Dead Man Ray - Comeback kids op leeftijd

Ancienne Belgique, 25 april 2019

Dead Man Ray - Comeback kids op leeftijd

Het einde van de jaren negentig was puur goud voor de Belgische muziekliefhebber. De jongens van dEUS waren de posterkinderen van dit Belpophoogtepunt, Zita Swoon pakte het iets exotischer aan en Soulwax verpakte zeer eclectische invloeden in een spekglad melodisch jasje. En voor wie het allemaal iets minder afgelikt, iets minder rechttoe rechtaan mocht zijn, was er Dead Man Ray. Geluiden waarvan je niet precies wist welk instrument ze had voortgebracht, enigmatische - en soms ronduit onnozele - teksten, maar vooral prachtig opgebouwde, niet alledaagse nummers die baadden in een onnavolgbare atmosfeer.

Daan Stuyven en zijn kornuiten maakten in 2002 nog het zeer soliede ‘Cago’, maar na de bijhorende tour werd het stil. Frontman Daan had solo veel succes, duizendpoot Rudy Trouvé en de andere bandleden stortten zich in een plethora aan muzikale projecten. Groot was dan ook onze verrassing - en blijdschap - toen de wederopstanding van Dead Man Ray eind 2018 werd aangekondigd.

Eerder deze maand verscheen een puike nieuwe plaat, ‘Over’, en die kwamen de heren voorstellen in de AB. Rudy Trouvé kwam een paar minuten voor de anderen de planken op gewandeld, handen op de rug om in ijltempo al een blik bier te legen en een tweede te openen. Na een kort stukje vogelkesdans - we kid you not - werd de uitverkochte zaal diets gemaakt wat het programma voor de avond zou zijn: uit iedere oude Dead Man Rayplaat één nummer, en vervolgens de nieuwe plaat, integraal.

Chemical opende nog enigszins slap - daarin had de zaalmix zeker nog een grote invloed, maar je zag de band met de seconde zelfzekerder worden. Het volgende nummer - onze persoonlijke favoriet - Brenner, uit ‘Trap’, was al indrukwekkender. Live werd het ons voor het eerst duidelijk hoe dit schijnbaar complexe nummer zorgvuldig is samengesteld uit een hele hoop eenvoudige motieven. Knap om een compositie zo tot uiting te zien komen. Uit ‘Cago’ selecteerde Dead Man Ray Landslide. En zodoende waren er in de eerste minuten van het concert al drie publiekslievelingen gepasseerd.

De band kwam nu echt onder stoom te staan en schakelde over op de nieuwe songs. Op het eerste gehoor moesten die geenszins onderdoen voor het oudere werk. Monochrome was een etalage voor Daans prachtige croonerstem en is na één luisterbeurt al een meezinger. De strofes van Half Inch Ice doen denken aan The National: spaarzaam gearrangeerd, de zwoele stem op het voorplan. The Waving Song heeft dan weer weinig om het lijf, maar zorgt wel voor een luchtige noot.

Tijdens Middle Aged Man, een grotendeels parlando nummer in het Frans over ouder worden, ging de vaart er even uit, om open te barsten in de staart. Vanaf dan hoorden we enkel nog beresterke songs. We zagen soms twijfel in de ogen van de bandleden en oprechte vreugde, wanneer nummer na nummer tot een goed einde werd gebracht, allicht logisch wanneer je zo lang niet meer samen op het podium hebt gestaan. We vonden het heerlijk om te zien hoe de duidelijk verschillende karakters van de groepsleden samensmelten tot dit unieke collectief. Rudy Trouvé speelt geen noot teveel, terwijl Elko Blijweert zich steeds weer lijkt in te houden om niet in een spervuur van gitaarnoten uit te barsten. Daan zelf schuurt tegen die twee aan. En samen werkt dat alles wonderwel.

Het zwaartepunt van de set lag op het einde. Voor The Flock vertelde Daan over betovergrootvader Stuyven, een herder, en over hoe hij zich ook vaak als een herder voor een kudde schapen voelde. Er werd afgesloten met Blisters en How To Fall, de langste, zwaarwichtigste, en misschien ook wel de mooiste nummers van de nieuwe plaat.

Dat er bissen zouden komen, stond in de sterren geschreven. En ze waren ook aangekondigd door Trouvé. Dat neemt niet weg dat de appreciatie van het publiek oprecht was, en Out, Millionaire, en laatste bis Copy Of ‘78 maakten het voor ons nog eens duidelijk: Dead Man Ray is een sterkhouder van de Belgische muziekscene. Die zeventien jaar stilte nemen we hen niet kwalijk, zolang ze het ons geen tweede keer lappen.

27 april 2019
Andreas Hooftman