Domino 2010: Rain Machine, Fool's Gold, The Strange Boys - Het lot van de ontdekkingsreiziger
Ancienne Belgique, Brussel, 11 april 2010
Een recensent vergelijken met een ontdekkingsreiziger is misschien iets te pretentieus. Maar toch, een festival als Domino heeft wel iets weg van een reis naar het onbekende. De groepen die er optreden zijn zo goed als onbekend of komen net aan het raam piepen. Met The Strange Boys, Fool’s Gold en Rain Machine was dat niet anders. En dus trokken wij met rugzak, kompas en open geest op onderzoek.

In het land van The Strange Boys is alles vrij eenvoudig. De rock-‘n-roll van deze jongemannen uit Texas valt terug op de basis: eenvoudige rock waarop je spieren automatisch gaan reageren. Geen overbodig gelul tussen de nummers door, maar gewoon het ene nummer aan het volgende vastmaken en doorgaan. Op die manier werd de spanning constant vastgehouden, en daarbij viel geen enkel nummer uit de toon.
Het wat afgeknepen stemgeluid van zanger Ryan Sambol deed ons denken aan Andrew Dorff, die ooit nog een inmiddels al lang vergeten radiohitje (Supercool) scoorde. En ook de naam van Chuck Berry schoot door ons hoofd. Sambol en de andere gitarist, Greg Enlow, speelden om beurt solo’s, terwijl de ritmesectie - bassist Philip Sambol en drummer Mikey La Franchi - het eenvoudig en to the point hield. Dit was in elk geval een ontdekking die de reis al verrechtvaardigde.
De habitat van Fool’s Gold was van een heel andere aard. Dit multiculturele gezelschap uit Los Angeles probeert allerlei exotische invloeden in een modern funkjasje te steken, en dat lukte bij momenten ook.
Terwijl in de opener nog wat reserves werden achtergehouden, trokken ze in het volgende nummer alle registers open. De combinatie van Afrikaanse gitaarriedeltjes en Latijns-Amerikaanse percussie werkte op dat moment dan ook perfect. Bovendien werd er gezongen in het Hebreeuws, wat de hutsepot van invloeden nog extra kruidde.
Maar, hoewel het eerder karig opgekomen publiek behoorlijk enthousiast reageerde op sommige van de songs, en Night Dancing in het bijzonder, leken wij na een eerste beet al door het zoete korstje heen te zitten. Daaronder bleek bovendien niet echt veel opwindends meer te schuilen. Het concert bloedde dan ook een beetje dood.
Terwijl het landschap van The Strange Boys boeiend, maar herkenbaar was, waren de wegen door het rijk van Kyp Malone - u misschien ook bekend van TV On The Radio - onherbergzaam en moeilijk berijdbaar. Om elke hoek kon zich een mijlendiep ravijn of een torenhoge rotswand bevinden.
In TV On The Radio is Malone een waardevolle hoeksteen, maar bij Rain Machine ontpopt hij zich als degene die het hele boeltje op sleeptouw moet nemen. En af en toe deed hij dat met verve en leidde hij ons als een ervaren berggids langs passen en prachtige valleie. Maar het volgende moment leek hij dan weer volledig het noorden kwijt te zijn en was er als toeschouwer geen touw meer aan vast te knopen.
Van Leave The Lights Off en Smiling Black Faces hebben we genoten, maar het solotussendoortje was eerder lach- en slaapverwekkend en brak de set bovendien volledig doormidden, zodat alle spanning in de sowieso al poreuze ondergrond verdween. Tijdens de wilde regendans die in afsluiter Winter Song werd uitgevoerd, was er nog een sprankeltje van heropleving, maar helaas was het kalf toen al volledig verdronken.
De derde Dominosteen was er een van wisselvallige kwaliteit, met af en toe een vlaag van helder inzicht en even vaak donkere periodes. Achja, dat is nu eenmaal het lot van de ontdekkingsreiziger zeker?