Dour 2018 - Dag 5: Laatste loden zon

Dour, 10 juli 2018 - 14 juli 2018

Dour 2018 - Dag 5: Laatste loden zon

Hoe onze delegatie de laatste dag van Dour overleefden. Of hoe de laatste loodjes wel degelijk het zwaarst wegen.

Traditioneel is de eerste band van de dag een forse wake-up-call, maar wat we met het Zuid-Koreaanse trio Billy Carter moesten aanvangen wisten we niet goed. En we waren niet alleen. De twee lichtjes gekke meiden en hun begeleider (drummer) waren best fotogeniek, vielen geregeld in rockposes alsof ze op het hoofdpodium stonden voor een megapubliek, maar raakten muzikaal kant nog wal.

Gelukkig stond bij het Belgische Black Flower wel alles op punt. De oriëntaalse ritmes met lichte jazzinvloeden pasten perfect bij het lekkere zomerweer. Zonde van de magere opkomst, maar dat is onder de loden zon het lot van openingsbands, zelfs al bestaan ze uit topmuzikanten.

Voor het eerst zagen we een volle La Caverne en dt voor de garagerock-trots van de Noorderkempen, Equal Idiots. Dour stond nog niet op het cv van de jongens, maar ook dat is ingevuld nu. En het veelal jonge publiek lustte er wel pap van. Hippie Man werd opgedragen aan de reputatie van het Dour festivalpubliek, publiekslievelingen Toothpaste Jackie en Put My Head In The Ground deden de tent ontploffen. Ook Plastic Bertrands Ça Plane Pour Moi mocht niet ontbreken, maar in de kantlijn noteerden we dat dit voor Thibault een gemiste kans was om eens echt aan zijn Frans te werken. Mijmerend over de toekomst van de rock-‘n-roll op Dour die in handen leek van twee studenten trokken we verder op onze tocht.

Bloedheet was het en iedereen lag ergens te wachten op een finale van een Russisch balspelletje, dus vol kregen die van Stikstof Le Labo niet. Niet dat het iets uitmaakte: de beats van DJ Vega maakten van hun podium de koelste plek op de wei. De teksten waren wat grimmig, maar als het over Brussel gaat, is de toestand niet anders te omschrijven. Dat werd in de verf gezet met mooie visuals, onder andere van de rellen met de politie in Brussel. Toch voel je ook de liefde voor de stad in de muziek. De grofbekkerij hadden ze achterwege mogen laten. "Hoerenzoon", klinkt harder dan motherfucker, maar voor de rest geen klachten.

Aan het Londense Ezra Collective was het om de concurrentie met het voetbal aan te gaan. Wie zou nu een Frans rondje "schijnvallen" verkiezen boven deze stomende funksessie? Met snoeiende bas en vlotte drums, twee blazers en een elektronisch orgel gaf dit vijftal het beste van zichzelf en zette de zaal moeiteloos aan het dansen. En de hitte danste gewoon mee.

Hadden de organisatoren gedacht dat jazzliefhebbers geen voetballiefhebbers waren? In ieder geval werd de tweede helft van de finale net als de eerste helft in Le Labo gecounterd door een Londons jazzcollectief. Moses Boyd begon meteen met een kwartier durend nummer dat over gitaarsolo’s, trombonesolo’s en saxsolo’s ging en al even goed klonk als Ezra Collective van even daarvoor, zij het wat minder dansbaar. Achteroverliggen dan maar en genieten!

En net na het voetbal kon de show beginnen. De Fransen feesten nog wat na, maar in de Boombox verzamelden zich de muziekliefhebbers voor wat het hoogtepunt van het weekend zou worden. Het Zuid-Afrikaanse BCUC stond live garant voor onweerstaanbare, Afrikaanse ritmes. Met twee bas-drums en een stel djembe’s, een basgitaar en drie vocalisten zorgden zij voor een hypnothiserende, opzwepende muziek, waar een sjamaan angstig van wordt. Zelden werd in een tent zo wild gedanst.

Het hoofdpodium was netjes op tijd opgeruimd voor Big Boi, de helft van Outkast. Hij had het ook op zijn pull staan: "Out Kast". Verkeerd gespeld wel, maar dat zijn details; als de vibe maar goed zit. En die zat goed. Big Boi had een kompaan meegebracht en gooide af en toe een Outkast-hit in de mix: Ms. Jackson en So Fresh, So Clean vroeg in de set en I Like The Way You Move op het einde. Eigenlijk had hij in dat uur optreden de sof, die de reünietoernee van Outkast was, doen vergeten. Waarvoor dank!

Thee Ooh Sees waren, drie minuten voor ze aan hun show moesten beginnen, nog aan het soundchecken . Even het podium af en er terug op na de aankondiging van de presentator en ze waren er helemaal klaar voor. Bij het eerste nummer leek het nog of de twee drummers een wedstrijdje om het eerst de eindnoot halen aan het spelen waren, zo snel vloog het erdoor. Maar het tempo werd aangehouden voor de rest van de set, en de garagerock maakte stilaan plaats voor iets meer psychedelische nummers. Het laatste daarvan duurde een kwartier en deed aan The Mars Volta denken. In positieve zin, want zo langdradig als die het soms maken, werd het hier nooit.

Kokoko maakt hun eigen instrumenten om zo tijdens de stroompanne’s in Kinshasa door te kunnen spelen. Wat die witte man achter die knoppenbak dan doet in die periodes zonder elektriciteit, was minder duidelijk. De rest van de muzikanten waren wel zwart en waren in een gele overall gekleed, en stonden inderdaad vooral op potten en versneden bidons te timmeren. Sommige van onze favoriete muzikanten hebben zelf hun instrumenten gebouwd (Kent u Senyawa al?), maar dit leek toch een beetje veel op hotelanimatie voor rijke blanken die een zweem “pauvreté” willen meemaken op hun duurbetaalde Kongo-reis. Niet dat het niet swingde, maar dat deed Patrick Swayze in 'Dirty Dancing' ook, en dat was veel minder fout. “Bye bye belgium” zei iemand van Kokoko, toen het gedaan was (Weten ze in Kinshasa nog niet dat we in België Frans spreken?), en dat waren ook voor ons de woorden waarmee we Dour 2018 afsloten.

Het was mooi geweest. Het nieuwe terrein was even wennen en leed nog aan kinderziektes, maar die zijn tegen 2019 vast opgelost. Proficiat aan de organisatie en dank u voor de muziek! Ook de laatste loodjes bleken uiteindelijk de moeite waard.

Dour Festival - dag 5 - 15/07/18

16 juli 2018
Kristof Van Landschoot