Dour 2010 - Dames van adel, oude gloriën en zingende MC's

Festivalterrein, Dour, 22 juli 2010

Met haar zes podia kan Dour heel veel verschillende genres over die vier dagen spreiden. Iedere dag komt er evenwel één genre uitgesproken aan bod. Zo staat de zondag sinds jaar en dag bekend als de reggaedag, op zaterdag stelt Lefto het hiphop-programma samen, op vrijdag vind je vooral rock op het hoofdpodium en op donderdag komen de drum’n’bass-liefhebbers aan hun trekken. Maar staar u daar vooral niet blind op. Elke dag viel er voor elke muziekliefhebber wel iets te rapen.

Dour 2010 - Dames van adel, oude gloriën en zingende MC's



Al snel werd duidelijk dat de “show” in Showstar daar niet zomaar staat. Frontman Christophe Danthinne – inderdaad, het gaat hier wel degelijk om een Belgische groep – weet perfect hoe hij de show moet stelen. En daarvoor zijn alle middelen goed : gelaatsuitdrukkingen, handbewegingen, interactie met het publiek, de drummer bijstaan, … .
Elk nummer komt hij wel met iets nieuws op de proppen.

En ook de muziek loont zeker de moeite. Wij hoorden Psychedelic Furs (Dan) en Oasis (Uruguay, niet toevallig een song voor het desbetreffende voetbalteam), maar er zijn nog heel wat (Britse) invloeden die je erin kan zien. Het was in elk geval schitterend om te zien hoe deze band al vroeg op de dag de Club Circuittent op de knieën kreeg. De standaard was gezet. Aan de rest van het programma om die te halen en/of te overtreffen.

Curieuze naam, Wild Beasts, want veel wilds gaat er van hun muziek niet uit. Niet dat dat ook maar iets hoeft te betekenen, want met hun geïnspireerde en ingenieuze indierock wisten de heren de Club Circuittent wel te boeien. Vooral zanger-gitarist-toetsenist en ideale schoonzoon – dat haar was misschien iets te lang – viel op vanwege zijn kenmerkende stem: soms opvallend hoog, dan weer vrij laag, maar steeds erg strak. Spannende basintro’s van die andere stem Tom Fleming (The Fun Powder Plot), subtiele en erg gerichte toetsen (The Devil’s Crayon), schitterende stemmen, Wild Beasts had het allemaal.

Wie nog durft beweren dat metal op sterven na dood is, heeft duidelijk Baroness niet aan het werk gezien. Met een niets ontziend geweld ontpopte deze dame van adel zich tot een ware pletwals. Spannende gitaarduels, grunts in samenzang, op zowat alle mogelijke vlakken werden de metalclichés hier doorbroken.

Na de instrumentale intro was Jake Leg slechts de eerste akte van een toneelstuk dat ons tot de laatste seconde geboeid hield. Logisch dat er dus een spetterende moshpit ontstond voor het podium en dat een onverlaat het waagde om (tot tweemaal toe) het podium op te springen. Maar de hoofdrolspelers speelden het dak van de tent en genoten tot het doek viel. Wij hebben de toekomst van de metal gezien, en de naam is simpelweg Baroness.

David Eugene Edwards is niet meteen van een kleintje vervaard. Het was dan ook niet echt een verrassing dat hij een Hongaars strijkorkestje bij zich had, dat op het teken van de meester het voortouw mocht nemen. Ziehier Woven Hand & Muzsikas. Af en toe kreeg de band ondersteuning van enkele van de strijkers, maar verder werd er gewoon afgewisseld, tot groot jolijt van het Club Circuit dat de volksmuziek maar wat graag over zich heen liet komen.

Maar dat nam niet weg dat Edwards nog steeds zijn gedreven en gespannen zelf was, dat de songs nog steeds als gesels over de ruggen van de toeschouwers daalden en dat ook zijn band de teugels stevig in handen hield. Probleem was wel dat door het voortdurende afwisselen de spanning steeds opnieuw terug moest opgebouwd worden. Maar al bij al was dit toch weer Woven Hand ten voeten uit. Naar verluidt bundelden beide bands hun krachten naarmate het concert vorderde. Maar dat hebben wij helaas gemist.

Na de triomftocht van Faith No More op Pukkelpop vorig jaar en de talloze filmpjes van hun optredens op het internet, was het in spanning afwachten of Mike Patton ook dit keer weer The Last Arena zou doen daveren. Tegen de gekende roodfluwelen achtergrond zette de band het concert in met hun versie van Theme From Midnight Cowboy. En daarmee werd precies geaccentueerd wat deze band zo speciaal maakt: zonder enige gène durven zij de meest melige nummers tussen hun keiharde crossover te zetten. Ooit werd dat op boegeroep onthaald, maar dezer dagen is de iPodgeneratie niet anders gewend.

Er werd gekozen voor een niet voor de hand liggende setlist met wel enkele van de meer bekende songs (Midlife Crisis inclusief Stevie Wondertussendoortje en publieke inbreng, Epic,Easy, …), maar verder vooral met minder bekend werk. Toch lovenswaardig dat je daarmee ook een spannende set kan neerzetten. Uiteraard was er ook nog plaats voor de nodige humor, was hij zijn aimabele zelf (“you filthy creaure”) en ging hij tot het uiterste van zijn stembanden tijdens een cover van Michael Jacksons Ben.

Afgesloten werd er met Just A Man, waarbij Patton nog even het decor afbrak en een kind de stuipen op het lijf jaagde. Als bis werden A Small Victory en Be Aggressive op het publiek losgelaten. Nee, wij waren niet teleurgesteld, maar eerder tevreden om Faith No More toch nog een laatste keer aan het werk gezien te hebben, want de tour loopt op zijn einde en verdere plannen voor nieuwe platen dan wel nieuwe optredens zijn er nog niet.

Op de openingsdag konden wij ook nog de laatste minuten van de set van DJ Marky & Stamina MC meepikken. Die brachten ons 90 minuten liquid drum’n’bass, met een zingende MC daarbovenop. Dat die MC niet rapte was toch wel opmerkelijk. Hun grootste hit LK hadden ze gespaard als laatste tune, waarop The Magic Tent helemaal losbarstte.

Ooit zijn we van een wilde avond Ten Days Off teruggekeerd als fan van Modeselektor. Waar we toen met ons verwarde verstand zaten is niet meer bekend, maar het moet een rare kronkell zijn geweest. Als we hen bloednuchter bekijken dan merken we dat ze in wezen weinig verschillen van andere dansproducers en hun sets een opeenvolging zijn van lome beats voorzien van alle truken van de foor. Langzaam opbouwen, de beats op de juiste momenten wegfilteren om het volk te jennen en op het juiste moment terug laten invallen en een stijlvolle setting met mooie graphics. Apparat zorgde voor wat vocalen daarbij waardoor het project de naam Moderat meekreeg. Best leuk en oersaai tegelijkertijd.

Het meer visceuze materiaal van DJ Hype feat. Daddy Earl resulteerde in veel stevigere drum’n’bass, maar ze waagden zich eveneens aan wat elektro en dubstep. Hier hoorden we overigens wel dat typische UK-accent van de rappende MC. DJ Hype sloot zijn set af met Netsky’s herwerking van Tomorrow’s Another Day (Collie Buddz), waarop wij wijselijk besloten om ons tentje op te zoeken.

Kristof Van Landschoot, Patrick Van Gestel, Wouter Verheecke

22 juli 2010