Diana Jones - Weinig nodig
Arenbergschouwburg, 27 oktober 2021
Voor ons was ze een nobele onbekende, die eerder toevallig in de feed was opgedoken. En dan check je die muziek al eens en blijkt Richard Thompson een handje te hebben toegestoken op haar laatste plaat. Voor je het weet, zit je dan in de Arenberg te luisteren naar Diana Jones.
Maar de eerste trigger om ‘Song To A Refugee’ te beluisteren, was het onderwerp dat eigenlijk al veel te lang een hot topic is. Al veel te lang staan er aan de grenzen van wat moet doorgaan voor een beschaafd land mensen die beter verdienen. Beter dan schoonmaakjobs ‘s avonds ergens in een verlaten kantoorgebouw voor een veel te laag loon. Diana Jones doet op die plaat het relaas van die vluchtelingen, die op zoek gaan naar een beter leven. Of gewoon naar een leven. En ze doet dat met zoveel gevoel dat je er stil van wordt, zij het dan vanuit haar eigen standpunt.
Dat was ook het geval in de Arenberg waar je, telkens er zo’n nummer passeerde, de stilte voelde doorwegen. Op haar gezicht veranderde de glimlach, die haar rond de lippen danste bij een liefdesliedje, op zo'n moment in een verbeten trek. Om ons een geweten te schoppen had ze niet meer nodig dan een akoestische zes- of viersnarige - ook voor ons was dat nieuw - gitaar. En een enkele keer niet eens dat, want Cold Grey Ground was even indrukwekkend zonder enige muzikale ondersteuning. De typisch golvende, rootsy stem, die moeiteloos van grote hoogte de diepte in sprong, volstond om ons te doen verstommen.
Neem daar nog prachtige liedjes, eenvoudig maar zo efficiënt, als de afsluiter van het eerste deel Santiago bij en je had reden genoeg om stil te worden en de krop in je keel weg te slikken. En dat was dan ook gebeurde. O jawel, vanuit het publiek kwam er al eens een opmerking en bij We Believe You mocht het publiek, bij gebrek aan Richard Thompson, Steve Earle en Peggy Seeger, het refrein op zich nemen, maar verder was het muisstil in de toch voor twee derde gevulde zaal.
Mooi was ook de toelichting die we bij de meeste songs kregen, waarbij ze dan vertelde over hoe het nummer tot stand kwam of waar ze de inspiratie haalde, maar evengoed kon het een grappig verhaal zijn over de belevenissen van de viersnarige gitaar die dankzij Kenny – dankuwel, Kenny – deze kant van de oceaan bereikte. Het droeg allemaal bij tot de luchtige sfeer, waarmee de soms toch zwaarwichtige onderwerpen draaglijk werden gehouden.
Diana Jones heeft duidelijk niet veel nodig om een publiek te plezieren. Violen of andere instrumenten, die wel aanwezig zijn op de plaat, werden helemaal niet gemist. En als je dan nog een nieuw nummer (Little Hard Time) als toemaatje krijgt, kon je niet anders dan genoten hebben van dit optreden.