De Nachten - Het kaf en het koren
De Singel, Antwerpen, 11 november 2008
Als je enkel naar De Nachten komt voor de muziek, kom je wel eens bedrogen uit. Toch zijn er elk jaar wel weer een aantal mooie muzikale ontdekkingen te doen en ook het literaire aanbod is niet te versmaden. Wij scheiden voor u het kaf van het koren en presenteren u onze mooiste herinneringen van twee nachten in de Antwerpse Singel.

Eerst degenen die het er minder goed vanaf brachten. Mauro modderde maar wat aan op het trappenpodium en gaf dikwijls de indruk zelf amper te weten onder welke vlag hij voer. Het ontbrak hem aan passie, songs en vooral aan repetitie. Sébastien Tellier probeerde een set te vullen met één gimmick en kon - oh, verrassing - niet blijven boeien. DJ Blue Flamingo verloor onze sympathie toen hij tijdens zijn twee sets tweemaal dezelfde bindteksten gebruikte.
Met de hakken over de sloot zijn V.O. en The Young Gods. De Brusselaars dwaalden door hetzelfde bos als Syd Matters en lieten af en toe erg mooie songs doorschemeren. De Zwitsers van The Young Gods bedienden het publiek in vier talen van een mooie akoestische set. Songs als Gasoline Man, Longue Route en de Suicide-cover Ghost Rider deden ons heerlijk wegdromen. Toch waren de jamsessies te lang en te talrijk om echt enthousiast te worden.
Pas op de tweede nacht belandden we in hogere regionen met een bloedmooi optreden van Pete Molinari. De Brit met Egyptisch-Maltese roots combineert met zijn nostalgische sound feilloos de melancholie van Elliott Smith (Love Lies Bleeding), de rock-'n-roll ballads van Elvis Presley en de country-blues van Johnny Cash (Guilty). Alleen met mondharmonica en akoestische gitaar bleef de set simpel, maar dodelijk effectief. Het vibrato op zijn stem deed met momenten denken aan Devendra Banhart, maar Molinari maakte meer indruk op ons dan de folkartiest ooit gedaan heeft.
Françoiz Breut is een Bruxelloise van Franse origine, maar wordt tot in Engeland opgehemeld om haar samenwerkingen met Yann Tiersen en Calexico. Ironisch dat de meeste Vlamingen nog nooit van haar gehoord hebben. Haar eigen songs komen tot leven door een ingenieus spel van pauzes, dat soms herinneringen aan Vaya Con Dios naar boven brengt. Naar onze smaak iets te kil en bestudeerd, al wordt het interessanter als de trompet bovengehaald wordt en er Calexico in de lucht hangt.
Ondanks de schrale opkomst liep de Rode Zaal behoorlijk vol voor Daniel Johnston. Verrassend, want zijn naïeve popsongs zijn niet aan iedereen besteed. Nee, hij kan niet spelen of zingen. Ja, hij heeft een spraakgebrek en beeft van angst en medicatie. Maar zijn onvoorwaardelijke liefde voor muziek en oprechte teksten ontroeren tot in je kleine teen.