Domino 2010: Lou Reed's Metal Machine Trio - Niet slecht genoeg
Ancienne Belgique, Brussel, 23 april 2010
Wie het verhaal van 'Metal Machine Music' niet kent hoeft zich geen zorgen te maken: niemand kent het echte verhaal. Deze plaat met vier keer zestien minuten feedback en lawaai wordt door sommigen gezien als het begin van de noise, door anderen als een contractuele welgemeende fuck you aan de platenfirma, en door een enkeling - Lou Reed inclusief - als een serieus, artistiek statement. Dat wil Reed nu bewijzen met zijn Metal Machine Trio.

Hoezeer wij Lou Reed ook respecteren als songschrijver en gitarist, vragen wij ons af of zijn artistieke bron is opgedroogd. Laten we eerlijk zijn, na 'Magic And Loss' heeft de man geen enkele essentiële plaat meer gemaakt. Live zagen wij hem een gemakkelijke "Best of"-set brengen op Marktrock, een integrale 'Berlin' naspelen zonder enige nieuwe input, en op Jazz Middelheim voorzag hij John Zorn van wat achtergrondlawaai, dat naar onze mening vooral te genieten was in verregaande staat van dronkenschap. Wat bracht ons dan in 's hemelsnaam naar de AB, waar hij voor Domino "a night of deep noise" bracht? Nieuwsgierigheid wellicht.
Er was alleszins goed gecommuniceerd over dit optreden ("No songs!") want de zaal zat verre van vol. Een diep gegrom weerklonk al geruime tijd toen Reed en zijn twee compagnons het podium betraden. Ze begonnen met hun rug naar het publiek wat aan de knopjes te draaien van de versterkers, hetgeen middels een goed geplaatste gitaar resulteerde in de nodige feedback. Ook de rest van het optreden bleef de interactie met het publiek zowat onbestaande.
Het continue gedreun en gegrom had bijna iets therapeutisch: je kon jezelf nauwelijks horen denken. Het muzikale equivalent van een fles goedkope wodka: even de gedachten verzuipen, maar dan in lawaai. Het schelle geluid van de grote gong droeg daar zeker toe bij. Af en toe kwam er slagwerk (een erg grote trom) bij kijken. Even dachten wij aan de intro van Pink Floyds One Of These Days en dies meer, maar daarna gooide het trio het weer over een andere boeg.
Tot dan toe had de saxofoon vooral feedback opgepikt maar toen er korte riedeltjes op gespeeld werden en Reed plaatsnam achter een uitgebreid workstation en zijn gitaar op een normale manier op de schoot nam was het helemaal duidelijk: alle feedback en georchestreerde chaos ten spijt zou dit geen avond van anti-muziek worden. "Grootstadsklanken" is wellicht een juiste omschrijving. Het publiek zou niet beginnen jouwen en met dingen gooien of ostentatief de zaal verlaten. De meesten stonden het grijnzend of met open mond aan te zien.
We zouden deze performance absoluut geen meesterschap durven noemen. De gemiddelde jonge band zet in het repetitiekot ook wel eens graag de versterkers op "vollen bak" om zoveel mogelijk lawaai te maken, de ene nog luider dan de andere. Maar die band krijgt dan klachten van de buren in plaats van een podium in de AB. Alle artistieke aspiraties van Lou Reed ten spijt vonden wij dit niet van een hoger niveau dan die beginnende bandjes.
Eigelijk hadden we gehoopt op iets irritant slechts. Trommelvliessplijtende nonsens zonder enige lijn. Een roepend, tierend en kolkend publiek. Bierbekers naar het podium. Punk! Iets zó slecht dat het nog jaren geboekstaafd zou staan als het slechtste optreden ooit. Maar met een waarborg van twintig cent per beker en tienduizenden euro's aan materiaal op het podium kon men zoiets helaas niet verwachten. U zal het niet gauw lezen in een recensie, maar om goed te zijn, had dit optreden véél slechter gemoeten.