Desperado's van de Vlaamse Poezie - Uit de losse pols

De Casino, Sint-Niklaas, 23 november 2021

Desperado's van de Vlaamse Poezie - Uit de losse pols

Als men wanhopig poëzie bedrijft, kan dat slechts twee richtingen uit: linea recta naar ons rock-‘n-rollende hart of met een rotvaart de aandachtsorgelversnipperaar in. Nu druipt van alles wat Jan Decleir aanraakt al jaren een air van kwaliteit en waar Roland opduikt, valt prettige onvoorspelbaarheid te verwachten. Gemaskerd en wel lieten wij ons dus bloemlezen uit het grote steekkaartenboek van De Desperado’s Van De Vlaamse Poëzie.

Nee, daMusic is niet opgegaan in de Nieuwe Literaire Revue, maar als we horen welke gewauwelde lauwe drab al jaren voor Nederlandstalige songtekst door moet gaan, horen we liever een goed gedeclameerd gedicht zonder al te veel beats eronder. Jan Decleir bracht alles met verve, van de jeugdpoëzie met weerhaken van André Sollie over de kopbrekende absurditeit van Charms tot de gevatheid van Pjeroo Robjee.

Roland gooide er geluidjes onder, wat soms een beetje spanning in een tekst kon brengen, maar meestal vrij overbodig was. Met Going Down Slow, St. James’ Infirmary en Nobody Loves You When You’re Down And Out hadden we niet de indruk dat hij zich erg moe gemaakt had in het zoeken naar iets bijzonders voor de voorstelling. Laat staan dat I’m So Lonesome I Could Cry het helemaal zonder flangers en “woehoew”-kreten kan stellen om geloofwaardig te zijn. Behoudens vergissing heeft Roland ooit nog Paul Van Ostaijen op muziek gezet: 'Singer Singer naaimasjien' met een drummer erbij. Dat ware interessanter geweest dan nog maar eens het overroepen Oorlogsgeleerden uit te moeten zitten.

Delphine Lecompte liet zich verontschuldigen, volgens de officiële lezing om gezondheidsredenen; Jan Decleir hintte naar moeilijk verwerken van kritiek. Een gewonde kunstenaarsziel hoef je niet verder te kwetsen; een eerste tekst die door de dichteres zelf ingesproken was, bleef enigszins in het ijle hangen. Een volgende tekst, Max Beckmann Ik Weet Nu Waarom Ik Van Je Hou, miste net als de titel beknoptheid en zeggingskracht. En dat is nu net waar poëzie voor zou moeten staan. Dimitri Verhulst en Herman Brusselmans hebben al bewezen dat er zeker een publiek is dat smult van het gluren achter de beschimmelde gevels van de marginaliteit. En hoewel het in die context misschien raar is om stijloefeningen te schrijven, denken we toch dat deze verhalen met meer catharsis verteld kunnen worden. Het kan natuurlijk ook zijn dat we iets niet helemaal snappen, omdat wij geen tv meer kijken.

Gerda Dendooven voorzag ondertussen middels een trio ouderwetse schoolprojectors en een computer met een beamer het toneel van immer wisselende achtergronden. Het kras- en schilderwerk op de projectors kwam niet goed uit de verf op de Ionische zuilen en drijfkrachtstopcontacten van De Casino; het evoluerende lijnenspel op de beamer zorgde wel voor enige dynamiek, maar het bleef achtergrondwerk.

Al te pretentieuze en elitaire poëzievoordracht is zeer gemakkelijk te haten en schurkt vaak tegen de persiflage. Daarom spreekt het voor deze voorstelling dat ze los en ongedwongen overkwam. Natuurlijk zorgt dat er wel voor dat het stuk uit Risjaar Modderfokker Den Derde, helemaal uit de context en de opbouw van 'Ten Oorlog' gerukt, zeker niet de impact en de logica had die het na een marathonvoorstelling van acht uur sorteerde. We misten ook JMH Berckmans of door Claus vertaalde Dylan Thomas, maar zo heeft iedereen altijd wel iets te zeiken. Hopelijk houdt Delphine Lecompte dat in het achterhoofd.

Desperado's Van De Vlaamse Poëzie @ De Casino 23/11/2021

Foto's: Stefaan Van Slycken

26 november 2021
Stefaan Van Slycken