Dour, dag 4 - Als een koekjestrommel na twee jaar dieet

Dour, 25 juli 2009

Dour is het Belgische festival bij uitstek voor alternatieve muziek, beleefde in het afgelopen decennium een enorme expansie en heeft haar ongekende sfeer altijd te danken gehad aan de gewaagde programmering. Mauro Pawlowski schreef ooit al: "Een festival als Dour, zo is er geen tweede." Waar hebben zowel King Crimson als Destiny's Child gespeeld? Juist ja!

Dour, dag 4 - Als een koekjestrommel na twee jaar dieet



ZATERDAG 19 JULI

Traditioneel kreeg Dour op de laatste dag de meeste bezoekers over de vloer. Dat liet zich ook voelen in de verbindingsstukken tussen de verschillende podia, waar het vaak over de koppen lopen was. Maar dat zijn nu eenmaal dingen die je er op een festival als dit graag bijneemt. Want ook vandaag stonden enkele acts geprogrammeerd die wij voor geen geld hadden willen missen.

Bij PJ Vervondel en Stijn Ylode De Gezelle van Madensuyu (Club Circuit Marquee) was op zondagmiddag geen ochtendhumeur meer te bespeuren. "Ca va comme petit-déjeuner, un peu de Madensuyu?", vraagt drummer PJ nog voor alle zekerheid. 't Zal wel zijn, en zeker als dat ontbijt smakelijk ingezet wordt met FAFAFAFUCKIN'. Het Dourpubliek dat op tijd zijn muffe tent uitgesukkeld was, kon het ook smaken.

Het leek wel alsof de twee heren op de vroege middag stukken scherper staan dan 's avonds in een donkere zaal. Nooit eerder hebben we Vervondel zoveel horen praten tussen de nummers door. Het was duidelijk dat hij een hele resem aanstekelijke en bij momenten hilarische Franse bindteksten had verzonnen.

Ti:me werd de zaal in geschoten, waarop het publiek zijn liefde voor de band naar het podium terug katapulteerde. Hetzelfde gebeurde nog eens met het actieve en supersnelle Share a Lot. Madensuyu moet de eerste band zijn die op Dour al zo vroeg een 'encore' mocht doen. En dat was eentje waar ze niet zelf aan gingen beginnen. Voor No Why No Wow verwachtten ze een samenzang van het publiek, wat ook lukte. Er kon zelfs een danspasje vanaf.

Iets later wordt The Hickey Underworld in The Last Arena aangekondigd als "Le Hickey Underworld de Gand", iets waar de vier Antwerpenaren natuurlijk duchtig op inspeelden. Maar voor een potje sterke gitaarrock was het blijkbaar nog iets té vroeg. Bovendien stond ook niet bijster veel volk voor het podium.

The Hickey Underworld stond er wel, maar overtuigen deden ze net niet. Zo waaide het anders heftige Mystery Bruise onopvallend over de stoffige weide en leek het soms alsof ze zich niet optimaal stonden te amuseren. Toch nog een lichtpuntje in de set: het pittige en loeiharde Blonde Fire werd wel recht in de roos afgevuurd, dus hopelijk meer van dat op de komende zomerfestivals.

De leden van Sleepy Sun zijn behoorlijk wat jonger dan die van Gong een dag eerder, maar hun muziek zit duidelijk in hetzelfde psychedelisch verknipte straatje. Ook hier worden de nummers tot groteske proporties (Sleeping Sun) opgeblazen en zien (vooral) de heren eruit alsof ze nog in de flowerpower geloven. De conclusie is wat ons betreft nochtans dezelfde als voor die andere band : leuk voor even, maar dan ook maar voor even.

En dan was er plots sprake van een heuse volksverhuizing, want voor alle flexe sletjes en stoere pimps was het verzamelen geblazen bij De Jeugd van Tegenwoordig (The Magic Tent), voor Hollands finest vetzakkerij. P. Fabergé nam meteen het voortouw als volksmenner, terwijl Willie Wartaal als een dolgedraaide gek toch eerst alle hoekjes van het podium moest verkennen.

Vieze Fur liep er een beetje verloren bij en van de drank zal het niet geweest zijn, want - zeer verrassend - ze speelden die dag eens niet op alcohol maar op plat water. Misschien daarmee dat het optreden hier en daar niet altijd even prettig gestoord en energiek overkwam.

Maar toch, het was een feest, en dat vooral dankzij hits als Buma in me zak en Deze Donkere Jongen Komt zo Hard. Maar De Jeugd van Tegenwoordig zou natuurlijk niet geloofwaardig overkomen als ze niet de nodige arrogantie tegenover het publiek zouden tentoon spreiden. "Wie heeft er zich vandaag nog niet gedoucht?" vraagt Willie Wartaal, waarop zowat tachtig procent van de handen de lucht in ging. "Nou, het wordt tijd dat jullie je eens wassen, viezeriken! Heb toch een beetje respect voor De Jeugd, man!", waarop enkele waterflesjes het publiek in gesmeten werden.

Zeer verrassend was het optreden niet. De Jeugd van Tegenwoordig zal nooit moeite hebben om een tent op z'n kop te zetten, maar het zou leuk zijn als ze elk nummer brachten met evenveel gekheid en klasse als ze nu deden met Hollereer.

De beste bindtekst van het festival komt ongetwijfeld van The Night Marchers (Petite Maison dans la Prairie). Zanger-gitarist John Reis bedankte zijn publiek  met een sarcastisch "Danke schön, Germany", waarop uiteraard luid werd geprotesteerd. Reis opnieuw, deze keer laconiek: "What? You're from Belgium. Welcome to Germany."

Intussen stroomde de adrenaline wel door de tent. De muziek van deze band rond enkele oude rotten uit andere bands gaf je immers niet de kans om op adem te komen. Een ritmesectie even secuur als de atoomklok en twee gitaristen die zich in het zweet werkten, typeerden deze band volkomen. Voeg daar nog bij dat het moeilijk stilstaan was op de songs van dit kwartet en je hebt een splinterbom. Vergelijk het met een koekjestrommel die openzwaait na twee jaar diëten: onweerstaanbaar.

Of het in je voordeel spreekt dat je de leden van MGMT onder je vrienden mag tellen, laten wij in het midden. Het optreden dat Amazing Baby (Dance Hall) gaf, was er desondanks één waar MGMT een puntje aan kon zuigen. Met veel inzet en een stevige dosis emotie werkte de band zich door het grootste deel van zijn debuut-cd, zonder plaats te laten voor alle productionele foefjes van die plaat. De groep hield het gaspedaal resoluut ingedrukt. Wat ons betreft, overtrof de liveprestatie van deze jongens met sprekend gemak hun plaat.

Dour is nog steeds van de ene verrassing in de volgende verwondering rollen. Rolo Tomassi (Club Circuit Marquee) paste volkomen in dat opzet. Misschien zullen we de band nooit meer aan het werk zien, maar op een festival als dit was het heerlijk kennismaken met andere genres.

Zangeres annex schreeuwlelijk Eva Spence huppelde het ene ogenblik over het podium alsof de lente net was aangebroken, om het volgende te veranderen in de baarlijke duivel. De muziek was wiskundig afgemeten met onvoorspelbare en schijnbaar wispelturige gitaarriffs en toetsen. Wonderlijk genoeg zat er voldoende afwisseling in hun muziek - wilde wentelingen werden verruild voor bijna liftmuzak - en werd het nooit eentonig.

De hel voor epileptici lag zondagavond in The Magic Tent, tijdens het concert van Crystal Castles. De enige lichtinval waar op dat moment sprake van was, kwam uit een stroboscoop, waardoor niets meer dan flitsen van de dolle zangeres Alice Glass te zien waren in een voor de rest pikzwarte ruimte. Ethan Kath, steeds verstopt onder een kap, bleef liever op de donkere achtergrond, maar zorgde wel voor een fantastisch allegaartje aan pompende beats en flitsende gameboytunes, terwijl Glass als een hinde over het podium holde en onverstaanbaar door de microfoon schreeuwde.

Hits als Crimewave, dat deze keer zwaarder dan ooit tevoren voorbij denderde, en het maffe Alice Practice lieten het publiek gek worden. Maar voor de rest was het af en toe moeilijk volgen. De beats waren er, maar Glass' stemgeluid liet het soms wat afweten, waardoor de interactie met het publiek af en toe zoek was. Toch zorgde Crystal Castles ook deze keer weer voor een wervelende totaalervaring. Maar volgende keer misschien toch eens die zonnebril opzetten.

Echt origineel was het allemaal niet te noemen, maar The Horrors (Club Circuit Marquee) voerden hun kunstje wel degelijk met de nodige klasse uit. Hun muziek vindt zijn oorsprong in bands als Joy Division en Jesus & Mary Chain, aangevuld met de nodige spookachtige effecten, waardoor gitarist Joshua Third zijn gitaar stuurt. De boomlange zanger Faris Rotter domineerde de tent als een kardinaal zijn kathedraal, en spuugde zijn teksten over de menigte uit. Met een diepe basklank en enige spaarzame toetsen werd het geheel afgerond. Het resultaat was een beklijvend concert.

In The Last Arena was het vrij rustig voor wat toch een artiest van formaat is. Jamie Lidell is ondertussen kind aan huis geworden in ons land, maar misschien net daarom dat weinig volk er nog van opkijkt wanneer hij op de affiche prijkt. Dat zorgde er anderzijds voor dat op de weide een gezellige drukte heerste, waartussen het heerlijk dansen was. Want Lidell was ook nu weer naast een fijne lolbroek een ongelooflijke dansmachine. Iets wat aanstekelijk op het gemoed en de dansspieren van zijn publiek werkte.

Wanneer de tonen van Multiply ingezet werden, dat nog funkier klonk dan ooit tevoren, barstte het feest helemaal los onder een verfrissende regenbui. Ook Lidells freewheelen tussen elektro, jazz en funk was serieus de moeite. Another Day klonk misschien niet heel toonvast, maar het was eens fijn om een hele weide in een heuse karaokebar te zien veranderen, voor heel eventjes dan toch. Jamie, see you next time!

Ondanks het feit dat Caribou (Petite Maison dans la Prairie) geprogrammeerd stond tegenover publiekstrekker Jamie Lidell, was de opkomst meer dan behoorlijk. De muziek van Dan Snaiths geesteskind is nochtans niet echt voor de hand liggend. Op een basis van drums en bas werden spaarzame accenten gelegd met gitaar en (een soort) blokfluit die in combinatie met de zachte stem van Snaith vreemd aandeden. Snaith stond zijn drummer ook regelmatig bij, hetgeen niet altijd even geslaagd was, maar soms toch wist te intrigeren.

Voor absolute topper Aphex Twin, die achter de draaitafels het gezelschap kreeg van Florian Hecker, was de weide voor The Last Arena wel afgeladen vol gelopen. Maar hoe kon dat anders? Niemand wou deze cultfiguur van de drum-'n-bass missen, toch? En terecht ook! Richard D. James trakteerde Dour op een anderhalf uur durende extase in surround, hoewel die surroundtechniek een beetje de wind in ging.

Het eerste deel van de set werd vrij braaf in gang getrokken. Aphex Twins pompende beats werden tijdens het eerste deel van de set mooi door de mangel gehaald met de iets rustigere ambient van Hecker. Er kwam zelfs wat eightiesfunk aan te pas.

Maar tegen het einde werd de funk voorgoed naar de achtergrond verbannen en was het tijd voor het stevige werk. Dub werd aan elkaar gepuzzeld met chaotische minimal. Zo mondde Heliosphan uit in een immense apotheose van bonkende beats en ronkende bassen.

Het dansen verging ons soms echter bij het zien van de wansmakelijke projecties van opengereten dieren en plastische chirurgie. Fijn dus dat ze aan een ijltempo voorbij flitsten, zodat je er niet al te lang naar hoefde te staren.

Met het heftige Come to Daddy werd de weide voor een laatste keer naar een climax getild op de tonen van loeiharde elektro en technobeats. Aphex Twin en Hecker waren bonkend hard. Soms ietwat pijnlijk voor de trommelvliezen, maar een onvergetelijke trip voor lichaam én geest.

2009 was alweer een hoogtepunt in de geschiedenis van het Dourfestival. Wij blijven erbij dat hier de meest gedurfde en originele programmering van België wordt gehandhaafd. En dat was dit jaar niet anders.

Patrick Van Gestel, Sanne De Troyer en Max Majorana

25 juli 2009
Patrick Van Gestel