Dour 2012 - De tien toppers van (kvl)

Plaine de la Machine à Feu, Dour, 17 juli 2012

We zouden kunnen zeuren over de modder die tot aan de enkels stond, over de onbegaanbaarheid van het terrein en over de onophoudelijke regenbuien die we op de nek kregen. Maar daarmee zouden we voorbijgaan aan waar het echt om draaide: de muziek. (kvl) selecteerde de tien shows die u eigenlijk niet had mogen missen.

Dour 2012 - De tien toppers van (kvl)



St. Vincent (vrijdag, Petite Maison Dans La Prairie)
De looks, een indrukwekkende gitaartechniek, de ballen aan het lijf, een getalenteerde groep muzikanten, een reeks prachtige songs, een voortreffelijke manier van kleden, interessante bindteksten, invloedrijke vrienden en een punkattitude waar Sid Vicious jaloers op zou zijn. Wat ontbreekt nog in het leven van Annie Erin Clark aka. St. Vincent? Behalve onszelf kunnen we niet meteen iets bedenken eigenlijk.

Van opener Marrow tot het van The Pop Group geleende She Is Beyond Good And Evil inclusief de indrukwekkende stagedive tijdens afsluiter Krokodil, wij zijn weer, opnieuw en nog altijd verliefd op haar en haar muziek.

Squarepusher (donderdag, Dance Hall)
Wat doet een Higgs-Boson in zijn vrije tijd, als het gedaan heeft rondjes trekken in de Large Hadron Collider? Rondspringen met andere elementaire deeltjes in de computer van Squarepusher, dat is wat het doet. En allen samen vormen ze een energetische opstoot, die in alle richtingen stuitert en muziek vormt waar mensen op Dour dan van kunnen genieten.

Het was een relatief klassieke set die Squarepusher kwam spelen: een tiental nummertjes, van elkaar gescheiden door een enthousiast applaus en een kleine pauze voor het volgende nummer begon. Maar in elk nummer leken duizend ideeën verwerkt, die allemaal ogenschijnlijk willekeurig tegen elkaar aan waren gegooid. En hoewel het voor sommigen misschien een kakofonie leek, uiteindelijk vermoedden we in al die geluidjes het bestaan van een soort periodieke tabel van de elektronische muziek. En dat vonden we dan weer heel mooi.

Ook de lichtshow was om van te likkebaarden. De man had een helm op waarin een zwart-witscherm was gemonteerd. Samen met het zwart-witscherm achter en voor hem zorgde dat voor een visueel spektakel op drie niveaus, dat heel onaards aandeed. Het enige minpuntje? Op het einde van de set moest de man zich laten gaan op zijn basgitaar, die weliswaar vervormd werd tot elektronische muziek, maar oneindig veel minder boeiend was dan wat hij de vijftig minuten daarvoor uit zijn laptop had getoverd.

Bon Iver (zaterdag, The Last Arena)
We kunnen blijven klagen dat Bon Iver groot geworden is nog voor we goed en wel een kans hebben gekregen om hem te leren kennen, maar dat verandert niets aan het feit dat hij sinds zijn grammy-award met zijn muziek meerdere weiden kan vullen en dat wij die nu moeten aanhoren met de knieën in de modder, omringd door tieners die babbelend wachten op Skinny Love in plaats van in een knusse zaal.

Maar zelfs in die omstandigheden wist de man te beroeren. Eigenlijk is Bon Iver ondertussen een groep van acht man geworden, waaronder vier blazers en twee drummers. Het podium stond goed vol, dus. Nummers kwamen vooral uit zijn tweede plaat en werden lang uitgesponnen of gingen bijna ongemerkt in elkaar over zoals Minnesota, WI en Wash. Blood Bank werd met een saxsolo ingezet en kreeg een stevige gitaarsolo mee, maar het leek allemaal over de hoofden van het publiek te gaan tot Skinny Love aan de beurt was en het publiek eindelijk de aandacht opbracht die de bijwijlen stille muziek van Bon Iver verdiende.

Een lang uitgesponnen Calgary bracht goede herinneringen aan de vroege jaren tachtig terug en bij hoge uitzondering mocht er ook nog een bisnummer af. Buiten de tijd kregen we nog For Emma mee, en we werden weer zo ontroerd als in 2008, toen die wondermooie debuutplaat maanden aan een stuk in de cd-speler vastgeroest zat.

The Flaming Lips (zondag, The Last Arena)
Zou Wayne Coyne van The Flaming Lips ooit eens een offday hebben, waarop hij niet in een ballon over het publiek wil rollen of confetti wil af schieten over de hoofden van de fans? Zou er ooit een dag komen dat we het beu zijn om vrouwen “in hunne puren” op cimbalen te zien meppen? Niet echt, nee. En eens de gadgets hun werk hebben gedaan en iedereen vreugdevol was gestemd, werd er wel degelijk goede muziek gemaakt.

In vijfenzeventig minuten passeerden zowel enkele hits (The Yeah Yeah Yeah Song, Yoshimi Battles The Pink Robots) als obscure parels, zoals het enkel voor record store day uitgebrachte Is David Bowie Dying? of het enkel op een USB-stick in de vorm van een gummy doodskop uitgebrachte Drug Chart. Afsluiter Do You Realize bracht de mooist mogelijke boodschap om de laatste overgebleven zuurpruimen te overtuigen: je hebt het mooiste gezicht!

Caribou (donderdag, Clubcircuit Marquee)
Bij Caribou is er geen plaats voor ego's. De vier mannen stonden in het donker, knus bij elkaar, in het midden van het podium. De set bestond voornamelijk uit minder bekend (misschien zelfs nieuw?) materiaal, dat lang werd uitgesponnen en een repitief karakter kreeg. De hits in het begin (Kaili en Leave House) hadden wat sfeer gemaakt maar daarna leek het publiek vooral te wachten op nog meer hits. Odessa en een fantastische, lang uitgesponnen versie van Sun maakten dat wie nog niet was vertrokken naar Franz Ferdinand daar toch voor beloond werd.

Dâm-Funk (zaterdag, Magic Soundsystem)
Dat een paar keyboards en een drumset volstaan om goede funkmuziek te maken kwam Dâm-funk bewijzen op zijn laatste optreden in Europa. De man is al meer dan twintig jaar bezig en stond erop te vertellen dat hij indertijd zijn eerste platen had gemaakt zonder Protools of Garageband, maar puur met "elbow grease". Bloed zweet en tranen in het Nederlands.

Hij liet het niet na ook nog eens uit te halen naar de andere jonkies die hun klassiekers zoals Prince en Herbie Hancock niet kennen en demonstreerde zijn ervaring met het uit 1988 (!) daterende It's My Life, dat zo snel ging dat het bijna punkrock leek. Tegen de aan "the ladies" opgedragen afsluiter Out Of Body Experience was de hele tent aan het dansen. En wij ook.

The Computers (zondag, The Last Arena)
Het zat The Computers niet mee. Toen ze in hun witte pakjes de main stage betraden regende het bakstenen en moest je al goed gek zijn om in de modder te blijven staan. Wij hebben hun entree dus gemist. Maar toen de regen wat geminderd was, waren we er als de kippen bij en merkten dat zanger Alex Kershaw zich inclusief microfoonstatief en gitaar zo goed en zo slecht als het ging in de middengang tussen het publiek had gepositioneerd. Hun met humor doorspekte garagerock zorgde er voor dat de pakweg vijftig toeschouwers moeiteloos vergaten dat ze tot aan de enkels in de modder stonden.

The Rapture (zondag, Clubcircuit Marquee)
De bastaardkleinzonen van John Lydon wonen in New York, spelen allemaal in dezelfde band en ze maken de meest aanstekelijke dansmuziek! De band heet The Rapture, is ondertussen een gevestigde waarde geworden en speelde op Dour van het begin tot aan het einde van hun set ongelooflijk precies, hield er een strak tempo op na en doseerde hun hits waardoor de sfeer naar het einde toe niet anders dan uitzinnig kan omschreven worden. Game, set and match!

Pantha Du Prince (vrijdag, Dance Hall)
De muziek van Pantha Du Prince is op het eerste gehoor niet uitzonderlijk. Zijn ritmes zijn minimaal, donker en monotoon, maar fris genoeg om aangenaam te blijven. Sommigen uit het publiek toonden hun appreciatie door de metalen steigers van de tent te beklimmen, wat gevaarlijk leek en vooral overbodig. Het was voor iedereen duidelijk dat dit een van de sterkste sets van het weekend was, en ook Pantha Du Prince zelf had er schik in en moest tot drie keer toe aangepord worden door de stage manager om er een eind aan te breien.

James Blake (dj-set) (vrijdag, Red Bull Electropedia Balzaal)
We hebben dubstep altijd een beetje muziek gevonden voor mensen die te lui zijn om te dansen, maar James Blake is in zijn eentje langzamerhand gaten in ons vooroordeel aan het prikken. Het was voor een dj-set dat hij naar Dour was afgezakt en het verbaasde niet dat hij in zijn platenbak nummers had gestoken waarvan de bassen op de schaal van Richter worden genoteerd. Wat ons wel verbaasde is dat hij ons aan het dansen bracht met nummers van (met dank aan Shazam) El-B, The Cheaters en Coki. Hun muziek moeten we duidelijk nog eens nader beluisteren. Misschien worden we zo toch nog een dubstephead. Of hoe heet dat in het jargon?

Uitsmijter: Hiphop (alle dagen, overal)
Op de meeste festivals wordt hiphop stiefmoederlijk behandeld. Als er al een plaatsje voorzien wordt, is het eerder een schaamlap dan een bewuste visie van de programmatoren. Niet zo op Dour: Dilated Peoples mocht topdag zaterdag afsluiten na Bon Iver en trok meer publiek dan die laatste. The Pharcyde speelde een volle tent plat. Het aantal Franstalige hiphopgroepjes dat er geprogrammeerd stond was niet op twee handen te tellen en onbekendere namen als Doom en Murkage kregen evengoed een kans zich te bewijzen. Die variëteit appreciëren wij enorm.

17 juli 2012
Kristof Van Landschoot