Dour, dag 2 - Koffie of pepmiddelen overbodig

Dour, 25 juli 2009

Dour is het Belgische festival bij uitstek voor alternatieve muziek, beleefde in het afgelopen decennium een enorme expansie en heeft haar ongekende sfeer altijd te danken gehad aan de gewaagde programmering. Mauro Pawlowski schreef ooit al: "Een festival als Dour, zo is er geen tweede." Waar hebben zowel King Crimson als Destiny's Child gespeeld? Juist ja!

Dour, dag 2 - Koffie of pepmiddelen overbodig



VRIJDAG 17 JULI

Op vrijdag was het niet meteen eenvoudig om een geslaagde eerste festivaldag te overtreffen, maar er stond meer dan voldoende lekkers op het programma om op zijn minst een gooi naar de top te doen.

At Least We Try, andermaal een band van eigen bodem, mocht als opener op The Last Arena de heerlijke rust komen verstoren met agressieve hardcore punk. En het moet gezegd worden dat het bewonderenswaardig is dat een groep die nog geen jaar bestaat al zo'n opmars heeft kunnen maken. Even lovend waren we over de fans die op dit vroege uur al uit de veren waren om zulk lawaai te doorstaan. Toch begaven we ons na enkele nummers naar de volgende tent.

Het lijkt een constante, maar de organisatie van Dour heeft zo zijn eigen manier om het publiek wakker te krijgen. Programmeer rond de middag al meteen enkele luidruchtige bands, en het publiek komt de dag zelfs zonder de nodige koffie of andere pepmiddelen door. Zo ook op vrijdag met The Sedan Vault (Club Cirquit Marquee).

Het Antwerps collectief draait al jaren mee, maar kreeg pas dit jaar een beetje radiobekendheid dankzij hun album 'Vanguard'. Op Dour kwamen ze meer dan overtuigend over, mede dankzij de grote portie woede, agressiviteit en walls of sound die ze recht in ons gezicht smeten tijdens songs als Communism by the Gallon en Undefined Flying Subjects, waar de energie zo uitbarstte.

Visueel had Milk (Magic Tent) wel iets weg van Vive La Fête: een blonde vamp omringd door drie kerels (en enkele optionele danseresjes). Zangeres Aline was behoorlijk exhibitionistisch aangelegd en uiteindelijk stond ze dan ook met ontbloot bovenlijf (op wat plaklint na) op het podium. Muzikaal werd er eerder verwezen naar groepen als Blondie in hun discoperiode. Het geheel was best aangenaam om horen (en zien, uiteraard). Het was er allemaal een beetje over, maar geen mens (ook geen vrouw) die daar bezwaar tegen had.

Het is lang geleden dat er nog echt iets goeds uit Nederland kwam, maar dit jaar zijn ze gul ten noorden van de landsgrens. Naast de lolbroeken van De Jeugd van Tegenwoordig is De Staat (Club Circuit Marquee) ook een band die het vernoemen waard is.

De Staat stond garant voor krachtige rock-'n-roll waar hier en daar een hoek af was, iets wat live altijd goed van pas komt. Zo vrolijkten ze de Club Circuit Marquee zonder problemen op met The Fantastic Journey of The Underground Man, zo'n song die een hele dag lang tussen je oren bleef hangen zonder dat het storend werd. De donkere stem van zanger Torre Florim kwam hier en daar soms grappig over, maar deze band meende het echt. Het was dan ook mooi om dat live bevestigd te zien.

Het zat Annie Clark van St. Vincent (Petite Maison dans la Prairie) niet echt mee. Vanaf de aanvang van haar concert bleven de technische problemen haar achtervolgen. Maar het porseleinen popje liet zich niet van haar stuk brengen en bleef onverstoord voortgaan, zodat we uiteindelijk toch nog een aantal ongeschonden songs voorgeschoteld kregen. Jammer, want ook op haar nieuwe plaat staan een aantal pareltjes. Maar als het de microfoon niet was, was het wel de gitaar die dienst weigerde. Dit vraagt op zijn minst om een herkansing, want zelfs nu wisten haar breekbare songs nog te beklijven.

Dat in Canada ook Franstalige muziek gemaakt wordt, mag dan in Vlaanderen genegeerd worden, op Dour is daar uiteraard plaats voor voorzien. Karkwa (Petite Maison dans La Prairie) komt uit Quebec en grossiert in songs die drijven op een stevige gitaar en piano. Het geheel had iets weg van Patrick Watson, maar de eentonigheid van de songs deed de band uiteindelijk de das om. Leuk voor even, maar gauw vergeten.

Terug in de Marquee wachtte ons de Amerikaanse Marnie Stern, gekscherend al eens de Gwen Stefani van de mathrock genoemd. Jammer genoeg geen hella good Zach Hill achter de drumkit, maar wél bijgestaan door vrouwelijk schoon op de basgitaar. Het leverde enkele doorzichtige versierpogingen uit het overwegend masculiene publiek op, en de muziek klonk aardig. Maar één uur was iets te lang voor deze koningin van het guitartappen, want na veertig minuten begon ze toch wat in herhaling te vallen en hadden we het zo wel een beetje gezien.

Au Revoir Simone (Magic Tent) mag dan de favoriete groep van David Lynch zijn, het leek erop dat ze "drie nummers voor de prijs van één" als motto hadden. En van de term spanningsboog bleken ze nog nooit gehoord te hebben. Bovendien was de statische opvoering van de drie dames, allen stoïcijns achter hun synthesizers, nogal saai om naar te kijken. Niet voor herhaling vatbaar.

De weergoden deden er alles aan om het feestje van Tokyo Ska Paradise Orchestra (Red Frequency Stage) te verstoren, maar het netjes in appelblauwzeegroen pak gestoken collectief liet dat niet aan zijn hart komen en verjoeg met enkele blazersstoten de donkere wolken, waarna de zon er helemaal de sfeer in bracht.

Voor het podium werd naar hartelust gedanst. Wonderbaarlijk hoe een vermoeide meute plotseling kan opleven. The Skatalites hadden op Dour ooit al gezorgd voor dansende weien, maar hun Japanse zonen wisten er evengoed weg mee. Zij hebben zich de ska volledig toegeëigend en hadden enkele van hun nummers zelfs voorzien van Japanse teksten.

Terug naar de Club Circuit Marquee om Deerhoof te aanschouwen, die voornamelijk werk speelden van hun laatste twee albums en daarmee onbetwistbaar voor een van de hoogtepunten van de dag zorgden. Zulk zichtbaar speelplezier hadden we tot dan toe nog niet gezien, en dat was dan ook het tegenargument bij uitstek om de eeuwige tegenstanders van Satomi Matsuzaki's stemgeluid te laten zwijgen. Zinderende indiepopnummers als Tears And Music Of Love, Dummy Discards A Heart en The Perfect Me kregen nagenoeg de hele tent mee.

Over Dillinger Escape Plan hadden we van alles gehoord, maar nog niets gezien. Het gerucht ging dat het er met achterwaartse salto's, rondvliegende gitaren en crowdsurfing nogal wild aan toe zou gaan, en dat de bandleden daarom dikwijls beschermende onderkleding dienden te dragen. Wel, dat klopte als een bus.

De hypersensitieve razernij ontzag niemand. Het enige rustpunt van de setlist, in de vorm van het nummer Mouth Of Ghost, had geschrapt mogen worden. Maar ach, het was het hun gegund. Dit was zeker de bruutste band van de dag, zoniet van het weekend.

Het weerzien met Killing Joke (Last Arena) was goed. Jaz Coleman was nog steeds zijn excentrieke zelf, voorzag zijn oogkassen van zwarte make-up  en paradeerde over het podium als een overjaarse majorette. Maar songs als Love Like Blood en Wardance staan nog wel steeds fier overeind.

Tussendoor moest uiteraard verwezen worden naar politieke en economische wantoestanden en wat daar niet aan werd gedaan. Maar dat liet het publiek allemaal Siberisch koud. Voor het podium werd met plezier gecrowdsurfd om de sfeer erin te houden. Het was hoe dan ook een plezier om deze overjaarse voorvaders van de nowave aan het werk te zien.

Hypnotiserend en bedwelmend als altijd trok Animal Collective (Club Circuit Marquee) ons gedurende anderhalf uur langzaamaan zijn universum binnen, waar naast nummers van definitieve doorbraak 'Merriweather Post Pavilion', zoals Lion In A Coma, My Girls en Summertime Clothes, ook enkele oudjes en één nieuw nummer aan bod kwamen - What Would I Want Sky, zo bleek later.

Terwijl optredens van Animal Collective in het verleden niet door iedereen met evenveel enthousiasme werden onthaald, omwille van het feit dat de groep zijn shows doorgaans wenste te gebruiken als platform om nieuw materiaal te testen, ging de eigenzinnige pop er ditmaal in als zoete koek. Hoewel het grandioze Brothersport de perfecte afsluiter was, had dit optreden nog tot het krieken van de ochtend mogen voortduren.

Om terug uit je dromen geschud te worden, kon je na Animal Collective gewoon blijven plakken voor Fuck Buttons (Club Circuit Marquee). Een tweetal dat zich lijkt te verdiepen in kinderspeelgoed à la Fisherprice, dat ze tot maffe elektronica-instrumenten tunen. Fuck Buttons gaf het beste van zichzelf, dat zag je aan de manier waarop ze aan hun knopjestafel sleurden. Alleen héél spijtig dat hun geluidscocktails amper door de boxen kwamen.

Het enige wat onze trommelvliezen op den duur nog moesten verdragen, waren dreunende bassklanken. Tipje voor de organisatie: als je groepen als Fuck Buttons programmeert, gelieve er in het vervolg eens voor te zorgen dat het geluidspaneel al dat muzikale geweld aankan. Dank u!

De tweede dag had niet echt de verwachtingen ingelost, ook al waren1 er uitschieters. Op dag drie was gelukkig meer dan voldoende ruimte voor revanche.

Patrick Van Gestel, Sanne De Troyer en Max Majorana

25 juli 2009
Patrick Van Gestel