Dirty Projectors - Auditief avontuur
Ancienne Belgique, Brussel, 21 oktober 2012
Hun cd ‘Bite Orca’ zette de “Brooklynites” wereldwijd op de kaart en in recensies van hun recentste plaat ‘Swing Lo Magellan’ lees je constant dat dit hun meest poppy plaat tot nog toe is. Singles als Gun Has No Trigger en About To Die lijken dat beeld te bevestigen, al klinkt de band nog altijd zeer herkenbaar. Dat zorgde voor een niet helemaal volgelopen AB. Dirty Projectors is nog altijd een band voor muzikale avonturiers.
Dirty Projectors bracht gouwgenoten Callers mee naar Brussel. Die band heeft drie sterke troeven: een creatieve drummer, een charismatische zangeres en het eigenzinnige gitaarspel van Ryan Seaton. Maar aan beklijvende songs ontbreekt het nog een beetje en het geheel oogde wat statisch. Voorlopig nog geen bullseye dus, maar helemaal naast de roos zat het ook niet.
Met een droog “Hello” trapte Longstreth, sympathieke alleenheerser van een van de meest creatieve bands van dit decennium, de show van Dirty Projectors op gang. Maar liefst zeven albums zagen het daglicht tussen 2003 en heden. Toch putte de band in Brussel enkel uit recent werk: tien van de twaalf nummers van ‘Swing Lo Magellan’, vier nummers uit ‘Bite Orca’ en eentje uit de collaboratie met Björk ‘Mount Wittenberg Orca’.
De kabbelende titeltrack uit ‘Swing Lo Magellan’ leidde ons behoedzaam het universum van Dirty Projectors binnen, maar algauw bleek dat onze hersenen moeite zouden hebben met het verwerken van alle auditieve prikkels die afgevuurd werden. Michael Johnson leek wel een drummende hindoegod met vier armen en wat Amber Coffman, Haley Dekle en Olga Bell uit hun klankgaten lieten ontsnappen was onaards. Hun samenzang tijdens Wittenberg IV alias Beautiful Mother ontlokte dan ook kreetjes van verrukking aan het publiek.
Wie deze band voor het eerst hoort, krijgt de indruk dat het zestal al zijn nummers op de grond heeft laten vallen in duizenden scherven en daarna collages heeft samengesteld uit de brokstukken. Dezelfde elementen komen bijna altijd terug: tempowisselingen, ingewikkelde harmonieën en West-Afrikaans klinkend gitaarspel. En toch klopt de puzzel telkens weer. Dat bleek ook weer in Brussel.
Neem bijvoorbeeld een song als Just From Chevron. Die start heel relaxed, maar voor de tweeminutengrens is bereikt, zijn we al aan het derde ritmepatroon toe. Op andere momenten bewijst de band dat ze ook niet vies is van minimalisme. In Useful Chamber slaan zowel Coffman, bassist Baldwin als Longstreth lange tijd enkel de bovenste snaar van hun gitaar aan, maar uiteindelijk mondt ook deze song uit in de apocalyps.
Zo ingewikkeld hun muziek is, zo eenvoudig was het decor waartegen Dirty Projectors optrad. Afwisselend helwitte, oranje en blauwe spots op een effen backdrop zorgden ervoor dat de band het ene moment enkel zichtbaar was als zwarte schimmen en het volgende baadden in een warme of kille sfeer.
Zoals het een echte artrocker betaamt, is Longstreth in zijn teksten het ene moment opzettelijk oppervlakkig zoals in The Socialites en op andere momenten toont hij zich diepzinnig en bezorgd om wat er fout loopt in de wereld. In zowat de enige bindtekst van de avond bleek dat Just From Chevron gaat over een oud boorincident op de noordpool.
Op veel interactie met het publiek liet de band zich dus niet betrappen. Longstreth liet alleen nog weten dat hij de trui van onze buurman wel mooi vond. Toch speelde de groep niet routineus. Alleen al met zijn mimiek verbruikte Longstreth duizenden calorieën en ook de andere bandleden speelden bezield.
Dit auditieve avontuur duurde maar iets langer dan een uur, maar liet ons met murw geslagen oren achter. Dit was een trip op een muzikale rollercoaster die ons na afloop meteen liet roepen: "Mogen we nog een keer?"