Domino 2010: Tape Tum, Marble Sounds, The Bear That Wasn't - Als zweven in een zeepbel
Ancienne Belgique, Brussel, 10 april 2010
In de Brusselse Ancienne Belgique zijn ze opnieuw vertrokken voor wat alweer een boeiende editie van het Dominofestival moet worden. Een Belgisch onderonsje van The Bear That Wasn't, Marble Sounds en Tape Tum mocht het feest op gang trappen in de gezellige Club: klein zaaltje, klein podium.

Maar dat verhinderde The Bear That Wasn’t allesbehalve om elk hoekje van dat kleine podium met negen man te bezetten. Iets wat resulteerde in een bonte verzameling van strijkers, toetsenisten, gitaristen, een achtergrondzangeres, een drummer en natuurlijk frontman Nils Verresen, die ondertussen één geworden lijkt te zijn met zijn akoestische gitaar.
Het setje van The Bear That Wasn’t klopte volledig. Elk melodietje, elke noot en elke zanglijn zat met een zekere precisie netjes op z’n plaats, met hier en daar een zweem sprookjesachtig xylofoongetokkel. Reken daar nog eens de zachte stem van Verresen bij, en je kreeg een combinatie die liedjes als Sour Apple en Your Huckleberry Friend tot echte pareltjes maakte. Om met gesloten ogen van te genieten.
Verresens charmante humor over pluchen knuffelleeuwen met de naam Tony en een teleurstellend bezoek aan Disneyland werkten moeiteloos op het gniffelgemoed van het publiek. Het heftige Headphones overdonderde, in positieve zin, door het knappe gitaar- en zangwerk.
Er zou echter wel wat vaker van dat brave pad afgeweken mogen worden, maar dat leek The Bear That Wasn’t nog te schuwen. Spijtig, want de zoete luisterliedjes konden daardoor niet altijd blijven boeien en deden soms zelfs wat klef aan.
Marble Sounds ging verder waar The Bear That Wasn’t geëindigd was. Hun songs klonken ingetogen, maar toch was er hier en daar een hoekje af. En natuurlijk was er ook Pieter Van Dessels dromerige stemgeluid.
Het obscure Redesign kreeg plots een ruw kantje mee, omdat bassist Frederik Bastiaensen zijn basgitaar extra hard onder handen nam, terwijl het dan weer zachtjes meewiegen was op de flow in nummers als We Slow en Come Here.
Spijtig van het gastrolletje van de extra zangeres die ze voor de gelegenheid meegebracht hadden. Haar iele, hijgende stem was er iets te veel aan en deed soms afbreuk aan het catchy stemgeluid van Van Dessel. Maar dat is slechts een niemendalletje dat ze zelf snel deden vergeten dankzij een mooie versie van The Time To Sleep, dat heel de Club vier minuten lang in een zeepbel liet meezweven.
En dat zweven ging gewoon door tijdens het optreden van Tape Tum. Terwijl de broers Lieven en Benjamin Dousselaere het album ‘The Night We Called It A Day’ slechts met hun tweeën in elkaar geknutseld hebben, nodigden ze live nog een extra drummer, trompettist en toetsenist uit.
Hun set bracht een variatie aan klanken: van ruisende feedback in het mysterieuze Spiders tot heerlijk lang uitgerekte funk in Tell Me Something, dat hier en daar tussen het publiek enkele danskriebels ontlokte, om dan weer met veel trompetgeschal het dromerige Zimmer in te zetten.
Terwijl Tape Tum op plaat een zweverige droomwereld lijkt te scheppen, werden live alle registers open getrokken. Daardoor zijn hun optredens een stuk energieker en soms ook wel wat chaotischer. Zo lieten ze de remmen helemaal los tijdens Marlene, waarin de gitaren en drums door de boxen gierden.
Safety gold dan weer als rustpunt, net als het vrolijke Yepepe, dat heel relax begon maar later volledig ontspoorde in een bont allegaartje van elektronica, trompet en andere vrolijke deuntjes.
Maar met Crabp werd een nieuwe lading energie aangeleverd, net als tijdens Heart of Gold - een titel die trouwens wel vaker voor een song gebruikt wordt, gaven ze zelf toe. Neil Young moet zowat de trendsetter geweest zijn. Heart of Gold mocht dan misschien kalmpjes aan beginnen, naar het einde toe lieten ze de song lekker bombastisch losbarsten.
Met een zinderende versie van Wheelchaired, dat ook live mooi overeind bleef ondanks de opeenstapeling van bliepjes, klikjes en riedeltjes, liet Tape Tum de zeepbel, waarin het publiek nog steeds verder zweefde, zachtjes springen. En zo viel ook het doek over de eerste geslaagde Dominoavond.