Dour 2013 - Headliner bevestigt

Plaine de la Machine à Feu, Dour, 23 juli 2013

De modder van de editie 2012 was vervangen door stof, dat bij momenten in dikke wolken opsteeg uit de Luxemburgse grond. Dat leidde bij valavond tot adembenemende zichten op de ondergaande zon. Maar het was voor de muziek dat we weer naar dit onooglijke Waalse dorpje waren getogen. En muziek zouden we krijgen. Tot het zweet ons uitbrak.

Dour 2013 - Headliner bevestigt



Er wordt wel eens gefluisterd (of luid geroepen) dat postrock dood is. Maar toch blijven er nog meer dan genoeg groepen hardnekkig het laatste strohalmpje vasthouden. Op Dour 2013 was daar And So I Watch You From Afar, maar ook Maybeshewill, die kwamen bewijzen dat het einde nog niet was bereikt. Die laatste groep deed dat door het veelvuldig verweven van toetsen doorheen de verschillende gitaarlagen. Niet bijzonder origineel misschien - ook de keuze van de "You've got to get mad"-sample uit 'Network' was dat niet - maar het werd wel gebracht met overtuiging en geloof in eigen kunnen, hetgeen resulteerde in een vrolijk meebangend publiek.

Ook post-iets, alleen zijn wij er nog niet helemaal uit post-wat: Electric Electric. Met een berg ter plekke aangemaakte gitaarsamples, synths en een bijzonder strakke drummer, neigde dit trio naar vroege Battles, voegden ze occasioneel wat dubbelzang toe aan het geheel en rockten ze de zweetdruppels uit menige porie. Herhaling was een constante binnen dit funky trio en dat tot net voor je je af ging vragen hoe lang dit nog kon duren. Spannend tot de laatste noot.

Pelican was één van de bands die hoog op ons verlanglijstje stonden op deze editie van Dour. En hoewel de techniek er alles aan deed om het concert in het honderd te doen lopen (de snare verdween ergens halverwege uit de mix en het geluid in de tent leek soms wel op de ingewanden van een reus na een slecht bekomen maaltijd), toonde de band toch een verbeten vastberadenheid om er nog iets van te maken en werd het uiteindelijk bij een hels Dead Between The Walls toch nog een headbangfeestje. Deze band verdiende beter.

Dan was dat bij Torche toch een heel stuk minder. Ook zij kregen de sound niet op punt gesteld, waardoor bijna alle nuance verdween in een onoverzichtelijke brij. Zanger-gitarist Steve Brooks probeerde dan nog te compenseren door de clown uit te hangen en met gitaar op de grond te gaan rollen (ongetwijfeld een ironische knipoog, maar ook dat kwam niet over), maar in dit geval kon dat niet meer baten. Techniek – Torche: 1-0 en dat was vreselijk jammer, want deze band heeft de songs om metalpotten te breken.

Zijn reputatie gaat hem ondertussen vooraf. Bij Dan Deacon zijn het steevast prettig gestoorde feestjes. Ook op Dour deed de man het publiek een danswedstrijd ondergaan en werd een treintje door de tent opgezet. Maar laten we wel wezen: ook de muziek mocht er zijn. Met twee drummers is de elektro die hij brengt ook zonder de “truken van de foor” heel dansbaar en eigenlijk is dat het belangrijkste.

Doe ons maar de Mark Lanegan Band, die een puik concert neerzetten en zich van de omstandigheden (een bloedhete tent, aanvankelijk weinig publiek) weinig aantrokken. Met een bijzonder smaakvolle en sobere lichtshow werden Lanegans duistere songs nog meer onderstreept. Vanaf het moment dat de schimmige gitaar doorheen The Gravedigger’s Song waarde, waren wij verkocht. En het niveau zou een uur lang angstvallig hoog blijven. Of Lanegan nu voor moderne Sinatra speelde, dan wel alle helleduivels aanriep, elke keer weer voelden wij de rillingen over onze oververhitte ruggengraat lopen. En daarvoor hoefde hij enkel maar bij zijn microfoonstandaard te blijven staan en zijn door het leven getekende stem laten horen. Of hoe minimaal ook groots kan zijn.

Dat The Vaccines ondertussen een grote naam zijn geworden bewees niet alleen hun respectabele plaats op het hoofdpodium, maar vooral de en masse meegezongen opeenvolging van hits die ze in een razend tempo op het publiek afvuurden. Frontman Justin Hayward-Young, een boomlange brok energie, verkende alle hoeken van het podium en jaagde het publiek op tot werkelijk iedereen aan het dansen was.

Wolf Pack bijvoorbeeld was strak en toonde aan dat The Vaccines iets meer zijn dan de zoveelste band met een zanger met een donkere stem. Het nieuwe Melody Calling werd op akoestische gitaar gebracht en liet dan weer een poppier kant zien. Het beloofde dat er nog meer moois zit aan te komen voor deze band.

De reputatie van Converge is zo stilaan onverwoestbaar. Voortdurend worden ze als inspiratiebron genoemd en ze blijven platen maken, die de moeite waard zijn. Jacob Bannon, het trainingsvest tot onder zijn kin dichtgeritst, sprong in het rond als een kortgeschoren en volgetattoeëerd Repelsteeltje, zijn microfoon wild rondslingerend of dreigend hem in het publiek te gooien. En ondertussen zette de band achter hem een retestrakke set neer, die over het publiek, dat toch nog de adem vond om loos te gaan, heen walste. Converge zeg maar. En hoe!

Amon Tobin bracht een dj-set. Wij hebben de ziel uit ons lijf gedanst op zijn plaatjes. Meer moet dat niet zijn, toch?

Iemand vroeg ons tijdens het optreden van Four Tet om welke muziek het hier ging. Techno, drum’n’bass, of eerder progressive. de man wilde een vakje om wat hij hoorde te plaatsen. Moeilijk om daarop een antwoord te geven, want Kieran Hebdans muziek laat zich niet gemakkelijk indelen. We hoorden jazzy beats die soms bijna volledig stilvallen, we hoorden stukken muziek die leken of ze live werden gespeeld, maar toch uit ‘s mans laptop kwamen. Hij mixte naar gewoonte uit eigen gepubliceerd en te publiceren werk en maakte van zijn set een organische soundscape die enkel kan omschreven worden met zijn naam. Dat noemen wij een opmerkelijke verdienste.

Kristof Van Landschoot, Patrick Van Gestel

23 juli 2013