Dour, dag 1 - De lat ligt hoog
Dour, 25 juli 2009
Dour is het Belgische festival bij uitstek voor alternatieve muziek, beleefde in het afgelopen decennium een enorme expansie en heeft haar ongekende sfeer altijd te danken gehad aan de gewaagde programmering. Mauro Pawlowski schreef ooit al: "Een festival als Dour, zo is er geen tweede." Waar hebben zowel King Crimson als Destiny's Child gespeeld? Juist ja!
DONDERDAG 16 JULI
De eerste dag. Het gras is nog min of meer groen, de koppen nog min of meer fris. We zouden durven zweren dat we de meiden van K3 - rood, zwart, blond - mooi uitgelijnd in één of andere tent hebben zien liggen. Maar we kunnen ons vergissen: deze dwarse muziek zou hun tere zieltjes wel eens voor eeuwig kunnen verminken.
Drums are for Parades (Club Circuit Marquee) deed meteen wat van een band met zo'n naam verwacht werd: aanstekelijke pokkeherrie brengen waar geen enkel oordopje tegenop kan. Een half uur lang overdonderden ze met hun drones en drumgeweld een op dat moment toch al goedgevulde tent. Voor sommigen waren hun loeiharde songs misschien te veel van het goede op dat vroege moment van de dag, voor anderen was het alvast de perfecte energieboost!
Op The Last Arena mochten The Aggrolites de boel op stelten zetten. Ze mogen dan wel uit Los Angeles komen, hun muziek kan zich meten met het beste van Jamaïca. Het was dan ook één groot feest daar voor het hoofdpodium. Wonderbaarlijk hoe deze band de wei zo vroeg in de namiddag al in beweging kreeg. Daarvoor gebruikten ze uiteraard hun eigen nummers, maar ook een cover als Don't Let Me Down, van The Beatles, ging er vlotjes in. De catwalk die voor het podium lag, maakte het nog makkelijker om de wei op te jutten.
Hierna was het tijd voor Joe Gideon & The Shark. Festivaldirecteur Jacques de Pierpont was tijdens zijn aankondiging zichtbaar in zijn nopjes met de vervanger van Monotonix, en een minuut later bleek al waarom.
In tegenstelling tot de uit Israël afkomstige band weet dit Londense duo immers naast hun liveshow (waarin de sexy, in een jaguarprint gestoken multi-instrumentaliste The Shark de oogappel is) muziek te maken die beklijft en ook op plaat de moeite waard is. Hun muziek valt te omschrijven als met bezwerende klanktapijten en dynamische grooves omhulde poëzie die doet denken aan de vroege Nick Cave. Frisse band, in die zin dat ze muziek maken die nog niet vertegenwoordigd was in het man/vrouw-genre.
Hoewel het er aanvankelijk op leek dat The Asteroids Galaxy Tour (The Last Arena) weinig potten zou breken, kreeg de blazerssectie in combinatie met de frisse soulpop van deze Denen toch nog enige vaart in de set. Zangeres Mette Lindberg kreeg een short toegegooid toen ze vertelde dat het veel te warm was voor de lange broek die ze droeg. Maar ondanks het watertanden van de mannelijke toeschouwers werd er niet gewisseld van kledij. Echt overtuigen kon de groep trouwens niet. Daarvoor was het geheel iets te mak. Of lag dat aan de warmte?
"Say Yeah". Hij moet het zowat na elk nummer geschreeuwd hebben en de menigte ging er o zo graag op in. De rock-'n-roll van de Jim Jones Revue (Magic Tent) was dan ook zo verdomd herkenbaar dat geen enkel been daarbij onbewogen kon blijven. Het was allemaal niet nieuw, maar de uitvoering was overrompelend.
De muziek is schatplichtig aan de meest klassieke songs van oude rotten als Little Richard - Good Golly Miss Molly was trouwens het bisnummer - en de uitvoering heeft wel wat weg van een jonge George Thorogood. De tomeloze energie van deze Londenaars deed de rest. Wie ooit beweerde dat rock-'n-roll dood is, kreeg hier lik op stuk. Yeah!
Leuk, maar nergens verrassend of bijster origineel was de Canadese Pascale Picard Band. Ze mocht dan wel in het Engels zingen, het waren vooral Franstaligen die de Dance Hall bevolkten. In België passeert ze niet al te vaak, en wat ons betreft hoeft dat ook niet echt. Het enthousiasme was groot, maar dertien in een dozijn is minstens één te veel.
Wat de Brusselse band MVSC, een samenwerking tussen leden van Montevideo en Compuphonic, uit zijn hoge hoed toverde, was voorwaar op zijn plaats in de Magic Tent. De witte konijnen waren vermomd als fantastische songs waarop het publiek alle dansremmen losgooide.
Soms had het iets weg van Talking Heads, de volgende keer vond je er dan weer !!! of LCD Soundsystem in terug. Bassist Maxime en gitarist Jean namen de vocalen voor hun rekening, terwijl de ritmesectie voor een onweerstaanbare basis zorgde. Vergeet Friendly Fires (die trouwens annuleerden)en vergeet MGMT. Denk MVSC en overtuig uzelf.
Meshuggah (Club Circuit Marquee) was enkele uren later aan de beurt. De Noorse metalband timmert al bijna twintig jaar aan de weg en was daarmee een van de gevestigde namen dit jaar. Die verwachtingen losten ze eenvoudig in. Drummer Thomas Haake sloeg beheerst zijn frostbitten beats en ook de andere vier leden liepen duidelijk over van ervaring. Fijn, groepen waarvan je van tevoren al weet dat ze gewoon een degelijke show neerzetten.
Van een heel ander allooi was het Franse duo Cocoon (Dance Hall), dat zijn goed uitgebalanceerde folk vermengde met spaarzame, uitgekiende elektronica. De zachte stemmen van Morgane Imbeaud en Mark Daumail deden de rest. Met een ritmesectie en twee strijkers slingerden ze zich als evenwichtskunstenaars sierlijk van nummer naar nummer. Tussendoor was er nog plaats voor een cover van Hey Ya van Outkast. En omdat zij zich dit nummer duidelijk helemaal eigen hebben gemaakt, paste het volledig binnen het kader.
In de Club Circuit Marquee donderde ISIS als een uit de hand gelopen lawine over de headbangende hoofden van het publiek. Zowel de oudere als nieuwe songs gingen erin als zoete koek. Maar terwijl het oudere songs vaak aan nuance ontbrak, sloop in het donkere geborgte van de nieuwe songs toch af en toe een streepje licht naar binnen. De screams van zanger Aaron Turner bleven hoe dan ook even indrukwekkend en kwamen duidelijk vanuit het diepste van zijn darmen.
Op Dour is feestgarantie een vast gegeven, en die kreeg het publiek al vroeg op de dag. De schuldigen daarvoor waren The Glimmers (The Magic Tent) die zich voor de gelegenheid lieten bijstaan door Disko Drunkards, waar onder meer Tim Vanhamel en Stéphane Misseghers (dEUS) deel van uitmaken.
Gehuld in pyjama's, trouwjurken en flashy sporttenuetjes maakten ze het podium onveilig. Op de beats en eightiestunes van songs als Who You Gonna Call en Picture barstte het eerste feestje van het festival volledig los, maar het was toch dansbom Physical dat voor een volledige ontlading zorgde.
De titel voor diva van het festival gaat dit jaar naar niemand minder dan Santigold (The Last Arena). En terecht! Madame White wou per se voor middernacht beginnen aan haar optreden, om dan toch maar twintig minuten te laat op te komen. Daarnaast vroeg ze ook een extra lange catwalk tot midden in het publiek, want diva's horen nu eenmaal over een catwalk te lopen, n'est-ce pas?
Akkoord, die catsuit zullen we de komende modedéfilés niet zien passeren, maar de glitterende gouden oogschaduw maakte veel goed aan de outfit, om nog maar te zwijgen over het zeer te pruimen concert dat ze die avond gaf. Santi was in een vrolijke bui en huppelde als een hyperkineet door hits als L.E.S. Artistes, Say Aha en Anne. De cover Killing an Arab van The Cure kwam wat flauwtjes over, in tegenstelling tot leuke up-temponummers als Unstoppable en Creator.
Maar Santi was niet enkel in voor energie en vrolijkheid, zo zorgde ze met My Superman voor een mooi en zelfs intiem rustpunt. Wanneer ze op het einde nog eens de helft van het publiek het podium op sleurde, was het feestje helemaal compleet. Een mooie aanloop om de nacht in te dansen.
Tijd voor het betere voetenwerk. Uit het enorme aanbod aan dj's kozen wij voor Matthew Herbert (Dance Hall). Maar zijn set bestond haast uitsluitend uit ongezouten house als Mojito Song. En van zijn indrukwekkende curriculum vitae (klassiek geschoold pianist, vorig jaar een heuse bigbandplaat gemaakt, innovatieve samplekunstenaar, samenwerkingen met artiesten als Antony Hegarty, Serge Gainsbourg en Roisin Murphy) bleef niets meer over. Jammer dat hij zich er zo makkelijk van af maakte!
Hoewel het wel vaker voorkomt dat de eerste dag van een festival eerder mak verloopt, bleek de lat voor Dour 2009 toch meteen erg hoog te liggen.
Patrick Van Gestel, Sanne De Troyer en Max Majorana