub Corner aan het werk te zien.
De diva had ook danseressen meegebracht en een podiumbreed rek dat als lichtbaken moest dienen. Voor nieuwe single Power klom ze in dat rek en zat ze plots hoog en droog neer te kijken op het publiek. Een beetje een lullig effect, want ze riskeerde van dat rek af te donderen waardoor haar bewegingsruimte uiteraard sterk beperkt werd.
Maar gaandeweg begon ze er trek in te krijgen. Tijdens Bucky Gone Gun sprong ze (voorzichtig) in het publiek en voor Bamboo Banga vroeg ze enkele vrouwen uit het publiek op het podium te komen dansen. Eén daarvan danste alle professionele danseressen zo naar huis.
Na Story To Be Told leek het erop te zitten, tien minuten vroeger dan voorzien. Sommigen begonnen boe te roepen, tot ze plots terugkwam voor een tweede deel, in een andere outfit (het omstreden ‘Fly Pirates’-T-shirt, zonder Paris-Saint-Germain logo). Als uitsmijter volgde nog het onvermijdelijke Paper Planes. Toen wisten fwe weer waarom dit tot één van de beste drie nummers van de jaren 2000 wordt gerekend.