Domino 2011: Agnes Obel, Clare Louise - Ovatie zonder kippenvel

Ancienne Belgique, Brussel, 11 april 2011

Domino is een ontdekkingstocht, altijd al geweest. Langs dubieuze experimenten en onwaarschijnlijke geluiden wordt u hier de toekomst van de muziek voorgesteld. Maar tussen de noise en het gepiel zitten ook altijd enkele meer bekende artiesten. In de editie 2011 zijn dat Belle & Sebastian en de Deense Agnes Obel, die concerten aan razendsnel tempo doet uitverkopen, dit jaar alleen al drie keer in België.

Domino 2011: Agnes Obel, Clare Louise - Ovatie zonder kippenvel



Die Agnes Obel wordt voorafgegaan door Clare Louise, die met brio en twee muzikanten (Cedric Van Caillie op gitaren, banjo, mandoline en basdrum en Charlotte Danhier op cello; beiden fungeren ook nog eens als achtergronvocalisten) haar folk brengt.

Meest opvallende eigenschap aan deze Franse zangeres is haar stem, die soms bijzonder geforceerd lijkt, alsof elke spier in haar keel gespannen staat en de kaken opeengeklemd zijn. Bij de hoge noten lijkt het soms of Joni Mitchell op het podium staat. Het geheel heeft soms iets van een vaudeville, ook al vanwege die stem, bevat soms het nodige drama, maar klinkt vaak ook ontspannen, als er bijvoorbeeld flamencogitaren en handgeklap in haar songs verwerkt worden. Ongetwijfeld is hier een markt voor. En een deel van de doelgroep zat duidelijk in de zaal, want de reacties waren bijzonder enthousiast

Nu is het uiteraard zo dat, als een concert is uitverkocht, het uit den boze is om ook maar één negatief woord te laten vallen over dat optreden. Aan die indruk viel gisteren evenmin te ontsnappen. Niet dat de show van Agnes Obel niet mooi was, maar het publiek moest dit gewoon goed vinden, op het risico af op de brandstapel te worden gezet. Misschien maar beter dat we hier onze woorden wikken en wegen vooraleer ze in bits om te zetten.

Dat het sober gehouden zou worden, was vooraf al duidelijk. Ook op haar debuut ‘Philharmonics’ wordt het eenvoudig gehouden. En hier was er zelfs nog een celliste aan de line-up toegevoegd. Eerder die dag lazen we in een interview nog dat ze haar liedjes beschouwt als aanzetten tot, niet als afgewerkte producten. Maar in de AB was dat toch weer anders. De cello zorgde voor de opvulling van de gaatjes. Daarnaast haalde Anne Müller ook nog de akoestische gitaar boven tijdens Brother Sparrow, zette ze ook de melodica in en zorgde ze, waar nodig, voor de dragende, tweede stem.

De aanzet van het concert was instrumentaal, iets wat nog drie keer zou herhaald worden. Maar eigenlijk was Obels stem nog het meest indrukwekkend (ook al struikelde ze een keertje). Het is met dat instrument dat ze de zaal echt klein kreeg. En dat hoefde niet altijd met haar eigen nummers te zijn. Haar interpretatie van John Cales Close Watch was bijzonder mooi, zij hamerend op de piano en de kale versie van Cale zowaar leven inblazend. Ook de traditional Katie Cruel – de ultieme bis - kreeg een spannende versie mee.

Tussendoor zorgde de Deense pianiste ook voor de nodige ontspanning, door grapjes te maken met haar celliste en Brussel te beschrijven als de perfecte kruising van Berlijn (waar ze momenteel woont) en Parijs. Maar verder was het één en al ernst en mocht het publiek de hiaten, die ze in de songs liet, helemaal zelf opvullen.

Naast de nummers van haar debuut haalde ze ook twee nieuwe songs boven. Songs die beiden nog geen titel hadden en waarvoor ze het publiek uitnodigde om suggesties te doen. Vooral dat laatste liedje – het eerste bisnummer – deed bij ons de herinnering aan Satie, degene met wie haar werk het meest wordt vergeleken, opborrelen.

Dit was een aangename avond. Of het optreden echt de dubbele, staande ovatie verdiende, durven we in twijfel te trekken. Daarvoor ontbrak het te veel aan kippenvelmomenten.

11 april 2011
Patrick Van Gestel