Dour 2014 - Mager beestje

Festivalterrein, Dour, 29 oktober 2014

De dood van de jonge festivalganger ging uiteraard niet ongemerkt voorbij op Dourfestival. De gevaren van de combinatie drank/drugs/hitte/vermoeidheid zijn dan ook niet te onderschatten. Of dat dan de reden moet zijn om een festival te ontwrichten laten wij hier in het midden. Feit is dat er lustig werd doorgefeest op dag twee van het Dourfestival.

Dour 2014 - Mager beestje



We waren nieuwsgierig naar wat Thomas Médard, één van de stemmen van Dan San, met zijn nieuwe project, The Feather, ervan zou bakken. Op plaat klonk het alvast sappig en meer poppy dan dat andere groepje. En ook live werd dat grotendeels doorgetrokken.

Opvallend was de sterke nadruk, die de percussie kreeg. Naast de drummer stond er ook nog een extra percussionist en een xylofoonspeler op het podium, hetgeen resulteerde in vaak bijna tribale drumuitvallen. Vooral dan was het dat wij uit ons schoonheidsslaapje ontwaakten.

En dat gold ook voor de rest van de vroegtijdig opgedokenen, die vaak niet eens de moeite deden om op te staan voor het concert. Maar The Feather zou best ooit iets kunnen worden. Met een streepje geluk en wat commerciële zetjes in de rug. 

Intussen stond Psycho 44 de zon uit te dagen op het hoofdpodium. Mooie plek, hoor, zo onderaan de line-up voor die stage, maar een cadeau was het zeker niet. Met de zon recht in de smoel en het zweet dat uit nooit vermoede poriën stroomde, gaf de band nochtans geen krimp. Ze speelden hun puike songs met de branie die hen eigen is en kregen voorwaar zelfs wat zombies aan het dansen. Misschien hadden we toch beter voor de volledige set van deze relschoppers gekozen...

Wie op basis van de platen van The Notwist afkomt op de optredens, is er telkens weer aan voor de moeite. Alle snufjes, bliepjes en dingetjes zitten wel degelijk in de show, maar je moet er vaak naar zoeken. Maar deze Duitsers weten wel verdomd goed hoe een boeiende show in elkaar te steken.

Met 'Close To The Glass' zijn ze intussen toe aan hun zevende studioalbum en telkens weten ze ergens toch te verrassen zonder de herkenbaarheid te verliezen. Het was They Follow Me waarmee het concert werd ingezet en dat kreeg een vrij elektronische versie mee.

Maar daarmee verschalkten de broertjes Acher en co uiteraard niemand, want verderop werd er stevig gerockt met songs als One With The Freaks. Ook de afsluiter, het schitterend uitwaaierende Pilot, had de wortels stevig geplant in de rockhumus. Talloze effecten op stem en uit de met Wii-controllers bestuurde samplers van Martin Gretschmann fungeerden dan als meststof, waardoor het nummer als een dolgedraaide liaan de tent in kronkelde.

Het blijven schichtige, verlegen slungels, deze Duitsers, maar The Notwist heeft het nog steeds en dat werd in Dour nog maar eens aangetoond.

Ze zullen nooit onze favorieten worden, Band Of Skulls, daarvoor spelen ze te veel op veilig, maar we moeten wel toegeven dat ze La Petite Maison mooi hebben ingepakt, strikje en al.

Goed uitgekiende bluesrock is wat dit trio uit Southampton al drie platen lang maakt. En dat lijkt nog te werken ook. Hun songs gingen er als zoete koek in bij het hetrogene publiek dat was opgedaagd voor hun show.

Nu hebben ze ook wel een paar songs, waar je warm voor kan lopen. I Know What I Am is er daar bijvoorbeeld één van. Bovendien kreeg deze ook nog een korte bluesintro mee, kwestie van het spannend te houden. Afwisselende zangpartjen, nu eens samen dan weer enkel bassiste Emma Richardson of gitarist Russell Marsden, een beetje voorspelbare riffs en klassieke truukjes als het "Hey" in Hollywood Bowl, het mocht allemaal. En wie zijn wij dan om daarop kritiek te hebben?

Of wit op een festival als Dour een goed idee is weten we niet, maar Klaxons kon dat gestolen worden. Zij gingen er, elk van hen van top tot teen gekleed in wit, vanaf opener Love Frequency stevig tegenaan. De eerste paar nummers werden bovendien als één massief blok aangebracht zodat de tent al meteen ging stomen en koken.

Wat Klaxons uniek maakt in de huidige stroming Britpop zijn onder meer de typische, hoge stemmetjes en de samenzang van bassist Jamie Reynolds en toetsenist James Righton, maar dat belette hen niet om ook de nodige rockuitspattingen in hun songs te verwerken. Getuige het vlammende Magick, dat door de massa, tot verbazing van de band, vrolijk werd meegezongen vooraleer Simon Taylor-Davies zijn gitaarduivels mocht ontbinden en een schurende en krassende solo ten beste gaf.

Uiteraard waren de reacties op hitje Golden Skans het meest enthousiast, maar evengoed werd er meegebruld en –gedanst op Children Of The Sun of werd er van afsluiter Its Not Over Yet een laatste feestje gemaakt.

Het was een zinderende set, die Klaxons neerzette voor een onverwacht enthousiast publiek. Of hebben wij de aanhang van deze band hier ten lande dan zo onderschat?

We zouden u nog een en ander over het optreden van Nas kunnen vertellen, maar dan zouden we de rechtgeaarde hiphopfans onrecht aandoen. Wij zijn namelijk niet echt thuis in de hiphop. Maar de man die ooit zei dat hiphop dood was, schreeuwde nu luid van de daken dat hiphop nog leefde. En hij leek nog gelijk te krijgen ook, want de wei was tot aan de rand gevuld met enthousiaste fans, die luid “Represent” mee scandeerden.

Dag twee was voor ons eerder een mager beestje, maar we onthouden zeker het knutselwerk van The Notwist, de branie van Klaxons en de koppigheid van Psycho 44.

29 oktober 2014
Patrick Van Gestel