Domino 2011: Belle & Sebastian, Zoey Van Goey - Gaten in geitenwollen sokken gedanst
Ancienne Belgique, Brussel, 11 april 2011
Het Dominofestival kon van geen betere dag dromen om Belle & Sebastian te programmeren. Een Belg die de kassei mocht kussen in de koers - en dan hebben we het niet over Tom Boonen - en temperaturen die Brussel en omstreken collectief in de zon deden nestelen, dat zijn dingen waar een mens vrolijk van wordt. Net zoals van Belle & Sebastian die, wanneer de blauwe lucht stilaan ingewisseld werd voor het nachtelijke zwart, de zon kordaat terugriepen.

Zoey Van Goey, de band waarvan B&S-frontzanger Stuart Murdoch de eerste plaat producete, werd meegevraagd als support-act. Begrijpelijk : veel nummers van het Glasgows allegaartje hebben een al even poppy en uptempo karakter als de groep van Murdoch. Met nummers als The Cake And Eating It werd de zaal in gereedheid gebracht voor de headliner van de avond - en van het festival, als je het ons vraagt.
Laat ons eerlijk zijn: Belle & Sebastian is niet echt het toonbeeld van onversneden rock 'n roll, laat staan van seks en drugs. Geitenwollen sokken en kamillethee lijken meer bij de band te passen. Kwalijk wordt hen dat in ieder geval niet genomen. In een oogopslag was de AB uitverkocht. Dat Murdoch en zijn gevolg hier voor de derde keer in een goed decennium stonden, kon alleen maar feest betekenen.
De Schotse band, een dertienkoppig popmonster, opende meteen overtuigend met I Fought In A War. Bij golden classic I'm A Cuckoo werd het meteen duidelijk : de frêle Murdoch zou niet naar huis gaan voor hij leeggedanst was. Bij The Blues Are Still Blue leek het publiek al meteen met de microbe van de frontzanger besmet te zijn.
Dat er vooral gehoopt werd op oude nummers, kon het publiek niet verbergen. «We will play some new ones, some middle ones and some old ones.», vertelde Murdoch, die wel heel erg begaan was met het welzijn van zijn gehoor. Bij de begintonen van The Boy With The Arab Strap riep hij vijf fans op het podium, en beloonde de uitzinnige dansers op het eind van het nummer elk met een medaille.
Een nummer uit de middle period zou Women's Realm moeten zijn. Wonderlijk hoe Murdoch een publiek zo makkelijk naar zijn hand kan zetten. Hij diende maar een halve vraag te stellen of de AB klapte al guitig mee met de zonovergoten song. Aan zomer geen gebrek, in de zaal: I Want The World To Stop of het heerlijke Piazza, New York Catcher deed ons prompt de zonnebril terug bovenhalen.
De flair van Murdoch mocht dan wel het humeur van de AB zwaar opgekrikt hebben, ere wie ere toekomt, hij kon ook vertrouwen op een horde klasse-A-muzikanten. Het strijkkwartet, door de AB zelf aangeleverd, worstelde zich probleemloos door nummers die bijwijlen hele symfonieën leken te zijn en met zangeres Sarah Martin lijkt Isobel Campbell, die in 2002 de band verliet, ook helemaal vergeten.
Dat Belle & Sebastian weinig verkeerd kon doen bij zijn toehoorders is een voldongen feit. Enig minpunt dat we kunnen vermelden is dat de klassiekers maar weinig aan bod kwamen. Zo misten we vooral If She Wants Me of pakweg If You're Feeling Sinister.
Ondanks het probleem te veel goeie songs te hebben, wist Belle & Sebastian er toch een aangenaam en uiterst dansbaar concert van te maken, dat afgesloten werd met bisnummers The State That I Am In en Me And The Major.